'Look into my eyes, it's where my demons hide' - Imagine Dragons, Demons
................................................
Mijn voeten knisperen over de droge grond van de onverharde weg. Mijn handen zitten diep weggestoken in de zakken van mijn gewaad, de rechter mijn toverstok omklemmend. Mijn haar zit in een vluchtige knot gebonden en kleine zilveren oorbellen zwaaien zachtjes heen en weer in mijn oren. Om mijn nek hangt een zilveren ketting, met een zwierige 'Z' als bedeltje. Het danst op en neer bij elke pas die ik zet.
Ik mag hier niet zijn en dat weet ik maar al te goed. Perkamentus heeft het me streng verboden om op bezoek te gaan bij Harry, tegen beter weten in. Hij weet dat hij me niet tegen kan houden. Hij weet dat ik hier loop, onzichtbaar voor hen, die onwetend zijn over de kracht van magie.
Het is verschrikkelijk warm en droog buiten, maar dankzij de ketting van mijn familie heb ik er geen last van. Dankzij de ketting zou ik zelfs nog een winterjas aan kunnen. De tuinen waar ik langs loop, zijn verdord en niemand denkt er ook maar over na om naar buiten te gaan in deze hitte. Niemand, behalve een tengere jongen en een groepje vandalisten.
Harry zit op de schommel, ongeveer honderd meter verderop, buiten mijn gezichtsveld. Echter zie ik aan de andere kant van de straat wel een groepje jongens aan komen lopen. Een groepje, dat me nog veel pret gaat bezorgen.
Ik duik achter een boom en maak mezelf zichtbaar. Dan zet ik de capuchon van mijn gewaad op en loop weer verder de straat in. Hoe verder ik loop, hoe duidelijker ik de jongens kan onderscheiden. Het is een groepje van zeven jongens, sommige tenger en klein, anderen groot en breed. De meest opvallende van allemaal is Dirk Duffeling. Ieder normaal kind zou niet in aanmerking met het setje willen komen, maar helaas voor hen ben ik niet normaal.
Ik kijk naar de grond terwijl ik de groep nader, wetende dat ik binnen gehoorveld van Harry ben. Ook de jongens zijn nu nog maar een tiental meters bij me vandaan en hebben me zien lopen. Door mijn ongewone kledingkeuze, hebben ze het idee gekregen om er opmerkingen over te maken.
'Hé, jij, freak!'
Ik kijk niet op, maar versnel ook mijn pas niet. Ik loop gewoon rechtdoor, langs de jongens. Ik weet dat Harry ons aandachtig nu volgt met zijn ogen, zich afvragende waarom het silhouet van die onbekende persoon hem zo herkenbaar is.
'We praatten tegen je, trut,' roept een van de jongens. Nog steeds weet ik mijn blik afgewend te houden. Ik loop langs Dirk Duffeling, maar ver kom ik niet. Hij geeft me een harde duw naar achter en ik verlies mijn evenwicht. Ik val op de grond, maar kom niet hard neer. Zachtjes leg ik de laatste paar centimeters naar de grond af, maar dat zien de jongens niet. Ze komen om me heen staan.
'Waar denken we heen te gaan? Een heksenkring?' klinkt de zware stem van Dirk boven me. Ik kijk onder mijn capuchon door naar de jongens. Ze kunnen mijn gezicht niet goed zien en het ergert ze overduidelijk. Het elastiekje in mijn haar laat ik stilletjes verdwijnen, maar mijn haar blijft in mijn capuchon verborgen.
Dan zie ik door de benen van een van de jongens eindelijk de gestalte naar wie ik op zoek was. Harry kijkt voorzichtig de hoek van de straat om, nieuwsgierig naar wat er gebeurt en vangt mijn blik. Hij blijft me aankijken en ik zie hem de puzzelstukjes proberen te vinden. Ik besluit hem niet langer te laten denken.
Harry, ik ben het.
Zijn mond valt een stukje open, maar vormt zich dan in een grote grijns. Een grijns die zegt dat hij blij is zijn vriendin weer eens te zien, maar ook een grijns die vertelt dat hij heel benieuwd is naar hoe dit gaat aflopen.
Dan bukt er opeens iemand in mijn gezichtsveld, die mijn zicht op Harry verspert. Ik herken hem als Pieter Pulking, een van de meer tengere jongens. Hij is al jaren een vriend van Dirk en probeert onder mijn capuchon door te kijken.
'Hebben we onze tong verloren? Moeten we hem er weer in slaan, is dat wat je wil?' vraagt hij dreigend. Voor het eerst laat ik iets van aanwezigheid blijken en mijn mond vormt zich in een sluwe grijns. Hij ziet het en staat toch enigszins verbaasd weer op.
Ook ik hijs me weer op mijn voeten en richt mijn hoofd nu omhoog. Achter me wordt opeens mijn capuchon van mijn hoofd getrokken en mijn lange blonde haren vallen over mijn schouders heen. In het zonlicht krijgen ze een gouden kleur en lijken ze licht te geven. Ik kijk de jongens een voor een aan, waarbij ik langzaam een rondje in de kring draai. Allemaal lijken ze verrast door mijn uiterlijk. Ze verwachten een lelijk, vaag meisje, maar ze krijgen een verre afstammeling van een Glamorgana. Even lijken ze onzeker over hun keuze om mij te treiteren, maar ze zijn nu eenmaal begonnen, dus nu kunnen ze ook niet meer stoppen.
Er was eentje die ik nog niet aangekeken had. Eentje, die het waagt om mij een harde duw te geven. Bijna verlies ik weer mijn evenwicht, maar blijf dit keer op mijn voeten. Ik weet wie me duwde en de grijns op mijn gezicht is nog niet verdwenen. Met een kalmte, die alleen de vogels met hun gezang kunnen brengen, draai ik me om richting de leider van het groepje.
De kalmte die ik uitstraal, maakt de jongens ongemakkelijk. Normaal rennen hun slachtoffers gillend weg. Normaal zijn zij de baas over de wijk. Normaal beslissen zij wat er gebeurt. Maar zoals ik al zei; ik ben niet normaal.
Mijn blauwe ogen boren zich in die van Dirk. Ik zie alle gedachten door hem heen schieten. Ik voel zijn verwarring, terwijl hij me bekijkt. Terwijl zijn houding verslapt, recht ik mijn rug. Ik zie zijn lichaam gevuld worden met een gevoel van ongemak, een gevoel van angst. Hij weet nog niet waarom en waarvoor hij bang is, maar dat zal niet lang duren.
Dan trek ik voor het eerst mijn mond open.
'Herken je me nog, Dirk Duffeling?' zeg ik met een duidelijke heldere stem. Zijn naam klonk spottend en ik weet zeker dat iedereen die spot gehoord heeft. Terwijl ik mijn ogen weer even over de groep laat glijden, zie ik bij sommigen hun blik weer verharden. Ik heb hun leider bespot en dat is niet iets wat kan worden geaccepteerd. De enige, die niets lijkt te willen doen, is Dirk zelf.
Hij kijkt me lang aan, met een vragende blik. Ik zorg dat hij de enige is, die mijn ogen ziet en laat ze dan vluchtig van kleur verschieten. Dirks ogen verwijden zich tot kleine schoteltjes en ik zie de herkenning zijn lichaam in glijden. De herinneringen aan de laatste keer dat hij me zag, toen we Harry gingen ophalen voor het WK met Fred en George, schieten door zijn gedachten. Onbewust zet hij een stap achteruit. Zijn stem klinkt onzeker als hij spreekt.
'Jij.'
...........................................
Ik vond dit echt een heel leuk deel om te schrijven en hij is dan ook iets langer dan normaal, maar dat vinden jullie vast niet erg :)
Wat denken jullie dat Kate gaat doen? Laat het weten xx

YOU ARE READING
Katelynn Mergel
FanfictionSEQUEL OP SLYTHERIN GIRL!! Jaar vijf is aangebroken voor Kate, die steeds meer moeite krijgt om haar echte naam geheim te houden. De tovenaarswereld verduistert nu Voldemort aan de macht komt. Ook op Zweinstein is dit te merken en Kate wil alles op...