12.

226 14 0
                                    

Matthy
Ik staar naar het zwarte pak in mijn handen. Het pak die ik aan heb gehad op de VEED awards en straks zal dragen op de begrafenis van mijn beste vriend. Het pak die ik samen met Raoul en de jongens in 2019 heb gekocht. Het pak waarbij de goede herinneringen in verdrietige zijn veranderd. En dat door 1 persoon; de moordenaar van mijn beste vriend.
Ik probeer Raoul de laatste dagen al hopeloos uit mijn hoofd te krijgen. Maar het lukt niet. Raoul blijft door mijn hoofd dwalen als een soort virus. Wanneer ik een minuut niet aan hem denk springt zijn levenloze lichaam in no-time wel weer op. Een beeld die mijn hoofd maar niet lijkt te verlaten.

Een stuiptrekking trekt me uit mijn gedachten, terug naar de realiteit. Ik moet inpakken.

Ik laat het pak zorgvuldig in 1 van mijn sporttassen glijden. De 2 sporttassen zijn best klein, maar mijn koffer ligt op dit moment bij mijn kleine broertje in Ameide, dus dat wordt 'm niet. Ik hoop maar dat ze een wasmachine hebben in dat safehouse.

Ik loop terug naar mijn kast en gris er 3 truien uit. 2 zwarte en een blauwe. Gelukkig is mijn kast goed georganiseerd en weet ik precies waar al mijn kleding ligt; truien en shirts bij elkaar, spijkerbroeken en korte broeken daaronder, enzovoort. Dat is iets wat ik niet kan zeggen van een groot deel van de groep. Een shirt vinden in Rob zijn kast lijkt eerder een soort speurtocht.

'Mannen schiet even op, die bus staat over 5 minuten voor de deur!' Roept Robbie eisend. Zijn stem lijkt vanuit de huiskamer te komen.
'Jaha, doe even rustig ouwe!' Hoor ik Koen vanuit een andere directie roepen.
Ik loop terug naar mijn bed en probeer de 3 truien in één van mijn 2 volle tassen te duwen.
Wanneer ik me omdraai om nog een paar sokken te pakken, zie ik opeens een donker figuur in de deuropening staan.
Ik voel mijn gezicht wit wegtrekken. Mijn ademhaling en hartslag gaan met een razend tempo omhoog. Dit is toch niet het moment dat ik dood ga?
'Shh niet schrikken.' Klinkt de stem zacht, vervolgt door een deur die krakend dicht wordt getrokken. Wanneer het figuur een stap vooruit zet zie ik een bekend gezicht.
Frank.

Ik slaak een zucht van opluchting.
'Je gaf me een hartaanval man.' Mompel ik. Ik hoor Frank zachtjes lachen.
'Ja sorry, ik wist niet dat je een vampier was man, je kamer is kapot donker.' Hij kijkt me even aan maar richt zijn ogen dan op de vloer. Zijn voet tikt zachtjes op en neer.
Voor even, naast het getik dan, blijft het helemaal stil.

Moet ik iets zeggen? De stilte verbreken en vragen waarom hij opeens in mijn kamer staat?
Maar.. durf ik dat wel? Misschien komt hij me wel weer afzeiken. Daar zit ik namelijk echt niet op te wachten.
Maar ik sta ook niet echt echt te trappelen van deze pijnlijke stilte, als ik heel eerlijk ben.
Ik schraap zachtjes mijn keel, hopende dat hij de hint begrijpt.

'Ja uh,' begint Frank eindelijk. Zijn ogen schieten opzij, naar mij en vervolgens weer naar de vloer. 'Ik wilde sorry zeggen. Volgens mij heb je ze toch niet vermoord en het was niet echt netjes van mij om zo te reageren.' Het geluidsniveau van zijn stem ging met elk woord een stuk omlaag.
Ik voel een glimlach op mijn gezicht verschijnen.
'Het is prima jongen, alleen..' ik neem een kleine adem pauze. Frank kijkt nog steeds suf naar de vloer. 'Je moet niet meer drinken en rijden, word je niet heel gezellig van.' Giechel ik. Frank kijkt snel op. Een opgelucht lachje verlaat zijn mond.

Hij staart me ongemakkelijk aan. Zijn mond gaat open, en hij lijkt iets te willen zeggen, maar niet veel later gaat zijn mond ook weer dicht. Ik hoor mezelf hardop grinniken.
'Maat, Frank, lukt het?' Lach ik. Hij kijkt me beschaamd aan.
'Ja, nee kijk, het is gewoon-' Maar voordat hij zijn zin af kan maken schiet ik in de lach.
'Wat moet je nou!' Roept Frank, die nu ook langzaam begint te lachen.

'Jongens, ik zweer het je die bus is er bijna! Kom nu!' De gepiekerde stem van Robbie klinkt dwars door mijn getetter heen. Ik veeg een traan uit mijn ooghoek terwijl ik mijn lach onder controle probeer te houden.
'Sjezus, deze man moet echt even kalmeren.' Frank rolt met zijn ogen en trekt vervolgens de deur open. Ik gris mijn 2 tassen snel van het bed af en sprint achter Frank aan, de huiskamer in. Ik zie frank zoekend om zich heen kijken, maar dan trekt hij de deur naar de overloop open, waar hij wordt verwelkomt door de geïrriteerde kop van Robbie.

Bloemenmoord -BankzittersDonde viven las historias. Descúbrelo ahora