0000008

18 3 2
                                    

Profesor dokter Fritz Habel zat achter zijn geordende bureau en bekeek de statistieken van zijn bijzondere patiënt.
Merkwaardig.
Het was volkomen onduidelijk hoe de hersens werkten, maar het scheen dat de man onder narcose dezelfde hersenfuncties gebruikten als iemand die wakker was en de werkelijke wereld inkeek. Alsof hij echt zijn leven leidde. Dat betekende dus dat de patiënt de droomwereld, waarin hij zich bevond, daadwerkelijk echt meemaakte. Maar waar droomde de man over? Dat was één van de vele vragen die dokter Habel kopzorgen bracht. Al controleerde hij de patiënt volledig, hij bleef constant op vragen stuiten waar hij het antwoord niet van wist.
Waar ging deze man naartoe? Waar kwam hij terecht en wie kwam hij tegen?
Dus... had hij wel controle over zijn patiënt of was het slechts een verzinsel? Een gedraaide realiteit die hem alleen aanging. Hij wist het niet. Het was onmogelijk om de man te volgen in zijn droomwereld, toch was het de dokter duidelijk dat het hier om een 'echte' wereld ging. Een andere wereld. Op zijn hersenregistraties werd herhaaldelijk aangetoond dat de patiënt iets zag of iets voelde; dezelfde hersensegmenten lichtte op als bij een persoon die daadwerkelijk iets voor zijn ogen had of echt iets in zijn handen hield. Het bleef een raadsel.
Een raadsel die ik moet doorgronden...

Dinsdag, 3 januari

Daar zaten ze dan weer in de wachtkamer van het mega gebouw, waar de ziener zijn 'bezoekuurtje' hield. Claudia kon nog steeds niet geloven waar ze mee bezig waren, maar had zich er eenmaal bij neergelegd, toen Naceer bevestigde dat ze opnieuw een afspraak hadden. Het was al laat in de middag en de schemer deed net zijn intrede. De sneeuwschuivers draaiden overuren, maar hielden de straten van Leipzig behoorlijk begaanbaar. De gehele dag hadden ze op het bureau de beelden bekeken van de beveiligingscamera's van The Rising, maar ze waren niets wijzer geworden. Helaas. Daarna werden de foto's bekeken van Edgar, genomen binnenin de discotheek. Er waren een aantal plaatjes van Liz te zien, maar ook dit maal zonder enige tip waaroe kon leiden waar ze naar zochten. Uit de lijkschouwing was gebleken dat de ernstige verwondingen waarschijnlijk doormiddel van een koevoet was aangebracht. Verder ontbrak er elk spoor van vingerafdrukken, haar, speeksel of bloed van de dader. Het bleek zelfs dat Liz zich niet eens had kunnen verdedigen. Het arme kind. Het zat Claudia niet lekker. Ze waren volkomen aangewezen op de foto's.
'Het zal mij benieuwen?' Zuchtte Naceer, terwijl hij zijn kraag recht trok over zijn kobalt blauwe colbert.
Claudia keek hem vragend aan  'Denk je nu echt dat hij met aanwijzingen komt?'   Ze schudde haar hoofd heftig heen en weer. 'Echt Naceer, we werken nu al een aantal jaar samen, maar dit is één van je vreemdse acties tot nu toe. En vergeet niet:  erg ongeloofwaardig!' Ze wilde het niet onder stoelen of banken steken. Trouwens, het deed hem weinig. Er ontstond slechts een lachje op zijn gezicht en hij trok een donkere wenkbrauw op. De zoemer ging en ze stonden op. Naceer voorop. Ze liepen de smalle gang door en stapte het kamertje binnen. Mick zat achter zijn eenvoudige bureau en zag er vermoeid uit. Donkere kringen onder zijn bruine ogen, omlijsten zijn smalle gezicht. Hij keek traag op, maar begroette hen uiterst vriendelijk en Claudia merkte meteen dat zijn nieuwsgierigheid omtrent de zaak toenam. Hijrechtezijn rug en schoof zijn volle beker koffie opzij, mogelijk om plaats te maken voor de foto's. De ziener had iets vreemds, wat haar eerder al was opgevallen, maar nu was het haast raar. Ze zou goed op hem letten als hij de foto's bestudeerde. Waarom hij haar een raar gevoel gaf, wist ze niet. Op een vreemde manier voelde ze zich tot hem aangetrokken en wilde meer van hem weten.
'En.... wat hebben jullie voor me?' Mick stak zijn handen gespreid boven zijn bureau en wachtte verwachtingsvol af. Hij keek van Naceer naar Claudia. Ze voelde een lichte rilling langs haar nek omhoog kruipen. Misschien was het dit gevoel dat haar collega ook had in het bijzijn van de ziener, waardoor het haar duidelijk werd waarom hij zo veel vertrouwen in hem had. Voor haar was dat echter niet genoeg. Ze wilde harde bewijzen. Duidelijk aanwijzingen. Grijpbaar. Echt. Niet van dat zweverige gedoe van ik zie, ik zie wat jij niet ziet of abacradabra ik praat met de doden. Het ging haar om feiten. De zaak moet opgelost worden en het ergerde haar dat ze nog geen enkele aanwijzing hadden gevonden.
Naceer bukte en pakte uit zijn koffer de desbetreffende map, waar de foto's netjes waren gesorteerd en legde deze op het bureau.
'Het was een hele klus, Mick.' Zei hij daarbij.
Mick knikte beschuldigend zijn hoofd. 'En dat spijt me zeer, rechercheurs. Ik snap dat het makkelijker was geweest om de foto's op een stick mee te nemen. Maar helaas wekt mijn gave het best met echte foto's.' Zei hij daarna vriendelijk.
Claudia zuchtte ergerlijk, waardoor hij opkeek.
'Nogmaals mijn verontschuldiging, maar de wereld van de technologie is een wereld op zich. Teveel data en hadware die het mij onmoglijk maken verder te zien dan u wilt.' Sprak hij rustig. Ze merkte dat ze opkeek en haar ergenis liet varen. Hij knikte haar nogmaals toe en vouwde nog net niet zijn handen voor zich, ter betuiging tot spijt. In plaats daarvan klapte hij in zijn handen om de stilte te verbreken en vroeg luchtig,
'Zullen we dan maar eens kijken wat we hier hebben?' Hij opende de map en meteen bij het eerste plaatje zag Claudia dat zijn puppillen zich verwijderde om weer in te krimpen. Ze keek even naar Naceer om te zien of het hem was opgevallen, maar hij zat in spanning te wachten en bekeek de plaatjes mee. Claudia richtte haar blik weer op Mick, die het zichtbaar warm scheen te krijgen. Hij schraapte zijn keel en trok aan het bovenste knoopje van zijn overhemd, maar hield zijn blik op de foto's. Een bizar schouwspel maakte zich waar vlak voor haar ogen. Na wat voor Claudia een lange tijd leek, keek hij hen eindelijk aan.
'Ze had een fotocamera bij zich. Wist u dat, rechercheurs?' Vroeg hij.
'Nee, dat wisten we niet.' Naceer gaf antwoord en keek Claudia daarna aan. Ze knikte slechts terug.
'De vraag is natuurlijk waar de camera gebleven is.'  Hij zuchtte daarbij en wilde zijn koffie pakken, maar bedacht zich en leunde in plaats daarvan achterover.
'Ik denk dat als jullie de camera vinden, de dader ook weet te achterhalen.' Zei hij pienter.
'Dus u gaat er vanuit dat de dader de camera heeft?' Vroeg Claudia. Langzaam had ze haar mening betreft het zweverige gedoe bijgesteld. De info dat het slachtoffer zelf een camera bij zich had, gaf hen wat meer hoop.
'Dat hoeft natuurlijk niet zo te zijn. Het kan heel goed dat op de locatie waar het gruwel incident zich heeft afgespeeld de camera nog ligt. Stel dat het slachtoffer de camera heeft weten te verstoppen voordat haar belager haar te pakken had. Of dat door de klap de camera uit haar handen is gevallen en de dader het totaal over het hoofd heeft gezien.' De mogelijkheden die hij opsomde berustte natuurlijk op statestieken. Het zou niet de eerste keer zijn dat een dader ongecontroleerd te werk was gegaan. De spanning en adrenaline die door het lichaam gierden tijdens de daad zijn te vergelijken met een heftige drug, daarbij heeft tijd ook een groter rol in het spel. Hij had zijn sporen goed uitgewist maar het betekende niet dat hij foutloos te werk was gegaan.
'Er is nog iets waar ik jullie op wil wijzen...' zei Mick daana en sloeg de map open bij de foto's van Liz zelf, de eerste foto's die gevonden waren. Hij sloeg een paar pagina's om en legde toen zijn vinger op een plaatje van een huis.
'Dit huis is een aanwijzing, rechercheurs.'
Claudia boog voorover om het plaatje beter te bekijken. Een vrijstaand, groot huis. Het plaatje ernaast liet een straat zien. Ze wees erop en zei sarcastisch. 'En hier kunnen we weer de technologie gebruiken, met zijn data en harware. We laten er een zoekprogramma op los en binnen luttele seconden hebben we de plaats van bestemming.' Meteen had ze spijt van haar uitspatting en voelde Naceers blik op haar rusten. Ze keek niet op, maar bleef naar de foto staren.
Had ik maar mijn mond gehouden....

Eindelijk waren de rechercheurs weg. Hij moest gapen en wreef daarna met zijn handpalmen tegen zijn ogen. Een vervelende pijn was binnengedrongen tijdens het bekijken van de plaatjes. Het was moeilijk om zijn nieuwsgierigheid omtrent de zaak te verbergen en meerder malen voelde hij de blik van rechercheur Zweinsteiger op hem prikken. Ze wantrouwde hem en dat maakte haar aantrekkelijk, dacht hij toen hij opstond en zich verzette tegen een lichte duizeligheid. De camera die Liz bij zich droeg had hij gezien achter de rand van een foto die gemaakt was in de discotheek. Liz stond zelf niet op het plaatje. Wat had dit te betekenen? Wat wilde ze duidelijk maken? En al helemaal niet onbelangrijk: waarvan kon ze hemen waarom kon hij haar niet? Zoveel vragen zonder antwoorden, en dan die vreselijke vermoeidheid. Als hij thuis was zou hij vroeg te bed gaan, bedacht hij zich terwijl hij zijn colbert aantrok. Hopelijk vinden ze de camera van Liz. De aanwijzingen die daar misschien op stonden, kon hij slechts naar gissen. Maar hij was benieuwd of er plaatjes voor hem opstonden. Voorlopig moest hij eerst eens in zijn eigen verleden gaan graven. Hij zou de waarschuwing van Liz serieus nemen.
Hij stapte zijn kantoor uit en liep een smalle gang door waar hij aan het eind de deur rechts nam. Opnieuw strekte een gang zich voor hem uit. Hij zou zijn foto's moeten inzien. Alle foto's die hij nog had. Onbewust stapte hij sneller de gang door en ging aan het einde een deur door, na deze geopend te hebbben met zijn pas.

Mick stapte zijn woonkamer binnen en liep direct naar de achiefkast, in de hoek van de kamer. De deurtjes waren niet op slot, want veel bijzonders of spullen van waarde had hij niet. Onderin de kast stond een grote kartonnen doos. Een doos met herinneringen. Hij nam hem mee de woonkamer in en plofte op zijn lichtbruine, leren bank.
Zoek in oude foto's...
De gering aantal foto's die hij in de doos bewaarde kende hij al, maar misschien had hij iets over het hoofd gezien.
De meeste plaatjes waren gemaakt toen hij nog kind was en in het ziekenhuis lag. In een groot wit ziekenhuisbed, met achter hem verschillende monitoren en infusen, die hem in bewaakten en in leven hielden. Niet alles van die periode herinnerde hij zich. Sommige foto's wist hij niet eens meer of hij het werkelijk had meegemaakt en of hij het wel was op het plaatje. Het waren verschillende plaatje waardoor hij verhelderd werd en zich plotsklaps vagelijk iets herinnerde. Een moment van een aanraking met de werkelijkheid. Het was een nare tijd geweest en van voor het ongeluk wist hij niets meer. Zijn ouders zouden ook zijn gestorven tijdens een tragisch ongeval. Ze wisten niet of hij nog broers of zusters had en hij wist niet meer wie hij was.
Mick gaapte en voelde zijn oogleden zwaarden worden.
Hij keek naar zichzelf zonder zich te herkennen. Slangen die zijn neus in gingen en zijn armen binnendrongen, terwijl de zuster slingers had opgehangen voor zijn tiende verjaardag.
Mick keek nog eens goed. Op de foto zag hij da naast zijn bed een verzorgingskar stond. Daarop stond een klein vierkant spiegeltje, die hij altijd gebruikte om de wonden achter op zijn hoofd en in zijn nek te bekijken. De verpleegster had het hem gegeven, herinnerde hij zich. Maar wat hem verontruste was de persoon die hij in het spiegeltje zag. Het was een dokter, aan zijn dokterjas te zien. Maar op een foto van Edgar Kümer, waar deze man net niet opstond, had hij deze persoon ook gezien. In de discotheek...
Wel godver.. wie ben jij?
Hij voelde zich duizelig worden en moest plotseling de groots mogelijke moeite doen om zijn ogen open te houden. Die verdomde vermoeidheid.
Toen hij zich languit op bed liet vallen en nog meer vragen omtrent de geheimzinnige peroon op de foto door zijn hoofd spookte, hoorde hij dat er iemand binnen kwam en de deur dicht deed.
Mick's hart sloeg over van de schrik. Wie kwam daar zomaar binnen? Hij moest opstaan... hij moest wakker blijven.... en zich verdedigen... maar het lukte niet. De wereld werd langzaam kleiner en donkerder, terwijl paniek door zijn lichaam gierden. Hij wilde schreeuwen om hulp, maar er kwam geen geluid uit...
Hij kon nog net zien dat er een schim zijn kamer binnen kwam en over hem heen boog.
Toen werd alles donker.

photoview #Netties2017 Where stories live. Discover now