1.

471 15 11
                                    

Sander
Ik kijk op mijn telefoon naar het berichtje van mijn baas. Ja, dit is het juiste huis. Wel vreemd dat ik geen politieauto's zie staan. Misschien staan ze om de hoek? Of achterom?
Ik kijk omhoog. Voor mij staat een mooie villa, met een prachtige tuin. Volgens mij zie ik zelfs een groot zwembad in de tuin staan! Ik zou echt een moord plegen om in zo een huis te kunnen wonen. Hoeveel zou dit kosten? 1,2 miljoen? 1,4 miljoen?

Ik schud met mijn hoofd. Hou op Sander. Houd je hoofd bij de zaak, niet over villa's gaan dromen.
Ik loop richting de voordeur. De voordeur staat op een klein kiertje, maar is wel open. Ik gluur even naar binnen en stap dan het huis in.
Ik observeer de overloop even. Ik zie een paar politiejasjes aan de kapstok hangen met een paar redelijk normale jassen er naast. Ook zie ik een fotolijstje op een kastje staan. 5 jongens staan op de foto, allemaal zo anders. Ze lijken niks op elkaar. Zou Raoul op de foto staan?
Ik draai me weer om en kijk de trap op. Daar zie ik een afgezette kamer met rode en witte linten. Dat moet vast de kamer van Raoul zijn, de 26 jarige man die dood in zijn kamer is aangetroffen.

Ik laat de bovenverdieping nog even voor wat het is en loop de huiskamer binnen. 3 jongens zitten daar aan de eettafel. Als ik het nog goed voor me zie zijn dat 3 van de 5 jongens die op de foto stonden. Ik mis er alleen nog 2.

Naast de jongens staat een politieagente. Ik loop naar de politieagente toe.
'Aa, rechercheur van Leeuwen! Goed dat u er bent.' Zegt de politieagente. Ik schud haar de hand.
'Dit zijn Robbie van de Graaf, Matthyas het Lam en Koen van Heest,' begint de politieagente terwijl ze naar de 3 jongens wijst. Robbie van de Graaf. Is dat misschien het broertje van het slachtoffer?
'Dit zijn de huisgenoten van Raoul de Graaf.'
Ik kijk de jongen met de bruine haren aan, dat is Robbie als het goed is. Hij veegt snel een traan weg.
'Is mijn nieuwe assistent er al?' Vraag ik aan de politieagente. Ze schudt haar hoofd.
'Nee, maar u kunt wel alvast naar boven gaan, hij zal waarschijnlijk snel komen.' Ik knik en loop weg.

Ik sta voor de kamer van het slachtoffer en ik ruik het nu al. De geur van een lijk. Ik werk wel vaker met lijken maar aan de geur kan ik niet wennen. Het is een soort zeurende geur die maar in je neus blijft hangen. Je kan je neus wel dichtknijpen, maar toch lijkt het altijd een weg naar binnen te vinden.

Ik stap de kamer binnen. Er staan 2 mannen in witte pakjes voor het bed, waarschijnlijk van het forensisch team. Ze hebben een wattenstaafje in hun hand en nemen monsters van het bed af.
Ik richt mijn ogen op de vloer. Daar zie ik het slachtoffer liggen, Raoul. Hij heeft bruin haar en een opvallende baard, deze man herken ik zeker van de foto. Ik zie wel iets wat niet op de foto stond, een mes dwars door zijn maag. Een grote rode vlek in zijn trui heeft het mes omringd. Het bloed rondom het lichaam lijkt wel al zo goed als weggeruimd te zijn.

Ook liggen er tientallen rode rozenblaadjes op zijn lichaam. Wat schattig, 1 van de jongens beneden heeft die waarschijnlijk achtergelaten op zijn lichaam. Zal vast zijn laatste wens zijn geweest.
'Hadden de jongens beneden dit gedaan?' Vraag ik aan 1 van de mannen in de kamer. Hij kijkt me vragend aan.
'Wat? De moord gepleegd?' Ik lach zachtjes.
'Nee, hadden zij die bloemenblaadjes achtergelaten?' Hij schud zachtjes met zijn hoofd. Ik kijk hem vragend aan.
'Dat dachten wij ook. Maar ze waren het niet. Ze lagen er al toen ze het lichaam aantroffen constateerde 1 van de jongens.'
Ik kijk verbaasd naar de blaadjes, wat kan dat betekenen? Wie was het dan? Ik frummel even aan mijn snor.

Plotseling hoor ik iemand de trap op stormen. Ik kijk geschokt om. Er staat een jonge man voor de deur van de slaapkamer, ongeveer 20 jaar oud. Hij heeft een politie uniform aan.
'Hallo meneer van Leeuwen! Ik ben uw assistent voor deze zaak.' Zegt de jongen vrolijk.

Bloemenmoord -BankzittersWhere stories live. Discover now