Epiloog

98 11 19
                                    

"When I despair, I remember that all through history the way of truth and love have always won

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

"When I despair, I remember that all through history the way of truth and love have always won. There have been tyrants and murderers, and for a time, they can seem invincible, but in the end, they always fall. Think of it--always."
-Mahatma Gandhi

Lisa keek uit over de groene vlakte, de zon stond hoog aan de hemel en een zachte wind blies haar haar voor haar ogen. In Idris was er geen sprake van smog, in tegenstelling tot Antwerpen. Afwezig draaide ze een grasspriet rond haar vingers, ze waande zich nog steeds in een droom.

Een nachtmerrie.

Elke keer opnieuw kwam het beeld van Thomas' levenloze lichaam in haar armen terug. Wat heb ik gedaan? Elke keer opnieuw teisterde die gedachte haar. Moordenaar.

Als Anna en Jonathan niet voor haar waren teruggekomen, had ze daar nog steeds gezeten. Ze herinnerde zich hoe Anna haar in haar armen had genomen, haar had gerustgesteld. En Jonathans vragende blik, gevuld met afschuw. Hoe konden ze haar ooit nog vertrouwen?

Jij bent onze familie, wat betekent dat niemand wordt achtergelaten of vergeten, had Anna gezegd.

Een zwakke glimlach trok haar mondhoeken omhoog toen ze naar Jonathan keek. Zijn witblonde haren wapperen als een stralenkrans rond zijn hoofd. Hij had zijn hand geruststellend op de hare gelegd. Zijn ogen gefocust op de brandstapel aan de heuvel. Met moeite rukte ze haar blik los van hem, de menigte stond rond de stapel houtblokken.

Een oude vrouw, gekleed in het wit – de typische rouwkleding van de schaduwjagers – had een fakkel in haar handen. De brandstapel lichtte op en de lucht vulde zich met as.

Dat moest Thomas' oma zijn, dacht ze. De arme vrouw was al door zoveel rouw en verdriet moeten gaan, nu moest ze haar laatste kleinkind ook afgeven. Dat was haar schuld.

De vlammen hadden zich over de gehele brandstapel verspreid, in het midden kon ze de witte doeken zien waarin de Stille Broeders Thomas hadden gewikkeld. Ze huiverde, was ze laf om niet naar de begrafenis te gaan? Ze zou hysterisch worden moesten mensen haar condoleanties toewensen. Een arm werd rond haar geslagen. Dankbaar legde ze haar hoofd op Jonathans schouder.

'Wie is dat?' fluisterde hij tegen haar haar. De begrafenis was voorbij, de menigte kwam in een stoet hun richting uit, Thomas' grootmoeder op kop. Lisa wendde haar blik af, ze kon haar niet in de ogen kijken. Nog voor ze kon antwoorden was ze al gepasseerd.

'Vermoord door wolven, het is gruwelijk,' hoorde ze een meisje snikken.

'Er liggen altijd gevaarlijke beesten op de loer in dat woud. Dat is waarom je nooit 's nachts buiten mag spelen,' antwoordde een man. Lisa was blij dat Anna's leugen over de wolven geloofd werd.

'Is dat niet het meisje dat hem gevonden heeft? De Engel zei dank, anders was hij helemaal verslonden geweest.' Lisa kromp ineen, ze verborg uit schaamte haar gezicht in Jonathans shirt. Hij kuste haar kruin.

'Alles komt goed.' Hij was veranderd, dacht ze. Dit was de liefdevolle, breekbare Jonathan die hij altijd verborgen hield voor iedereen. Hij gaf haar de kracht om terug mensen te vertrouwen. Ze waren allemaal veranderd.

Lisa kon niet wachten om terug naar Antwerpen te vertrekken, waar niemand haar zou herkennen. Waar ze niet een soort held was, want dat verdiende ze niet.

'Je bent wel een held. Je hebt ons allemaal gered.' Een grijns verscheen op haar gezicht toen ze zich omdraaide.

'Stop met mijn gedachten te lezen,' beet ze Anna speels toe.

Jonathan trok haar mee in de omhelzing. Voor de eerste keer in dagen moest ze lachen, dit is alles wat ze ooit heeft gewild. Ze keek naar de ring om haar vinger, ze had vrede genomen met haar vaders dood, voor zover ze wist had de Koningin van Seelie door dat ze niet meer met de Cartwrights moest spelen.

Een vonk ontsprong tussen de drie jongeren. Jonathan had als eerste zijn hand al uitgestoken. Hij glimlachte: 'Aha, een brief van mijn aanstaande schoonzus.' 

Anna haalde een wenkbrauw op en keek naar Lisa. 'Ik wist niet dat jij een zus had, hoe heb je dat verborgen kunnen houden?' Lisa's wangen werden vuurrood.

'Liefste Anna,' begon hij. Haar parabatais ogen werden groot, ze griste de brief uit zijn handen.

'Geef dat hier, dat is persoonlijk.' Olivia was samen met Arthur terug naar het Instituut vertrokken om op de kinderen te passen. Ze had er vrede mee genomen dat ze geen schaduwjager meer was, maar woonde stiekem toch nog bij hen in. Volgens haar was ze opgelucht dat ze haar broer vaker kon zien. 

Ze keek toe hoe Anna de brief gretig las, met een scheve grijns op haar gezicht. 'Arthur organiseert een Star Wars marathon zonder ons,' jammerde ze. Een foto viel tussen het papier, het was een plaatje van Olivia met de kinderen en Billy.

'Kijk nu hoe schattig.' Ze gaf de foto aan haar vriendin en moest toen lachen. 'Is het niet afgezaagd om een brief te eindigen met kusjes?' Zoals verwacht kreeg ze een stomp in haar maag.

'Tijd om naar huis te gaan.' Anna klonk plechtig toen ze sprak, ze wist hoeveel dat voor Lisa betekende.

De afgelopen maand was een waar avontuur geweest, en zoals de beste avonturen, bleef deze beter geheim.

De afgelopen maand was een waar avontuur geweest, en zoals de beste avonturen, bleef deze beter geheim

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.
De Ijzeren Kroon |Shadowhunters|Where stories live. Discover now