Hoofdstuk 5

260 29 7
                                    

Je hoeft niet bang te zijn, want we zijn allemaal hetzelfde en weten allemaal dat het soms even allemaal teveel wordt.

'Maar het is niet eerlijk!' Hij riep ze hard dat iedereen het kon horen, maar dat maakte hem niets uit. Iedereen mocht het horen. Het was ook heel erg oneerlijk.

'We kunnen er niets aandoen. Ze is nog niet klaar en ze mag daarom ook niet hier gaan.'

'Jullie hadden het beloofd!' Tranen stonden in zijn ogen en hij stond op het punt om te gaan huilen. Jongens huilde niet? Onzin. Jongens huilden ook. Vooral als ze zoiets meemaakte als dit. Hij kon het niet meer aan, maar kon haar ook niet verlaten. Hij hield van haar.

'Meneer wij verzoeken u nu om even rustig te worden. Gaat u alsjeblieft weer even zitten dan-' Ruw onderbrak hij de vrouw die voor hem stond.

'Nee!' Zijn stem sloeg over. 'Jullie zoeken het maar uit. Jullie houden jullie niet aan jullie beloftes, dus waarom zou ik dat wel doen? Ik ga naar haar toe. Nu.'

'Meneer-' Maar hij luisterde niet meer. Met grote passen liep hij door de kale, grijze gangen heen, totdat hij bij haar deur was. Hij deed haar deur open.

Ze sliep, maar werd wakker van de kracht waarmee hij de deur openmaakte.

'Wat kom je doen?' Vroeg ze terwijl ze op haar klok keek, maar ze had al snel door dat er iets aan de hand was.

'Het is niet eerlijk,' fluisterde hij, terwijl hij verloren in het midden van de kamer stond.

Ze stond op uit bed en liep naar de verloren jongen toe midden in haar kamer.

'Ik weet het,' fluisterde ze en ze sloeg haar armen om zijn middel heen. 'Het wordt ons allemaal soms gewoon even teveel.'

A little too muchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu