Hoofdstuk 6

225 24 2
                                    

Ze vertelde zichzelf altijd dat ze het wel aankon. Ze had geen hulp van anderen nodig, omdat alles gewoon goed zou gaan.

'Je kan niet zonder die therapie!' Hij schreeuwde en smeekte haar bijna, maar zij wilde niet toegeven.

'Ik heb het niet meer nodig,' zei ze zonder op te kijken. 'Ik wil het niet meer. Het heeft toch geen zin. Ik moet dit doen. Ik moet dit overwinnen.'

Hij schudde ruw zijn hoofd. 'Nee,' zei hij. 'Nee, dat is niet waar. Je hoeft dit niet alleen te doen. Wij zijn er allemaal om je te helpen. Luister, alsjeblieft. Je kan het nog niet alleen. Je moet het niet alleen willen. Pak de hulp die je krijgen kan. Wij hebben allemaal het beste met je voor. Ik wil je niet kwijtraken. Ik kan het niet, snap dat dan. Stop nou alsjeblieft niet met die therapie.'

'Het is al te laat.' Zei ze kalm. 'Ik ben er al mee gestopt. Ze kunnen me niet dwingen.'

Hij stond op van zijn stoel, waarna zij ook opstond.

'Maar-' zei hij, maar ze wilde er niets van horen.

'Ga alsjeblieft weg.'

De lucht werd uit zijn longen geduwd. 'Wat?' Piepte hij.

'Weg.' Zei ze zonder enige emotie in haar stem. 'Of ik roep er mensen bij.'

Niet gelovend wat er gebeurde liep hij naar de deur toe.

'Alsjeblieft,' fluisterde hij, maar ze reageerde niet. Ze keek hem aan alsof hij een vreemdeling was.

'Maar ik-'

'Nu.'

Dat was het laatste wat ze tegen hem zei. Ze draaide zich om en bleef met haar rug naar hem toestaan.
Hij liep weg.

A little too muchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu