2. Afscheid nemen bestaat niet.

864 29 21
                                    

"Lieve Eva,
Afscheid nemen bestaat niet.
Ik ga wel weg, maar verlaat je niet.
Lief, je moet me geloven.
Al doet het pijn.

Ik wil dat je me los laat.
En dat je morgen weer verder gaat.
Maar als je eenzaam of bang bent.
Zal ik er zijn."

Bij de eerste paar zinnen van de brief rollen de tranen al oncontroleerbaar over haar wangen. Nu, precies twaalf maanden later, heeft ze pas de moed bij elkaar weten te schrapen om de brief te lezen. Een jaar geleden was ze haar partner, beste vriend en geliefde verloren. Hij was in een auto ongeluk terecht gekomen onderweg naar zijn werk. Zij was die dag vrij geweest. Hij zou haar bellen tijdens de lunch, maar nooit heeft ze wat van hem gehoord. Eerst dacht ze dat hij druk bezig zou zijn met iets, dat hij geen tijd had gehad om te bellen. Toen hij s'avonds ver na zijn werktijd nog niet thuis was gekomen, had ze hun baas gebeld. Die had haar op de hoogte gebracht van het feit dat hij nooit op het bureau was aangekomen.

"Kom als de wind die je voelt en de regen. Volg wat je doet als het licht van de maan. Zoek me in alles dan kom je me tegen.
Fluister mijn naam, en ik kom eraan"

Alle alarmbellen waren in haar hoofd gaan rinkelen. Ze was gelijk begonnen met het bellen van alle ziekenhuizen. Bij het derde ziekenhuis was het raak. Een man was 's ochtends vroeg binnengebracht. Floris Wolfs, stond er op zijn politiebadge. Ze was zo snel mogelijk in de auto gestapt, om naar hem toe te gaan. Hij lag in coma op de intensive care. Zwaar hoofd-, en inwendig letsel was hem niet bespaard gebleven.

"Zie wat onzichtbaar is. Wat je gelooft is waar.
Open je ogen maar, en dan zal ik bij je zijn. Alles wat jij moet doen.
Is mij op m'n woord geloven."

Binnen tien minuten stond ze aan zijn bed. Zijn hand in de hare. De tranen volgden hun eigen weg over haar wangen. Kritiek, zijn toestand was kritiek. Hij was in levensgevaar. Mocht hij ooit nog bijgekomen zijn, zou hij niet meer hetzelfde geweest zijn. Dat had zijn arts haar net verteld.

"Kom als de wind die je voelt en de regen. Volg wat je doet als het licht van de maan.
Zoek me in alles dan kom je me tegen. Fluister mijn naam. En ik kom eraan."

Zes dagen lang had ze aan zijn bed gezeten. Zijn toestand was alleen nog maar verslechterd. Al de hoop die ze in zich had gehad was langzaam weggeëbd. Hij moest nu zelf keihard gaan vechten, hij was uitbehandeld. De artsen hadden alles geprobeerd. Operatie na operatie, medicijn na medicijn. Niets had geholpen. Hij vocht, dat wist ze zeker. Hij vocht voor haar. Hij zou haar niet alleen achter willen laten, hij kon niet zonder haar. Dat wist ze. Dat gevoel was geheel wederzijds. Zij kon niet zonder hem, en hij niet zonder haar. Zij waren voor elkaar gemaakt.

"Wat je ook doet. Waar je ook gaat.
Wanneer je me nodig hebt.
Fluister gewoon mijn naam.
En ik kom eraan."

Ze wist dat het zo niet verder kon. Hij vocht voor haar een onmogelijke strijd. Hij was geen opgever. Hij ging door tot hij niet meer verder kon. Hij zou niet gaan voor hij wist dat zij er oké mee was, ze hem zou vertellen dat alles goed zou komen met haar.
Dat is wat ze besloot te doen. 'Lieve Floris. Het is oké. Stop met vechten als je denkt dat je dat moet voor mij, ik red me wel. Ooit zal ik je weer tegenkomen, en dan blijven we samen voor altijd. Geef je een kus aan Fleur van mij? Ga nu maar, ik hou van je.' Zacht drukte ze een kus op zijn lippen, met haar hand op zijn wang. Haar voorhoofd rustend tegen dat van hem. 'Ik hou van je.' Fluisterde ze nog een laatste keer tegen zijn lippen. De monitor naast haar was na een paar minuten gestopt met het piepen op het ritme wat hij de afgelopen dagen constant had gedaan. Een lange, oorverdovende piep volgde. Hij had écht gewacht op haar bevestiging. De tranen biggelde over haar wangen, waarna ze na enige seconden op het bed vielen. Hij was nu écht voorgoed weg.

"Ik hoop met heel mijn hart dat jij deze brief niet eerder leest dan ik de jouwe. Een lange tijd geleden hebben we afgesproken beide een brief te schrijven, mocht het ooit mis gaan. Je leest deze brief nu toch omdat ik het gevecht niet heb kunnen winnen. Ik schrijf deze brief met de tranen in mijn ogen. Wetende dat wanneer jij dit leest, ik jou in de steek heb moeten laten. Ik zal voor je hebben gevochten, met heel mijn hart, maar helaas zijn niet alle gevechten te winnen. Zorg goed voor jezelf, Eva. Ik zal voor altijd in jouw hart zitten. Lieve Eef, ik houd van je met heel mijn hart, onthoud dat alsjeblieft goed.

X Wolfs."

Korte Flikken Maastricht verhaaltjesWhere stories live. Discover now