Hoofdstuk 6

18 3 0
                                    

Kuchend word ik wakker. Met mijn hand probeer ik wat van de rook weg te wuiven, maar het blijft maar komen.
'Hunter?... Elena? Amelia?... Iemand?!' Ik probeer zo min mogelijk van de rook in te ademen.
Als ik niet rustig blijf loopt dit heel slecht af. Met de dood bedoel ik dus.
Ik kijk naar mijn been omdat ik hem niet meer voel. Er ligt een ijzeren staaf op. Een afgebroken deel van de tent.
Ik probeer dichterbij te schuiven en til de staaf op. Met moeite trek ik mijn been eronder weg.
Zodra mijn been verlost is begint hij verschrikkelijk veel pijn te doen.
Met tranen in mijn ogen en schaafwonden op ongeveer elk deel van mijn lichaam, trek ik mezelf naar de uitgang van mijn tent.
Plotseling pakken de twee stevige armen van Hunter mij op en tilt hij me naar een plek ver weg van het vuur.

'Zijn Amelia en Elena oké?' Ik probeer mezelf af te leiden zodat ik niet aan de pijn in mijn been denk.
'Ja, ik had hun als eerste uit het vuur getrokken. Ben jij oké?'
Ik bekijk mezelf even.
Mijn nachtjapon is gescheurd, mijn haar zit onder het roet en rook en mijn rechter been is bebloed.
'Nooit beter geweest.'
Hij lijkt me te geloven totdat hij mijn been ziet.
'Je been!' Hij draait zich om richting Elena. 'Elena kom hierheen!'
'Het is niet zo erg, het doet haast geen pijn.' Ik probeer de trilling in mijn stem heb ik verbergen. 'Wat is er ooit gebeurd?'
'Je vriendjes uit de organisatie kwamen langs... Sorry... Ik kon ze niet allebei tegenhouden.'
'Maakt niet uit, het zou mij ook niet lukken.'
Elena komt aangesneld en hurkt bij me neer.
Ik zit op een zacht bed van bladeren omdat alle spullen verbrand zijn in het vuur.
Haar hand raakt voorzichtig mijn been aan maar door de pijn trek ik hem weg.
'Ik moet hem toch echt bekijken Jazz.'
Ze pakt mijn been stevig vast zodat ik hem niet kan bewegen en pakt een doekje om het opgedroogde bloed weg te halen.
Ik knijp mijn vuisten samen, mijn nagels boren in mijn huid.
Daarna begint ze te kijken wat er aan de hand is.
'Je ehh...' Ze sluit haar mond weer, duidelijk bang om iets te zeggen.
'Wat?'
Hunter, die onderwijl al doorheeft wat er aan de hand met me is, neemt voor haar het woord.
'...Je been is gebroken.'
'Ja...' Elena knikt.
Ze wisselen wat blikken uit, afwachtend op mijn reactie, maar die komt niet.
Ik staar verslagen naar de grond.
Zonder benen kan ik niks, ben ik niks.
Zonder benen ben je zwak.
In mijn organisatie werd je vermoord als je je been had gebroken. Omdat je dan nutteloos was.
'Jazz, blijf hier. Elena en ik gaan wel een paar krukken maken.'
Hunter loopt weg richting een stapel hout en Elena loopt snel achter hem aan. Ze tikt hem aan en begint tegen hem te praten.
Ik probeer te horen wat ze zegt. Ze staat ver weg, maar niet té ver. Ik vang wat woorden op.
'Jazz... niet goed... Medicijnen verbrand... '
Hunter draait bezorgd naar me om en onze blikken kruisen elkaar.
Zodra hij weer terug draait sta ik op.
Ik bijt op mijn lip door de pijn en hinkel in de richting van het bos.
'Gelukkig.' Op de grond ligt een stapel takken en ik pak de beste om als kruk te gebruiken.
'Ik heb geen speciale krukken nodig, een tak is ook goed.'

Na ongeveer een uur lopen. Naja, hinkelen. Kom ik aan bij een beekje.
Ik plof mezelf neer op de grond en maak een kommetje met mijn handen om wat te drinken.
Als het water wat tussen mijn handen door loopt, maakt mijn wond meteen schoon dus ik verspil niks.
Misschien is het dom dat ik ben weggelopen maar ik wil niet nutteloos zijn. Ik wil hun niet tegenhouden.
Als James en Isaac me willen vermoorden, moeten ze me eerst vinden.

Jazz' StoryWhere stories live. Discover now