Hoofdstuk 10

851 23 0
                                    

Nog een uurtje en dan ben ik eindelijk klaar met werken en kan ik naar Rotterdam, kerst gaan vieren met me familie. Ik werk bij Starbucks en er zijn altijd wel mensen. Ik heb altijd wel iets te doen.

?: hoi mag ik een hot chocolate classic

Nina: natuurlijk! Welke maat?

?: doe maar een grande

Nina: en hoe heet je?

Ik kijk naar de jongen en zie iets bekends

Max: max

Ik schrijf z'n naam op.

Nina: uit Rotterdam

Max: dus je bent het toch. Ik zat al te kijken

Ik begin te lachen

Nina: ik zag ook iets bekends

Hij pakt z'n portomonee en geeft geld

Max: wanneer heb je pauze?

Nina: ik ben over een uurtje alweer klaar

Max: zin om even te chillen?

Nina: euhm ja hoor

Max: oke dan zie ik je over een uurtje

Hij loopt weg. Are you kidding me? Hij was altijd de mooiste jongen van school iedereen had een crush op hem. Op de basisschool waren we bevriend, omdat onze ouders vrienden waren. Maar op het middelbaar veranderd altijd alles. We zeiden soms nog wel is hoi in de brugklas maar op en duur niks meer. Het is zeker 6 jaar geleden dat ik hem nu spreek. Ik help de andere klanten en na een uurtje ben ik eindelijk klaar. Ik loop naar achter en hang me schoort op. Ik zeg doei tegen iedereen en pak me tas en loop naar buiten. Ik zie Max al aan de overkant van de straat staan en ik loop naar hem toe.

Max: het is echt lang geleden dat ik je gesproken heb

We beginnen een beetje rond te lopen en te praten.

Nina: je bent echt niks veranderd nog steeds dezelfde humor

Max: jij nog steeds de droge Nina, en hoe is het in het liefdesleven

Nina: married with children

Hij stopt met lopen en kijkt me aan.

Nina: oh dus dit verwacht je van mij

We lachen en lopen verder.

Nina: wat doe je eigenlijk in Amsterdam?

Max: kijken voor kamers

Nina: serieus?!

Max: jaa

Nina: super leuk! Dan kom ik je elke dag lastig vallen

Max: als je je kinderen maar niet meeneem

Nina: als je die niet accepteert kunnen we geen vrienden zijn, nee maar waar ga je wonen?

Max: ik weet niet ik heb vandaag gekeken en morgen moet ik nog kijken en dan moet ik beslissingen gaan nemen

Nina: super leuk en wat ga je hier doen?

Max: studeren

Nina: oh god veel succes, ik heb 2 jaar geleden begonnen maar ik ben gestopt

Max: te veel gefeest?

Nina: denk het

Ik pak me telefoon en zie dat het 4 uur is. Ik zou om 5 uur bij mama zijn dat ga ik nooit meer redden

Nina: luister ik moet gaan ik ga voor een paar daagjes naar Rotterdam

Max: geef me je nummer kunnen we nog is afspreken

Hij pakt z'n telefoon en ik zet me nummer er in. We zeggen doei en ik loop naar huis toe. Ik pak me telefoon en whatsapp Monica dat ik niet meer rij met de trein omdat ik het niet ga halen. Ik loop me huis in en neem gelijk een douche. Ik doe me haar en make-up. Ik kijk op me telefoon en zie dat Monica het ook nooit gaat redden. We hebben afgesproken om 5 uur door te gaan. Ik doe een wit jurkje aan met zwarte hoge hakken. Ik kijk in de spiegel. Perfect. Ik pak me winterjas en me koffer en doe alle deuren op slot. Sanne en Elise zijn dit weekend al naar huis gegaan, want ze hebben toch vakantie. Ik stop alles in de kofferbak van me auto en ik ga zitten. Ik zet muziek op en doe me hakken uit en rij naar monica. Ze stapt in vloggend en ik lach.

Nina: je doet niks anders meer in je leven hé ?

Monica: nee absoluut niet

Nina: je hebt echt een super leuk jurkje aan

Ik rij weg en luister naar de navigatie.

Monica: dankje die is van loavies

Nina: hmm ik moet ook is op die site gaan kijken

Monica: jij hebt ook echt een super leuk jurkje aan

Nina: dankje alleen die kruipt heel de tijd omhoog

Monica: ja die van mij ook

Nina: a joh we zitten toch bij familie

Monica: daarom

Na een uurtje komen we eindelijk aan bij Monica haar huis.

Monica: doei dankje dat ik mee mocht rijden

Nina: geen probleem

Monica: merry christmas en als ik je niet meer zie ook een gelukkig Nieuwjaar

Nina: hetzelfde schat doei

Ze doet de deur dicht en ik rij weg naar mijn ouders ik zie dat ik word gebeld door mama, maar ik laat het gewoon gaan. Over 5 min ben ik er. Ik rij de straat in en parkeer de auto. Ik pak me koffer en cadeautjes en loop naar binnen.

Nina: hallo!

Ik zet me koffer in de gang en leg alle cadeautjes onder de kerstboom. Heel de familie is hier naar toe gekomen. We beginnen gelijk met cadeautjes.

Do i love him?  - Samuel LeijtenWhere stories live. Discover now