Hoofdstuk 79

207 36 26
                                    

Ik durf niet. Ik durf niet naar binnen. Ik durf hem niet te zien. Ik kan hem niet zien. Zometeen zit hij onder de schrammen, wat als hij er vreselijk uitziet.

Ik kijk door het raampje de kamer binnen, Cecile is alvast gegaan. Ze staat voor Davids gezicht dus ik heb geen idee hoe erg hij eraantoe is qua uiterlijk.

Als Liv naast me komt staan, laat ik mijn hoofd zakken. "Wil je niet naar binnen?"

"Ik weet niet of ik hem zo wil zien," Zeg ik eerlijk. "Wat nou als hij het echt niet redt," Mijn stem breekt door de gedachte, wat als die ruzie ons laatste moment was.

"Daar moet je niet aan denken," Probeert ze me te troosten. Het is wel zo, ik moet er niet aan denken. Maar ik moet er wel rekening mee houden dat het zou kunnen gebeuren.

Cecile kijkt achterom naar Liv en mij, op dat moment besluit ik om toch naar binnen te gaan. Ik zou het mezelf nooit vergeven als ik nu wegloop.

Langzaam loop ik naar het bed toe waar Cecile nog naast zit. Zodra ik nog maar een paar meter van het bed vandaan ben, staat Cecile op. Ze glimlacht lief naar me en loopt de kamer uit.

Nu ben ik dus alleen met David, hoe lang ga ik het nog droog houden?

Ik kijk als eerst naar zijn gezicht, hij heeft een nekbrace om en veel schaafwonden in zijn gezicht. Als je het zo ziet valt het mee, maar als je verder denkt en beseft dat hij een hersenkneuzing heeft, is het heftig.

Ik ga op de stoel aan het bed zitten en pak uiteindelijk zijn hand. Zijn hand is koud, kouder dan normaal. Normaal heeft hij warme handen, nu niet.

Hoe langer ik naar zijn gezicht kijk, hoe meer herinneringen ik krijg. Herinneringen met hem. Herinneringen die me altijd bij zullen blijven. Of het nou goed komt of niet.

De eerste keer dat ik hem zag en hij Mason al gelijk zat af te zeiken. De keren dat hij beschermend over mij was, omdat hij af en toe ook nog eens jaloers is. Die ene keer in de bezemkast op school. Onze eerste keer.

Maar ook de ruzies. Zijn fouten. Mijn fouten. Onze fouten. De fouten.

Alles. Maar alles was het waard om uiteindelijk alles te hebben.

Als hij het redt. De gedachte dat hij het hoogstwaarschijnlijk niet redt, geeft me kippenvel. Ja, ik denk er veel te vaak aan, maar je kan het toch niet uitsluiten. Je kan niet naïef zijn en zeggen dat het goed komt. Want misschien komt het niet goed en dan is het een verbroken belofte.

Beloof nooit iets. Niet als je diep van binnen weet dat je het niet waar kan maken, of dat het überhaupt niet waar gemaakt kan worden.

Het is valse hoop. Beloftes zijn valse hoop wat je jezelf of een ander geeft.

Zodra er iets nats op mijn hand valt, kom ik uit mijn gedachten. Ik kijk naar mijn hand die om die van David gewikkeld is.

De traan op mijn hand was de sleutel voor de opkomende tranen en mijn blik naar mijn hand was het slot. Aangezien een sleutel in een slot past, zijn de tranen bevrijd en gaan ze hun vrije wil. Stromend naar beneden door de zwaartekracht.

Het is raar dat alles ineens kan veranderen. Één ruzie. Als die ruzie er niet was geweest, was hij niet weggegaan.

Maar hij had me ook kunnen geloven toen ik zei dat ik niks met Daniel heb, dan had hij ook niet weg hoeven te gaan.

"Heb je misschien enig idee wie hem heeft kunnen aanrijden?" Vraagt iemand ineens achter me. Ik veeg mijn tranen weg en kijk over mijn schouder heen. "Had hij ruzie met iemand? Of andere problemen?"

Ruzie met mij, ja. Problemen? Daniel? Zoey? Misschien Mason ook wel, als hij Kate heeft laten vermoorden 'voor mij'.

Maar niks is zeker, dus ik schudt mijn hoofd.

"Geen ruzie de laatste tijd?" Fronst de arts.

"Wij hadden ruzie de laatste dag," Geef ik toe.

"Was daar iemand bij betrokken?"

"Het ging over iemand, maar hij was er niet bij," Denk ik terug aan de ruzie over Daniel. En wat Daniel me allemaal heeft gezegd.

"Hij? Een jongen die tussen jullie inkwam?"

"David dácht dat hij tussen ons inkwam," Rol ik mijn ogen met de nadruk op dacht. Want het is niet zo. Daniel komt niet tussen ons in. Niemand niet. Alleen de dood. Misschien.

"Hoezo dacht hij dat?" Vraagt de arts nieuwsgierig.

"Omdat hij ons heeft gezien," Vertel ik subtiel.

"Wat waren jullie aan het doen," Duidt hij op dingen die niet gebeurt zijn. Tenminste niet met Daniel.

"Gewoon praten," Bewijs ik hem het tegendeel van wat hij denkt.

"Waarover?"

Man, deze arts is echt nieuwsgierig.

"Dat is nogal privé," Antwoord ik en draai me weer naar David die nog altijd met gesloten ogen ligt.

"We moeten het weten om erachter te komen wie David heeft aangereden,"

Het valt me op dat hij nu al twee keer het woord aanrijden of aangereden heeft gebruikt, hij is toch zelf dronken de auto ingegaan?

"Was het geen ongeluk?" Vraag ik en kijk de arts weer aan.

"Nee. Hij is van de zijkant geschept. En aangezien hij het niet redt, is er dus iemand waar de politie naar op zoek is."

Aangezien hij het niet redt.

Horen artsen je niet juist te vertellen dat het goed zal komen? Horen ze je geen beloftes te geven?

Deze niet, deze geeft je de harde waarheid. Die ik wist, maar niet wou horen.

De arts beseft wat hij zojuist heeft gezegd en loopt beschaamd de kamer uit. Ik keer me weer tot David en laat de feiten tot me indringen. Hij gaat het niet redden. Iemand heeft hem aangereden, misschien met opzet, misschien niet. Maar iemand heeft hem aangereden en hij gaat het niet redden.

Weer stromen de tranen over mijn wangen. Ik buig over de rand van het bed en laat mijn hoofd rusten op Davids buik.

Ik kan het niet aan. Ik kan het niet hebben dat ook hij doodgaat. Eerst mijn ouders, dan mijn vriendin, en nu de enige die mijn dag elke keer weer goed kon maken, en ruïneren. Maar toch de enige waar ik dit gevoel voor heb. En altijd voor zal hebben.

Hij moet vechten. Vechten voor zijn leven. Ik heb hem nodig. Meer dan ik ooit gedacht had. Meer dan ik ooit gewild had. Maar ik heb hem nodig, meer dan wie dan ook.

Ik breng mijn hoofd naar zijn hoofd en druk een kus op zijn voorhoofd. Dan ga ik met mijn hoofd naar zijn oor. "Kom terug," Fluister ik door de tranen heen.

Dan laat ik hem los en loop ik de kamer uit. Met moeite.

Revenge (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu