6.

1.5K 102 3
                                    

Chapter six.

"Ik heb frisse lucht nodig." Zei ik terwijl ik opstond. Ik hinkte naar de hoek van de kamer, pakte mijn krukken en liep de kamer uit.

Ik wist dat ik niet mocht lopen, daar was ik zogezegd te zwak voor, maar ik merkte er anders weinig van.

"Je weet dat je niet mag lopen?" Ik hoorde voetstappen achter me en voordat ik het wist liep Liam naast me. Ik rolde mijn ogen en zuchtte kort.

"Het gaat prima met me." Mompelde ik.

"Je moet hierheen." Zei hij na een tijdje terwijl hij mijn arm vastpakte en me de rechtergang in trok.

"Wat?"
"Als je naar buiten wilt moet je hierheen." Zei hij.
Ik zweeg en staarde voor me uit. Ik was opgelucht dat Liam me niet tegenhield, maar wist niet of ik blij moest zijn dat hij mee ging.

"Hier." Mompelde hij na een tijdje. Hij pakte opnieuw mijn onderarm, wat me rillingen gaf, en trok me naar buiten.

Ik zweeg, liep naar het eind van het balkon en keek voor me uit.
Keek naar de auto's die een voor een voorbij reden en de mensen die een voor een voorbij liepen.
Het was koud, maar ik was allang blij dat ik even buiten was.
Want ik kon me de laatste keer niet eens herinneren.

Ik sloeg mijn armen over elkaar in de hoop dat ik het warmer zou krijgen, maar het hielp niet en ik bibberde.

"Je hebt het koud." Constateerde Liam.
Ik zweeg.

"Wil je weer naar binnen?"

Hoewel ik niet naar binnen wilde knikte ik en samen liepen we zwijgend terug naar mijn ziekenhuiskamer en gelukkig was Lyve er niet, want anders was ze waarschijnlijk boos geworden. Ik zette de krukken op dezelfde plek als waar ze eerst stonden en hinkte naar mijn bed.

"Beloof je dat je niets tegen Lyve zegt?"

Liam glimlachte. "Beloofd."

"Ik heb nog een laatste vraag."
"Wat?"
"Wie is het meisje met het lange bruine haar en de blauwe ogen?"

"June."
"Wat?"
"Bruin haar, blauwe ogen?"
"Uhu." Ik knikte.
"Dat is June."

"Dus wie is June?"

"Je beste vriendin." Zijn armen waren over elkaar geslagen en hij zat nonchalant op de stoel.
"Waarom is ze hier dan niet?"

"Jullie hadden op de dag van het ongeluk ruzie en nu is ze bang dat je boos word." Hij rolde met zijn ogen.

"Maar ik herinner het me niet eens." Ik fronste.

"Ik heb haar dat al 6 keer verteld, maar ze wilt me niet geloven. Misschien moet je haar bellen."

Ik knikte, keek even naar mijn mobiel en weer terug naar Liam.
En weer belanden mijn ogen op de zijne en keek ik snel weg.

"Denk je dat ik haar nú moet bellen?"

Er verscheen een kleine glimlach op zijn gezicht die hij probeerde te verbergen.
"Als je dat doet staat ze binnen een twintig minuten naast je bed."

Ik grinnikte zacht en pakte mijn mobiel.
Hoe sneller ik belde, hoe sneller ik ervanaf was.

Ik wilde mijn vorige leven eerst op een rijtje zetten voordat ik een nieuwe kon beginnen.

"Hallo?" Ik wisselde een korte blik met Liam, die toekeek met zijn armen over elkaar.

"June?" Vroeg ik.
"Kate!"
"Het spijt me zo erg van wa-"
"Het is oké, ik herinner me het niet meer. Net zoals Liam je verteld heeft."

Het was even stil voordat ze weer praatte. "Oké." Zei ze zacht.

"Kom je langs?"

Was ik nu serieus een vreemde aan het vragen om langs te komen?

"Natuurlijk! Ik ben er straks!"

Voordat ik gedag kon zeggen had ze al opgehangen en ik keek licht verbaasd naar mijn mobiel.

"Ze is nogal opdringerig." Mompelde Liam.
Ik glimlachte.
"Ik merk het."

Vote, Comment & Follow

Lost (DUTCH)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu