hoofdstuk 13

98 3 2
                                    

Pov Matt:

Ik denk dat ik hier een maand zit. Mark en Mathijs kwamen iedere dag langs om me iets te eten te geven en om te controleren of ik er nog was. ik kan niet echt weg hier dus dat tweede was niet lastig om te doen. Ik hoor geklop op de deur. Huh Mark en Mathijs kloppen toch nooit? Raar. "politie open doen" wordt er geroepen. Hulp. Ik begin om hulp te schreeuwen. "HELP IK BEN HIER" *BAM* ik schrik van het geluid, maar als ik opkijk ben ik juist mega opgelucht over wat ik zie. Politie agenten. Een stuk of 5. En buiten staan er nog meer kan ik zien. "bent u Matthyas het Lam" vraagt een van de agenten. Raar om met mijn hele naam aangesproken te worden. "ja. Ja dat ben ik" mijn stem is zacht. "we gaan u naar het ziekenhuis brengen om te kijken of er iets aan de hand is" ik knik. "hoelang heb ik hier gezeten?" "ongeveer een maand" ik schrik. Zo lang. "kunt u staan?" ik probeer op te staan. Het doet pijn maar het lukt wel. "het lukt wel, maar het doet wel pijn" antwoord ik op zijn vraag. "dan gaan we u daar bij helpen" ik volg hem naar een ambulance. Ik ga zitten en ik word alvast een beetje onderzocht. Ik hoor een van de agenten bellen. "Goedemiddag Raoul. We hebben hem gevonden. We gaan hem nu naar het ziekenhuis brengen als u wilt kunt u daar ook heen komen en praten we daar verder" hoor ik hem zeggen. De eerste persoon die in mijn gedachten komt is Rob. Ik ga Rob weer zien. ik ben zo in gedachten dat ik niet door heb dat de ambulance is gaan rijden. Ze doen wat testjes en als we aan komen bij het ziekenhuis word ik naar een kamer gebracht. Daar gaan ze verder met het onderzoek.

Pov Rob:

We zitten in de auto onderweg naar het ziekenhuis. Roel is net gebeld dat ze Matthy hebben gevonden. Een paar minuten later stoppen we. Ik stap uit en laat de deur open zodat Noé eruit kan. Ik loop achter Roel naar binnen. "hallo we komen voor Matthyas het Lam" zeg ik tegen de vrouw achter de balie. Roel kijkt me trots aan. "die ligt in kamer 302. Derde verdieping en dan aan de linker kant" ik kijk haar dankbaar aan. We wachten op de rest en lopen dan naar kamer 302. Voor de deur stop ik. "Rob je kan dit. We gaan samen naar hem toe" typisch Roel die weet gelijk als er iets aan de hand is. "ik ben bang om hem te zien. wat als hij er anders uit ziet?" "dat is niet. En als dat wel is dan zijn wij er voor je" terwijl hij dat zegt wijst hij naar de rest van de jongens. Ik knik en open de deur. Ik zie een muurtje staan. Waarschijnlijk ligt Matt daarachter. Ik stap door de deur en loop naar het muurtje. "Rob?" hoor ik in een hele bekende stem. "Matt. Ik heb je zo gemist. Ik was zo bang" antwoord ik op mijn lieve vriend. "ik jou ook Rob. Ik jou ook. Ik wil heel graag met je praten, maar is N" "ja die is er" Noé komt achter me vandaan en gaat bij Matt op het bed zitten. ze begint zachtjes te huilen en Matt geeft haar een knuffel. "het is goed nu. ik laat je nooit meer achter." Hoor ik Matt tegen haar zeggen. Ze geeft een kleine glimlach. We praten nog even met elkaar en gaan dan naar huis. Compleet. Met zijn zessen. Eindelijk zijn we weer met zijn alle. Ik ben zo blij dat alles is goed gekomen. 

kidnapped by...Where stories live. Discover now