-2-

1 1 0
                                    

Verdwaasd kijk ik naar de druppel water die nog steeds ritmisch naar beneden druppelt. Mijn ouders zijn dood, mijn vrienden zijn dood, mijn stad is weggevaagd, het hele land is weggevaagd, heel Europa is weggevaagd. Straks ben ik de laatste persoon op aarde, wat moet ik nu doen? Waarom hebben ze mij gekozen? Waarom niet een volwassene?

Ik kan nu alleen maar piekeren.

Na een lange tijd reddeloos voor me uit te hebben gestaard raap ik al mijn energie bij elkaar en sta op. Ik moet dat water op zien te vangen. Ik moet overleven, dat is mij opgegeven en dat kan ik. Adem in adem uit je kan het.

Ik loop naar de machines nu weet ik waarom ze verbrand waren, dat komt door de zonnestorm. De alles vernietigende zonnestorm... ik kijk wat rond bij de machines of er misschien een onderdeel is die water op zou kunnen vangen, en helaas is het niet zo makkelijk als ik dacht. Na een tijdje besluit ik één apparaat maar deels uit elkaar te halen, dan kan ik de techniek eruit halen en het plastic omhulsel wel gebruiken om water op te vangen.

Na wat slopen later vind ik het wel best, er zitten nog wel wat dingetjes in maar dat maakt me eigenlijk niet zo erg veel uit. Het plastic is best groot, ongeveer zo groot als zo'n printer wat je in bedrijven altijd ziet, of nou ja zag... het is groot maar gelukkig niet vreselijk zwaar dus met wat moeite krijg ik het onder het nog altijd ritmisch druppelende water. Vermoeid plof ik op de bank waar ik een paar uur geleden wakker op ben geworden en val als een blok in slaap.

Die nacht droom ik over mijn ouders, mijn vrienden, mijn familie eigenlijk gewoon iedereen, iedereen die nu dood is. Met tranen op mijn wangen wordt ik wakker, het is moeilijk mezelf nog bij elkaar te houden op dit soort momenten. Vermoeid sta ik op, ik zal toch echt snel eten moeten vinden mijn maag vindt het nu al niet meer leuk. Ik denk dat het het makkelijkste is om andere mensen te vinden, ik heb werkelijk geen idee wat ik kan eten hier in dit woeste onherkenbare landschap.

Ik pak het notitieblok en stop hem in mijn broekzak, hij komt vast nog wel van pas. En anders ga ik er wel in tekenen of schrijven. Ik slurp voor misschien wel de laatste keer het water op. Nog een laatste keer kijk ik de kamer door, ik ben eigenlijk niet van plan nog terug te komen.

Buiten is het fris en mistig, een rilling trekt door mijn lichaam en ik trek mijn hoodie wat strakker om mijn lichaam. Ik hoop dat ik het nog even overleef, hier, in dit woeste landschap...

Ik loop uren door de mist, die gelukkig wel langzaam wegtrekt. Ik kan er nog steeds niet bij dat het landschap er zo... eruit ziet alsof de omstandigheden extreem zijn terwijl het gewoon normaal aanvoelt. Gewoon een normaal zeeklimaat.

Rond de middag is de mist weg en begint het steeds warmer te worden, mijn hoodie trek ik uit en sla ik om mijn middel. Ik heb nog een t-shirt aan dus zo is het wel te doen. Mijn buik doet ondertussen al pijn van de honger, wie weet hoelang ik ook heb geslapen. Ik heb echt eten nodig. Ik zie hier en daar kleine boompjes die ik uit de grond trek, dan kan ik vannacht in elk geval proberen een vuur te maken. Ik voel me letterlijk met de minuut zwakker worden. Ik wil gewoon slapen... het is warm, ik heb honger en dorst. Ik voel hoofdpijn aankomen en besluit toch maar naar mijn lichaam te luisteren en pauze te houden.

Iets of iemand prikt in mijn rug 'Hé, wie ben jij?! Wakker worden, hup!' hoor ik een man roepen. Mijn hartslag versnelt, yess mensen. Eten... 'Pap, rustig. Ze ziet er niet goed uit, misschien is ze wel ziek!' hoor ik een jongen verontwaardigd zeggen. De man murmelt wat onduidelijks terug en ik hoor zware voetstappen weglopen, voorzichtig open ik mijn ogen.

'Hey' zeg ik vermoeid. Met al mijn kracht druk ik me omhoog. Direct schiet de jongen mij te hulp. 'Dankje' zeg ik zachtjes. 'Geen dank, hoe kom je hier? Waar is jouw siema?' verward kijk ik de jongen aan. 'Wat is een siema?' nu kijkt ook hij me verward aan. 'Je weet echt niet wat een siema is?' Ik shud mijn hoofd. 'Een siema is een groep waarmee je reist op zoek naar eten en andere spullen. Meestal is het eigenlijk 1 grote familie die uit 1 en dezelfde bunker komen, al is de tijd van de bunkers natuurlijk al een tijd terug.'

Ik snap er echt helemaal niks meer van... zou ik deze jongen kunnen vertrouwen? Straks is het een act, zijn vader deed echt heel onaardig. Al zegt een vader eigenlijk niks over hem natuurlijk. Ik zucht. 'Ik snap er echt niks van sorry, ik ben gisteravond wakker geworden in een bunker maar goed. Ik ben Sam aangenaam.' 'Oh ja ik ben Daniel, maar je zei gisteravond? Dat is onmogelijk.' chagrijnig kijk ik hem aan. 'hoezo onmogelijk?! Ik heb het toch zelf gemerkt?' beschaamd kijkt hij me aan. 'j-ja, ja je hebt gelijk...' argwanend kijkt hij me aan. 'Mag ik alsjeblieft wat eten en drinken?' oke, dit kwam misschien wel een beetje arrogant over, wat moet hij wel niet van me denken? 'Ja tuurlijk,' hij staat direct op en loopt naar het kampvuur een paar meter verderop. Misschien vindt hij niet dat ik arrogant over kwam, hij deed nog wel aardig.

Ik hoor Daniel wat ruziën met zijn vader en andere mensen bij het kampvuur, wat mij de tijd geeft om de rest van de mensen te bekijken. Het is een behoorlijke groep, ik denk wel 40 mensen als je de kinderen meetelt. In een cirkel om het kampvuur staan 3 gammele tenten, voor 1 zitten wat vrouwen met babys. Ik gruwel als ik zie waar de tent van is gemaakt, het is een enorm vacht van een dier. Het moet minimaal zo groot zijn geweest als een beer. In de tent ernaast zie ik 3 mannen liggen, ze zien er niet goed uit. Zou deze samenleving een soort jager-verzamelaars achtig iets zijn? Het doet me zo erg denken aan geschiedenisles op school, zachtjes grinnik ik. Ik zie dat Daniel weer omhoog komt met 2 stukjes vlees en 2 stukken uitgeholde stukken hout, ik denk dat het bekers moeten voorstellen. 'Sorry dat het zolang duurde, de meeste mensen hier hebben nog nooit kennisgemaakt met iemand buiten onze familie dus die zijn het niet echt gewend om iets weg te geven.' Daniel zucht diep. 'Is niet erg joh. Ik ben allang blij dat ik iets heb.' 'Gelukkig' zegt hij terwijl ik het stukje vlees en een beker aangegeven krijg. Gulzig eet en drink ik het op. 'Ohh, dit is verrukkelijk dankjewel Daniel' met een tevreden zucht ga ik op mijn rug liggen en kijk naar de sterren. 'Graag gedaan Sam. Zal ik je voorstellen aan mijn vrienden?' 'Sure' verward kijkt hij me aan. 'Wat?' 'Wat betekent dat?' verontwaardigd ga ik zitten. 'Je weet niet wat sure betekent?!' 'Nee?' ik zucht. 'Het betekent is goed' 'Ah oke, ik zal ze even ophalen.' zegt Daniel waarna hij opstaat en zijn vrienden ophaalt.

De dag dat de wereld vergingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu