Figuren

51 5 0
                                    

met opgetrokken knieën zit ik op de koude grond tegen de eikenboom aan, mijn eigen armen beschermend om me heen. voor me zie ik sierlijke rode, gele en oranje figuren. het waren precies waterstralen die me riepen, het waren veren van de elegantste vogels op aarde, het waren verhalen die al verteld waren, en verhalen die nog niet geschreven waren. maar in mijn donkerste fantasieën, waren het soldaten die het dierbare van me afnamen, waren het roddels die me van binnenuit opvraten, waren het marteltuigen om mijn vrienden te doen spreken, waren het angsten om mij te doen breken. zachtjes duw ik me af van de boomstam, en loop ik naar de figuren toe. ik kon mijn ogen er niet van af houden, het waren precies sterren die schijnde bij volle maan, het waren diamanten met een schittering bij zon's opgang, het waren dauwdruppels die op het gras ruste in de vroege ochtend. toen ik nog maar een paar passen van de figuren verwijderd stond hielt ik stil. ik stak voorzichtig mijn hand uit om het voorwerp te kunnen pakken, maar wanneer het mijn kleine vingers aanraakte ging er een steek van pijn door me heen. het was alsof het me zijn eigen moeilijke verhalen wilde vertellen, het was alsof het me zijn lijden wou laten voelen. het was alsof het we wou waarschuwen om niet dichter te komen, omdat het van zichzelf dacht dat het gevaarlijk was, omdat het zichzelf niet goed genoeg vond. rustig ging ik voor het figuur zitten en sloot mijn ogen. ik telde tot drie en blies ertegen aan. wanneer ik mijn ogen opende, was het weg. ik stond op en liep de duisternis uit, op naar het licht, het kampvuur verlatend. Zonder ook maar een emotie op mijn gezicht, want anders zou ik breken. Maar dat is wat het zelf wou.

More Than Just A SMILEWhere stories live. Discover now