bij jezelf uit de kast komen; er is een jongen in mijn kast

105 22 7
                                    

voor de community die zoveel voor mij heeft betekend en me zoveel heeft geholpen dat ik voor altijd in de schuld sta. alvast een fijne pride maand!

bij jezelf uit de kast komen/er is een jongen in mijn kast

ik loop langs de kleren heen. het is donker en een muffe geur dringt mijn neus binnen. mijn adem is versneld en ik grijp naar mijn borst. ik moet eruit.

ik open de deuren op een kier en kijk naar het bureau wat naast de kast staat. ik zie iemand zitten. zijn haar kort en zijn lichaam bedekt met een zwarte hoodie en skinny jeans. hij is bezig aan zijn huiswerk. zijn handen zitten in zijn haar en hij lijkt zich te irriteren aan de woorden die op het papier voor hem staan.

ik steek mijn arm door de kier heen. de bureau stoel kraakt en de jongen draait zich naar me toe. ik kijk terug naar hem. zijn lichaam bedekt met roze kleuren. zijn gezicht schreeuwt 'zij' zijn lichaam 'haar', maar zijn ogen schreeuwen 'hem'.

voor een moment legt hij zijn handen op de klinken van de kast deuren. hij lijkt even te aarzelen maar schudt uit eindelijk zijn hoofd. de jongen duwt mijn arm terug de kast in en sluit de deuren.

de volgende ochtend komt het lichaam van de jongen met een klap op de grond neer. ik hoor zijn gevloek terwijl hij opstaat. zonder de deuren al teveel te laten kraken open ik ze weer. de jongen staat ondertussen voor de spiegel naast zijn boekenkast. in zijn handen heeft hij een zwarte broek en opnieuw de zwarte hoodie.

hij trekt zijn hemd uit en kijkt naar zijn lichaam wat alleen nog maar wordt bedekt door zijn onderbroek. ik hoor hem zuchten en zie hoe hij zijn handen naar zijn borsten brengt. hij drukt erop in een poging ze plat te krijgen, de borsten wijken enkel uit naar de zijkant. hij probeert ze naar beneden te drukken maar stopt daarmee zodra zijn gezicht overgaat van geërgerd naar pijnlijk.

met weer een zucht pakt hij twee sport bh's van de stapel en trekt ze over zijn borsten heen, vervolgens volgt een shirt met daarover heen een hoodie. hij probeert zijn lichaam in posities te duwen zodat zijn borsten haast niet opvallen, maar door de grote omvang van de twee lichaamsdelen is deze positie onmogelijk.

hij trekt zijn broek aan en kijkt voor een moment naar zijn kruis om er vervolgens een bol sokken in zijn broek te duwen. ik beweeg me en probeer de kier iets groter te maken, waardoor de deuren kraken. de jongen draait zich gelijk om. zijn gezicht staat op onweer en hij komt met stampende voeten naar de kastdeuren toe.

'ik haat je' zegt hij en hij duwt de deuren weer dicht.

die middag keert hij terug met een vriendin. samen met het meisje zit hij op zijn bed. de zenuwen zijn te zien aan zijn lichaamshouding en ik grijns. het meisje is duidelijk iets meer voor hem dan 'gewoon' een meisje.

ze lachen wat mij laat lachen. op en duur zegt het meisje 'ik zou zo met je trouwen als je een man was geweest.' ik ben zo verbaasd over de opmerking dat ik mijn grip verlies over de deuren en haast uit de kast rol was het niet dat de jongen er een slot op had gemaakt. mijn bovenlichaam valt over het slot heen maar de onderkant wordt erdoor tegengehouden.

'wat is dat?' vraagt het meisje. 'niks dat is niks'. de jongen komt naar me toegesneld. 'je verpest het altijd, doe je niet?' met die woorden duwt hij mijn lichaam weer de kast in. 'weet je zeker dat het niks is?' vraagt het meisje. 'je kan me alles vertellen, jessie, dat weet je toch?' de jongen humt en vertelt haar dat ze zich niet druk moet maken.

drie maanden van gevechten tussen ons twee is het de jongen die de deuren op een kier zet. hij gluurt naar binnen. 'wie ben jij?' klinkt zijn hoge stem. ik sta op en duw wat kleren aan de kant. zijn ogen zijn bruin van kleur. 'ik ben jou' zeg ik en leg mijn handen tegen de kastdeuren aan. 'maar je bent een jongen?' zegt hij. in zijn ogen beginnen tranen te ontstaan. 'ja.' zeg ik en ik zet iets meer kracht tegen de deuren waardoor de kier groter wordt. de jongen lijkt het niet tegen te houden. 'maar ik ben geen jongen.' zegt hij. de tranen lopen ondertussen over zijn wangen.

'is dat zo?' ik zet weer wat kracht op de deur maar het hangslot houdt het tegen. de sleutel heeft hij in zijn handen. 'ik weet het niet.' antwoordt hij. 'was jij niet de kleine jongen die hield van bob de bouwer en buiten spelen.' de jongen stopt de sleutel in het hangslot maar draait het niet om. 'maar ik was ook het kind dat hield van barbies. ik had zelfs een fucking roze kamer.'

'en wat deed je in groep 8?' werp ik tegen. 'ik verfde het blauw,' mompelt hij. 'omdat ik dacht dat is wat jongens doen.' hij slaat zijn handen tegen zijn slapen. 'ik weet het niet.'

ik glimlach en steek mijn arm door de kier heen om zijn tranen weg te vegen. 'was jij ook niet de jongen die voetbal plaatjes verzamelde ondanks dat hij niet van voetbal hield?' hij kijkt me met rode ogen aan. 'omdat ik erbij wilde horen,' mompelt hij. 'maar niet bij de meisjes, want die verzamelde nooit voetbalplaatjes.' antwoord ik. 'en ik heb je zien staan voor de spiegel, jesse. ik weet dat je voelt alsof je lichaam een gevangenis is.'

hij bijt op zijn lip. 'als ik je eruit laat, kunnen we dit dan voorlopig tussen ons tweeën houden?' ik knik. de jongen draait de sleutel om en het hangslot glijdt van de kastdeuren af. ik aarzel even maar zet dan een stap het licht in. de kast uit.

hij kijkt nog een beetje twijfelend maar slaat uit eindelijk zijn armen om mij heen. ik glimlach en laat mijn handen over hem heen gaan waardoor de roze kleur verdwijnt.

'het komt allemaal goed. je bent niet de enige.' 

morgen - poëziebundel Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu