-3-

0 1 0
                                    

Ik ga weer op mijn rug liggen en kijk naar de opkomende maan, ik hou van het universum vroeger wou ik altijd astroloog worden. Tegenwoordig is het al jaren een steun voor me, een steun om te weten dat wat er ook gebeurd, het heelal er blijft voor zolang ik leef. Ik ben zo in mijn gedachten verzonken dat ik niet merk dat de vrienden van Daniel naast me in een kring zijn gaan zitten. Opeens voel ik een stomp op mijn schouder. Verschrikt ga ik zitten, waarna ik begin te grinniken. 'Aangenaam, ik ben Sam' zeg ik nog steeds lachend, de rest lachen al gauw net zo hard mee. 'Hoi, ik ben Allianne' zegt een meisje met lange blonde krullen. Ik glimlach naar haar, ze ziet er aardig uit. 'Nou euhmm, ik ben Finn' zegt een breedgeschouderde jongen met alweer blonde krulletjes haar. Finn en Alianne lijken behoorlijk op elkaar, nou ja eigenlijk lijkt iedereen hier op elkaar. Maar dat is logisch want ze zijn allemaal familie. 'Heyy, ik ben Sara aangenaam' nadat ze dit gezegd heeft staat ze direct op en geeft me een knuffel. Glimlachend knuffel ik terug, ik mag haar. Daniel neemt het woord: 'Dit zijn dus mijn vrienden, Sam. Sara is trouwens mijn zusje, maar ja iedereen mag haar' zo te zien vindt Daniel het minder dat zijn zusje een soort van in zijn vriendengroep zit. Zachtjes grinnikt Alliane en al gauw hou ik me ook niet meer in. En zo volgt iedereen en komen we in een enorme lachbui te zitten, en niemand die weet waarom.

'ik ga naar bed, lekker slapen alvast' zegt Finn. We hebben nog wat leuke groepsspelletjes gedaan die ik niet kende maar het was heel gezellig. 'Ik ben eigenlijk ook best moe, kan ik ergens slapen?' vraag ik. 'Ik zal mijn vader wel even vragen.' en weg is Daniel. Een beetje ongemakkelijk zit ik bij Allieanne, Sara was al eerder naar bed gestuurd. 'Nou... eeuhm. Waar is jouw siema?' vraagt Alliane, al de hele avond leek de vraag op iedereen lippen te staan. 'I-ik heb geen siema' zeg ik wat beschaamd. 'Oh, hoe kan dat dan?' vraagt ze direct door. 'Niet doorvertellen, maar ik ben pas net 2 dagen wakker. Pas net 2 dagen uit de bunker waar ik wakker werd. Ik snap ook niet hoe, maar blijkbaar heb ik langer in coma gezeten als de bedoeling was,' wat verlegen staar ik naar de grond. 'Oh, ja... dat is...' ze denk lang na, gespannen kijk ik haar aan. 'Apart. Ik vindt het niet zo erg hoor, maar ga het niet rond schreeuwen veel vinden dat maar niks,' ze kijkt me indringend aan. Opgelucht zucht ik en sla mijn armen om haar heen. We zijn echt heel snel best goeie vriendinnen geworden, ze voelt gewoon zo vertrouwd aan.

Achter Alliane zie ik Daniel aankomen dus laat ik haar weer los. 'Euhm, ja. Mijn vader is er niet zo blij mee dat je er bent, maar in elk geval voor vannacht mag je blijven en er wordt morgen overlegd wat ze met je gaan doen,' ongemakkelijk hupt hij op en neer met zijn benen. Verward kijk ik hem aan. Waarom zijn deze mensen toch zo afstandelijk? Ik heb toch niks verkeerd gedaan? 'Sorry Sam. Je mag in elk geval wel gewoon in de vrouwen tent slapen.' zegt Daniel. Ik knik 'Aa, ja je hebt gelijk.' Ik geef een verdrietige glimlach. 'Ik ga ook naar bed, kom je Sam?' vraagtAlliane. Ik knik en samen staan we op.

Ik denk dat ik niet kan verwachten dat we nog gaan tandenpoetsen of dat ze hier aan een pyjama's doen want Alliane loopt direct naar een tent en pakt twee vachten uit een houten kist voor de tent. 'Hier, een dekentje' zegt ze terwijl ik één vacht in mijn armen geduwd krijg. Op de grond licht wat stro om op te slapen. Vermoeid ploft Alliane op de grond en ik volg snel. Het is zo hard... hoe kunnen mensen hier in vredesnaam op slapen. Binnen een paar minuten hoor ik Alliane rustig ademen, ze slaapt.

Ik staar naar het tentdoek, de wereld is zo erg veranderd. En wat zullen ze met me gaan doen? Gaan ze me wegsturen? Of zal ik klusjes moeten doen ofzo? Of misschien eten regelen ofzo? Mijn hele hoofd zit vol met nog wel duizend vragen. Ondertussen hoor ik steeds meer mensen hun tent in kruipen om ook te gaan slapen.

Ik lig wel uren wakker als ik naast me een pijnlijke kreun hoor, direct op mijn hoede sta ik voorzichtig op en loop de tent uit. Het gekreun komt uit de tent naast de zieken tent. Sluipend ga ik naar binnen en kijk rond, het is pikdonker en ik zie geen hand voor ogen. Ik stap weer naar buiten om te kijken of ze niet iets van een kaars hebben ofzo. Na wat rond gescharreld te hebben om het kampvuur komt er een mens aanlopen vanaf de buitenkant van het kamp. Verstijft blijf ik staan, straks doet diegene me wat aan.

De dag dat de wereld vergingWhere stories live. Discover now