Hoofdstuk 7

13 2 0
                                    

Ik word in een stoel gezet en mijn handen worden vastgebonden.
Meerdere dokters gaan om me heen staan.
Ik staar naar het licht uit de felle lamp aan het hoge plafond.
Mijn zicht wordt wazig en de wereld lijkt te draaien.
Plotseling krijg ik hoofdpijn... Vreselijke hoofdpijn.

'Welkom terug Jazzlyn.' Eén van de dokters knipt met zijn vingers en het licht gaat aan.
Ik herken zijn stem... Alles is vaag...
'W-waar ben ik?' Ik heb nog steeds hoofdpijn en voel me gedrogeerd.
'Dat maakt nu niet uit, ontspan maar gewoon. Het komt allemaal goed.'
Hij doet een masker bij me om en ik raak in paniek.
Ik kan niet ademhalen.
Ik ga stikken.
Wanhopig hap ik naar adem en ik hoor de man grinniken.
Ik sluit mijn ogen.

Als ik mijn ogen open ben ik ergens anders.
De kamer ziet er vrolijk uit.
Veel ramen en het zonlicht schijnt de kamer in. In de hoek van de kamer staat een wiegje. Ik herken de kamer niet maar hij voelt vertrouwd, alsof ik er al eerder ben geweest.
Ik hoor de deur achter mij open gaan en mijn moeder komt naar binnen gelopen.
'Mam!' Ik schreeuw en vlieg haar om de nek maar ik valt recht door haar heen.
'Mam?'
Ze loopt richting het wiegje en ik hoor een baby huilen.
Ze tilt de baby op en wiegt het heen en weer in haar armen.
'Ssh Jazzy, stil maar.'
Wat? Ben ik dat? Alles is zo wazig... Ik ben aan het hallucineren.
'Het spijt me lieverd, ik ga je missen.'
Op dat moment komen er allemaal mannen de kamer ingestormd en het enige wat ik hoor is een schot voordat mijn moeder roerloos op de grond valt.
Ik kijk naar haar lichaam en geef geen kik.
Het is een hallucinatie ik kan toch niks doen. Maar waarom zou ik dit moeten zien?
Zij is dood en-
'Bedankt voor de prijs.'
'Jammer dat we haar moesten vermoorden maar anders zou ze Jazzlyn toch nooit weggeven.'
-Het is allemaal mijn schuld.

'Jazzlyn Kayes!'
Ik zit weer in de stoel, mijn handen en benen vastgebonden en ik kan me niet bewegen.
Mijn hoofd bonkt zo erg dat het lijkt alsof iemand non-stop op mijn hoofd slaat.
Ik kijk naar boven.
Nee, niemand.
'Is ons prinsesje dan eindelijk wakker?'
James komt de kamer ingelopen.
'Jij!' Ik schiet naar voren om hem aan te vallen maar word tegengehouden door de riemen.
'Wat hebben jullie met me gedaan?!'
'We hebben je gered.'
'Oh, je bedoelt nadat je mijn tent in de fik hebt gezet, waardoor ik mijn been heb gebroken?' Snauw ik sarcastisch terug.
Nu ik het zeg... Mijn been. Ik kijk naar beneden maar het ziet eruit alsof ik nooit een gebroken been heb gehad.
Hoe hebben ze dat gedaan?
'Als we je niet hadden meegenomen ging je dood door de infectie in je been.'
'En mij vast binden aan een stoel en me laten zien hoe mijn moeder is neergeschoten, hoorde vast ook bij het plan.'
'Hoe bedoel je?'
'Doe niet alsof je dom bent James.'
'Ik doe niet alsof.'
'Oh dus je bent echt dom?' Grinnik ik.
Hij kijkt me met een dodelijke blik aan en gaat verder, 'ik weet echt niet waar je het over hebt.' Hij loopt naar me toe en maakt de riemen los.
Ik wrijf mijn handen samen over de plek waar de riem zat en kom overeind.
'Wat is er volgens jou gebeurd?' Hij pakt een stoel en gaat naast me zitten.
'Er werd een masker bij me op gedaan en toen ik mijn ogen opende was ik in één of andere zonnige kamer met een wiegje.'
Zodra ik ben uitgepraat verandert zijn blik in angst. 'Hoe zag de persoon die dat masker bij je omdeed eruit?'
'Weet ik veel, ik had hoofdpijn, dan let ik daar niet echt op.'
Hij slaat zijn hand boos op de tafel met allemaal apparatuur naast hem en knijpt zijn ogen dicht in een poging om zichzelf te kalmeren.
'Wat... Was dat alles?'
'Voor zover ik me herinner, ja.'
'Je hebt niks gehoord van wat ze zeiden?'
Ik denk terug aan wat de mannen hadden gezegd. Dat mijn moeder wel gedood moest worden omdat ze me niet weg wou geven.
'Nou?' Dringt James aan.
'Nope, dat zei ik net toch al.' Ik glimlach onschuldig en sta op uit de stoel.
'De deuren zijn beter beveiligd en er zijn tegenwoordig een stuk meer bewakers.'
'Ik heb zo mijn trucjes.'
Ik open de deur en word verblind door het felle licht dat vanuit de gang komt.
'Hey James?'
'Ja?'
'Wie bepaald hier de inrichting?'
Hij Zucht.
Ik probeer het licht met mijn hand af te schermen totdat mijn ogen er gewend aan zijn geraakt.
Alles is veranderd. Overal witte muren, felle lampen, en oneindige gangen.
Niets hier ziet eruit zoals de lichtbruin gekleurde kamer, met grote ramen, zoals in mijn hallucinatie.
Zouden ze de kamer weggehaald hebben?
Of verbrand zoals mijn hele kamp?
Ik Zucht... 'Er is maar één manier om erachter te komen en ik moet en zal die kamer vinden. In puin of niet.'

Jazz' StoryWhere stories live. Discover now