H5 Frankie

1.1K 89 11
                                    

De verlossende bel galmt door het lokaal. Dit keer zat ik wel naast Lucy waardoor we gezamenlijk het lokaal uitlopen. Elke maandag en donderdag hebben we Cheerleader training. Als het aan mij lag was ik voor geen goud een cheerleader geworden. Maar ik werd overgehaald door Lucy. Ze zei dat ik heel lenig was en het echt iets voor mij is. Soms twijfel ik daar wel aan. Bij de cheerleaders zijn vooral van die “Barbies”. Ik noem ze meestal gewoon poederdozen. Maar ik zeg het nooit hardop. Zo ben ik eenmaal. En ik weet niet zeker of ik het ook zo wil houden.

Op woensdag hebben Lucy en ik meestal Dansles. Dansen vind ik veel leuker. Het is een uitlaatklep voor je gevoel. Je danst op je gevoel. Dat is het fijnste aan dans. Iedereen kan het, maar gewoon niet even goed. Als je bijvoorbeeld een wedstrijd hebt gewonnen, doe je een vreugdes dansje. Dan uit je de vreugde.

Terwijl we lopen staat Lucy de hele tijd tegen me aan te kletsen. Het is net als altijd. Ze praat over allerlei koetjes en kalfjes die voor mijn part nogal oninteressant zijn. Niet dat Lucy en ik überhauft over interessante dingen praten.

'Weet je dat er misschien nieuwe cheerleaders komen? Wij mogen ze keuren. We moeten trouwens nog een nieuwe routine bedenken.' zegt Lucy bedachtzaam. Ik knik afwezig. We lopen de kleedkamer binnen en trekken onze pakjes aan. Het is en kort rokje, dat bijna tot onze knieën komt. Andere meiden hebben het rokje natuurlijk korter gemaakt. Maar ik natuurlijk niet. Ik schaam me dan teveel, en stel je voor dat de pers dan een foto maakt? Dan heb ik problemen met mijn ouders.

Boven het rokje draag ik het Cheerleader shirtje. Het komt tot aan mijn navel, waardoor je een klein stukje van mijn buik kan zien. Het pakje is wit met blauw, waar met gele letters “East Tigers”op staat. Ja, ons rugby team heet: The East Tigers. Onze school heet namelijk: Easter High. Niet origineel, maar dat is ook niet nodig.

Lucy trekt me het veld op waar al bijna iedereen staat. Lucy en ik zijn beide de coal-cheerleaders. Geen idee hoe het zover is gekomen, maar dat maakt nu even niks uit. We lopen naar de rest toe en gaan vooraan staan.

We doen de oude school routine, die van vorig jaar, totdat het helemaal foutloos gaat. Er gebeurd als normaal niet veel. Soms voelt het zelfs saai worden, dat leven van mij. En dan wil ik een beetje avontuur. Terwijl ik toch weet dat dat avontuur toch nooit zal komen. Ik bedoel, ik ben Frankie. Ik zou avontuur niet aan kunnen. En vooral ook niet durven.

Niet veel later is het cheerleader uur voorbij en vertrek ik al naar huis. Lucy vertrekt met Charlie naar haar huis. Ik pak mijn lichtblauwe fiets en haal hemvan het slot. Ik spring er behendig op en begin te fietsen. Ik voelde wind in mijn gezicht waaien waardoor mijn haar naar achteren vliegt. Mijn zomerjurkje begint een beetje te wapperen, maar meer niet. Zo snel dat de wind kwam, gaat de wind weer liggen. Waardoor ik probleemloos verder fiets.

Aangekomen bij ons huis, zet ik de fiets tegen het huis aan. Want die word toch door een paar bediendes gelegd waar die hoor te liggen. Ons huis is trouwens in een woonwijk met allerlei andere villa's. Ze zijn allemaal wit, en bijna hetzelfde. In andere woorden: Saai. Alle huizen hebben 4 verdiepingen, inclusief zolder. Niet dat je het een zolder kan noemen, het ziet er meer uit als een grote open ruimte, waar allerlei spullen liggen. En met groot, bedoel ik ook heel groot. Er liggen ook niet veel spullen, dus gebruik ik het als dansstudio. Er staan boxen en een hele geluidsinstallatie. Ook een laptop waarmee je alle liedjes kan luisteren die op internet staan. De vloer is net als in het hele huis van het gladde hout. Het ziet er heel gezellig uit, als ik het mag zeggen. Er hangen in de gangen allerlei schilderijen. Abstract, maar ook een paar met echte dingen die bestaaan erop. De mooiste vind ik degene met een wit kasteel erop. Het lijkt op het schilderij ver weg. Daarvoor zie je een meisje met een blauwe jurk en zwarte haren. En ze heeft bijna een sneeuwwitte huid. Haar blauwe jurk komt bijna tot haar knieën en wappert in de wind. Ze heeft een lichtbruine mand in haar handen, die ze met haar armen slap langs haar lichaam laat liggen. Het heeft een magische uitstraling om zich heen. Daarom is het mijn favoriet.

Op een wond moet een pleisterDove le storie prendono vita. Scoprilo ora