Hoofdstuk 30a: Onze Broer

290 16 6
                                    

Pov. Luna

Aangezien ik gisteren als laatste werd afgezet werd ik vandaag als eerste opgehaald. Ik verliet zoals gewoonlijk ons huis en liep de juiste richting in wetende dat mijn moeder mij vaak na keek vanuit het raam dat zicht gaf op de weg die naar de bushalte leidde. Ik had Brandon gevraagd om daar op mij te wachten en niet ergens anders maar toen ik bij de bushalte aankwam stond hij er niet. Zack was misschien de meest stipte en gedisciplineerde maar Brandon voerde zijn taken ook uit, hij had plichtsbesef dus was ik verbaasd toen hij er niet stond. "Goedemorgen", hoorde ik zijn stem ineens achter mij zeggen waardoor ik verschoot. "Rustig maar, ik ben het", verzekerde Brandon mij toen hij merkte dat ik schrok van zijn plotselinge verschijning. "Besluip mij alsjeblieft niet meer", zei ik terwijl ik mijn hart vasthield door de schok. "Ik zal het proberen onthouden", zei hij zacht. "Heb je ooit een bus genomen", vroeg ik om van onderwerp te veranderen. "Nee nog nooit, ik heb er wel één gezien", antwoorde hij. "Tuurlijk heb je er één gezien, dat was de laatste keer dat we er beiden één hebben gezien", bracht ik hem in herinnering. "Oh dat herinner ik nog, ik was in mijn wolvenvorm en jij twijfelde of je wel door het raam zou kijken", hoorde ik hem zeggen. Ik moest glimlachen door de herinnering daaraan want toen was alles begonnen "ik ga dat nooit vergeten." In de verte kwam de bus al aangereden dus seinde ik in die richting zodat Brandon de bus ook zag naderen "kijk daar".
In de bus waren we meestal stil, ik keek in gedachten verzonken door het raam en Brandon keek de bus rond wat ik zag door zijn reflectie in het raam. Na minuten lang stil geweest te zijn hoorde ik Brandon "waar denk je aan", vragen. Ik had het wel gehoord maar was niet zeker doordat ik de brief die ik gisteren had ontvangen in gedachten aan het herlezen was "heh, wat zei je", vroeg ik daarom terwijl ik mij van het raam afwenden en hem aankeek. "Ik vroeg waar je aan dacht, je leek ergens aan te denken", herhaalde hij het. "Oh niks bijzonders, kleinigheden niks belangrijk", probeerde ik hem te verzekeren en mezelf te overtuigen terwijl ik terug door het raam begon te staren. De hint had hij gekregen toen ik mij onmiddellijk omdraaide, hij ging er niet verder op in. Hij hoorde mij waarschijnlijk liegen maar dat liet mij op dat moment koud.

Toen we eenmaal op school werden afgezet door Brandon vroegen onze klasgenoten ons of we genezen waren. In eerste instantie begon ik te stressen omdat ik dacht dat ze onze leugens zouden doorzien door onze hartslag maar toen besefte ik dat we terug op aarde waren en onder de mensen waardoor we vrijuit konden liegen zonder het risico om betrapt te worden. Ook werd ons gevraagd waarom we werden afgezet door 'die jongen met zwart haar' waarop Manal reageerde met 'hij is een vriend van Bilal, we kwamen hem toevallig tegen'. Ze had haar broer goed gebruikt om verdere vragen te vermijden, iets waar Manal heel goed in was namelijk alles dat taal gerelateerd is. Eenmaal in de les herinnerde ik mij hoe mijn leven er voorheen had uitgezien. Ik vulde bij waar nodig in mijn boek en luisterde aandachtig naar wat de leerkracht te vertellen had terwijl ik achter mij twee medestudenten hoorde fluisteren. "Degenen die achterin zitten stil stijl of anders mogen jullie hier vooraan plaats nemen", zei onze leraar na de zoveelste waarschuwing. We zaten ondertussen op pagina 275 in de les gedragswetenschappen. "Kan iemand mij vertellen wat deviant gedrag is", vroeg de leerkracht terwijl ze de klas rond keek. Niemand leek antwoord te willen of kunnen geven dus stak ik mijn hand in de lucht "Luna vertel maar." "Deviant gedrag is een synoniem voor afwijkend gedrag, het is gedrag dat afwijkt dus devieert van de normale regels van een groep of samenleving", antwoorde ik. Doordat ik het juiste antwoord had gegeven besloot de leraar om mij terug een vraag te stellen waardoor ik spijt had van mijn keuze. "Jullie weten ondertussen dat deviant gedrag relatief is door de les van gisteren maar wat is het verschil met criminaliteit, Luna kun je antwoorden", hoorde ik haar nu zeggen. "Het verschil is dat er bij criminaliteit ook een wettelijke grens moet overschreden worden", liet ik weten. "Goed zo Luna, dat is juist", complimenteerde ze mij waarna ze naar het bord toe liep en iets aanwees om verder te kunnen gaan met de les. Ze begon uit te leggen waarom het kunnen bepalen van deviant gedrag een machtsmiddel is maar ik kon mij niet concentreren doordat ik iets zag zweven voor de ramen. Toen ik door het glas keek zag ik niks bijzonders waardoor ik dacht dat ik mij vergist had en het enkel de bomen waren die dansten op de wind. Ik draaide mij terug om naar het bord en nam mijn pen vast om iets bij te schrijven toen er iets door het raam vloog. Ik keek verschrikt op bij het geluid van brekend glas en gillende klasgenoten. Toen ik zag wat er door het raam was gekomen stond ik vreemd genoeg automatisch recht. Het was een demon één van de tweede of derde soort. Hij klapte zijn ingeslagen vleugels dicht en keek de klas rond die in rep en roer stond. De leerkracht en de leerlingen die het dichtst bij hem zaten probeerde zo ver mogelijk uit zijn buurt te geraken voor zover dat ging. Ik stond als enige recht maar nu stond iemand die bij de deur zat ook recht en probeerde hij weg te geraken toen de demon hard "blijven staan", riep waardoor iedereen stopte met bewegen. "Ga zitten", blafte hij nu waardoor ik en de jongen terug plaats namen. Hij begon de klas rond te stappen die inmiddels stil was geworden. "Wat doe je", hoorde ik hem nu zeggen terwijl hij op Nora afliep. "Niks", hoorde ik haar zeggen. "Laat je handen zien", beviel hij haar maar dat ging niet. Ze had een wapen vast, daar was ik zeker van dus stond ik snel recht en duwde in mijn beweging de stoel omver om zijn aandacht te trekken. Het werkte want hij keek boos mijn richting uit "zit neer", blafte hij luid. "Wat doe je hier en wat ben je", vroeg ik om zijn aandacht niet te verliezen. "Ik zeg het nog één keer, ga zitten", zei hij waarna hij zich terug omdraaide naar Nora. Toen hij op Nora afliep weet ik niet wat mij bezielde maar ik riep "het is onbeleefd om niet te antwoorden!" Als antwoord vuurde hij een vuurbal af die zo snel werd afgevuurd dat ik geen tijd had om iets te bedenken en uit te voeren als verdediging. Ik had mijn ogen al gesloten en ik hoorde de klas naar adem happen toen er een vreemde energie opwelde waardoor ik mijn ogen wel moest openen. De energie was helemaal geen energie het was vuur en gif dat afkomstig was van de ring die ik op zak had. Het vuur en gif omringde mij en vormde een soort barrière die mij had beschermd tegen de vuurbal. Gelukkig voor mij besloot de ring om mij niet enkel te beschermen maar ook te assisteren bij het bestrijden van de demon. De mengeling van vuur en gif begon zich naar de demon te begeven en omringde hem voor ik het wist. De koepel die om hem heen was gevormd begon in omvang te krimpen waardoor de demon moest bukken om niet geraakt te worden tot het moment dat hij zich niet kleiner kon maken. Op dat moment begonnen vuur en gif te scheiden, het vuur bleef hem omringen terwijl het gif hem aanraakte. Voor ik het wist viel hij neer en bewoog niet meer. Pas toen trokken het vuur en gif zich terug in de ring. Iedereen keek elkaar niet begrijpend aan, volgens mij storten hun werelden nu in wat begrijpelijk was na hetgeen waar ze getuigen van waren geweest. Nora kwam nu overeind met haar zwaard in haar hand "denk je dat hij leeft", vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd "geen idee." Ze voelde voorzichtig met haar zwaard of hij reageerde op prikkels door hem te porren met het punt van haar zwaard. Toen hij geen enkele reactie gaf herinnerde de klas zich dat ze bang waren waardoor er weer geschreeuw opsteeg in de klas. Net toen ik dacht dat alles goed zou komen vloog er een vreemd beest het raam door, demon type één gokte ik. Deze demon had overduidelijk niet het geduld om rond te kijken en ons te commanderen want al brullend zwaaide hij met zijn poot die iemand raakte en van zijn stoel sloeg. Ze kroop snel weg terwijl iedereen die rond de demon zat zich uit de voeten maakte. Nora nam haar zwaard goed vast en liep op het beest af dat zich razendsnel naar haar omdraaide en luidkeels begon te brullen waardoor het speeksel uit zijn bek droop. Ik weet niet hoe ik eraan dacht maar toen ik een plantje zag staan op het bureau van de leraar liet ik het groeien net als de andere planten in de ruimte zodat ik de poten van de demon kon vast binden. Jammer genoeg was ik niet snel genoeg, de demon wist voor de planten hem vast pinde het zwaard uit Nora haar handen te slaan. Hij stribbelde hevig tegen en brulde het uit terwijl iedereen achteruit deinsde. Net toen ik dacht dat de planten het begaven en de demon met zijn klauwen de planten van zijn poten zouden trekken hoorde ik schoten. Ik keek geschrokken naar de bron van het geluid en zag Manal met een pistool staan. Tot het monster zijn hoofd liet zakken bleef ze schieten, vermoedelijk om zeker te zijn dat ze hem had geraakt. Het bloed schoot uit de wonden die de kogels hadden gemaakt, het leven leek weg te glippen uit het monster dus riep ik de planten terug waardoor het lijk op de grond plofte. Ik keek diep in en uit ademend om niet te panikeren om mij heen naar alle bange gezichten die dit alles nog niet begrepen laat staan hadden verwerkt. "Hoe moeten we Brandon contacteren. Hij kan misschien helpen", hoorde ik Manal zeggen terwijl ze het pistool liet zakken. "Kun je geen mistbericht sturen", stelde Nora voor terwijl ze naar de twee lijken voor ons keek. "Ik kan het proberen", liet ik weten waarna ik een stuk papier nam en er 'We zijn aangevallen door twee demonen. Momenteel zijn we ongedeerd maar kom zo snel mogelijk naar hier, tweede verdieping, lokaal negen' opschreef. Ik wist niet of je een specifieke spreuk nodig had om mist berichten te versturen maar ik hoopte van niet aangezien ik enkel de basisspreuk kende. "Mag ik", mompelde ik terwijl ik naar het zwaard van Nora reikte. Ze overhandigen mij het zwaard "hier", waarna ik een diepe snee in mijn hand maakte. Ik begon 'sona lear gelita' in gedachten te herhalen terwijl ik dacht aan mistberichten en Brandon. Toen er mist begon te vormen dat zich naar mijn bericht toe begon te bewegen stopte ik met het herhalen van de spreuk. De mist slokte het bericht op en verdween. Toen moesten we geduldig wachten en hopen dat Brandon mijn bericht had ontvangen.

Eternal War |Boek 1|Where stories live. Discover now