• Hoofdstuk 20 •

51 3 2
                                    

HOOFDSTUK 20: TERUG VAN WEGGEWEEST MET EEN POSTBEZORGER

Perspectief Amine

Een maand later

"De pizzabezorger is weg."
"Oke doe open"
Yassine pakte de pizza's naar binnen.
Het drinken lag al op tafel.
"Ik heb honger dus kom snel." Riep ik naar de jongens.
We waren met z'n 4en.
Waar? Ik weet het niet man. Ik zit in een huis ergens niemand weet waar.
Laat me jullie even vertellen hoe het een maand geleden is afgelopen.
Nadat ik buiten bewustzijn was geraakt doordat de hechtingen waren losgeraakt was ik weer in coma geraakt voor een week. 3 weken geleden werd ik dus wakker, maar ik mocht een week niet opstaan..of dat een leugen is van Salah weet ik nog steeds niet. Dus 2 weken geleden mocht ik eindelijk opstaan. Ik zit nu al een maand in dit huis en heb geen contact met de buitenwereld ik weet niet wat er is gebeurt en waar ik ben. De reden dat ik hier nog moet blijven volgens Salah is omdat zaid en khalid beide nog naar me opzoek zijn, maar ik weet ook dat hij niet wilt dat ik een speciaal iemand ga zoeken.
Jullie vragen je vast af waarom ik niet heb tegen gestribbeld? Dat is inderdaad niks voor mij, maar dat is omdat ik niet dom ben maar hun wel dom zijn. De jongens met wie ik ben gaan naar buiten. Dus ik weet alles wat daar buiten gebeurd. En geloof me ik ben bezig met een plan.
"Wie wilde die met ton?"
"Yassine wilde die."
"Baas hier stuk pizza" ik klopte op anouars schouder.
"Dankjewel broeder"
Na het eten was ik weer moe. Deze paar weken hebben alle energie uit me gehaald en die moet ik weer gaan opbouwen.
"Ik ga naar boven douchen en slapen. Laat me weten als die jongen er is" ze knikte en ik liep heel zachtjes naar boven met mijn krukken. Die helpen me steunen omdat het op de een of andere manier zo minder pijn doet.
Boven aangekomen liep ik de kamer in. Ik ging voor de spiegel aan en keek mezelf verafschuwd aan. Ik had een rare baard gekregen en me haar was al heel lang niet geknipt, Ik had wallen. Ik zag er gewoon niet uit. Ik ging zuchtend de douche in.
__
NA HET DOUCHEN

Ik had een handdoek om me nek gedaan waarmee ik mijn haar half afdroogde.
Ik plofte zuchtend op het bed en ging liggen. Ik kon me handen nog niet eens onder me hoofd houden, dat deed nog pijn.
Salah heb ik sinds het voorval niet gesproken. Hij en Moussa willen niks met mij te maken hebben tot dat ik "bepaalde gedragingen en gevoelens niet meer heb".
Ik weet dat ze het goed bedoelen maar begrijp wel dat ze veel van me verwachten.
Ik weet al waarop jullie wachten...waar jullie willen dat ik over ga praten; Ghizlane.
Hoe het zit met Ghizlane? Het blijken toch niet alleen maar gevoelens te zijn. Ik hou echt van haar. Salah vertelde me dat ze door is gegaan met haar leven en gaat trouwen, maar ik kan dat niet geloven. Zij is niet zo, al was ze aan de andere kant nooit van mij. Het is frustrerend om aan die dingen te denken dus probeer ik het niet te doen maar het is moeilijk om haar niet aan mijn zijnde te willen.
Vroeger als ik ziek werd had ik mijn moeder. Sinds me moeder er niet meer is hielp Salah me altijd maar sinds ghizlane in me leven is wil ik alleen maar met haar zijn, maar zij en de wereld willen niet dat ze met mij is.

Ik ging maar gewoon een dutje doen. Dat is alles wat ik deed als Ghizlane weer in me op kwam. Het frustreerde me echt. Ik geef nu echt om haar. Ik ben bang voor de beesten daarbuiten en wat ze haar wel niet aan kunnen doen. Ze is nu alleen op die school met Chama en die andere viezerikken. En ik ben er niet zelf om haar te beschermen van hun. Ik voel een pijn in me borst als ik het me voorstel. Drinken of roken om mezelf te verdoven kan ook niet want niemand koopt het voor me.
Ik deed me deken over me hoofd en ging maar gewoon slapen.

____
EEN PAAR UUR LATER

"Baaas..meneer ben salah!"
"Wat moet je?"
"Sorry dat ik je wakker maak man maar de jongen is er."
Ik sprong wakker. Een glimlach kwam op mijn gezicht. Mijn plan begint.
Ik pakte me krukken, waste mijn mond en gezicht en liep naar beneden.
De eerste jongen was er.
"Adil grote vriend!"
"Amine" ik gaf hem een hand en ging zitten op de bank. 
"Breng de jongen wat water!" Riep ik naar anouar
"Nou adil je bent er."
"Ik ben er baas. Zeg wat er gedaan moet worden en ik doe het."
"Dat is mijn jongen!" Ik lachte hardop, maar mijn gevaarlijke lach. De lach waar je liever niet de oorzaak van wil zijn.
"Oke dit is het plan. Jij en anouar........"

Het pure in het verdorvenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu