• Hoofdstuk 34 •

30 1 1
                                    

HOOFDSTUK 34: HERINNERINGEN

Perspectief Amine.

"Meneer ben salah."
Ik stapte uit de auto en keek voor me uit. Dit huis. Het was een landhuis. Deze had mijn vader aan me moeder gegeven. Hier brachten we een paar van onze zomers door.
Ik en Ilyas.
"Meneer ben salah?"
"Breng de koffers naar binnen. Ik kom zo."
Ik trapte zacht tegen de witte steentjes op de grond met me handen in me zakken.
De herinneringen kwamen allemaal omhoog hier. De tijd dat ik Ilyas en me moeder beide had. De jaren dat het goed ging. Het enige wat ik en mijn broertje deden was spelen.
"Amine. Weet je zeker dat je dit aankan? We kunnen ook nog een andere plek regelen snel."
"Nee Salah."
"Wat jij wil broeder. Ik ga naar binnen. Kom maar wanneer je wilt" hij liep weg. Dit word voor de winter onze woonplek. Het huis waar we zaten word verbouwd, en er was nu geen andere plek snel te vinden behalve hier. Deze staat op mijn naam.
Ik zuchtte en liep naar binnen.

Ik deed de deur open en ik zag een paar mensen staan.
"Wat is dit Salah?"
"Voor die viering van straks. Dienstmeisjes en jongens." Ik knikte. En liep weg.

Ik wilde deze hele viering niet. Het had geen enkel nut. Sinds ze in me leven was gekomen. Door haar boeide het geld, de aandacht me niet meer. Het kleine beetje dat me boeide is ook weg.
Ik ging aan me bureau zitten. Ik zuchtte en pakte die ketting die ze had laten vallen uit me zak.
Ik weet niet waarom ik deze nog heb. Ik wilde onderzoeken wat die ketting betekende in haar leven maar ik stopte mezelf.
We zijn al 6 maanden verder. Het lukte me eerst om haar te vergeten dacht ik, maar nog steeds doen alle kleine dingen me aan haar denken. Zelfs als ik denk aan me moeder en Ilyas komt zij ook in me op. Hier komen pakt me dus ook. Ik had gewild dat ze hier naast me zou staan. Ik had alle herinneringen die ik hier had kon vertellen, maar dat kan niet. In geen enkele wereld.

Er werd geklopt op de deur.
"Binnen." Het was Salah.
"Amine heb jij tegen die catering gezegd dat er extra mensen komen?"
"Nee? Ik heb niemand gesproken." Hij fronste zijn wenkbrauwen en wilde weglopen.
"Salah. Kom is hier. Ga zitten" hij ging zitten.
"Mag ik de lijst zien van uitgenodigde?"
"Die heb ik niet hier. Ik stuur via app naar je." Ik knikte en hij liep weg.
Salah probeert ook normaal te doen, maar sinds ik die uitspraak had gedaan. Sinds ik hem weer de schuld heb gegeven van hoe ik ben is er iets anders aan hem.

*FLASHBACK*
"AMINE JE MOET HET DOEN. JE MOET"
"SALAH NEE."
"Meneer niet doen alstublieft. Alstublieft ik heb kinderen. Een vrouw. Ouders. Alstublieft laat me gaan....kijk hier zijn ze" de man pakte zijn telefoon en Salah trapte hem uit zijn hand.
"AMINE DOE HET NU."
"SALAH BEN JE ZIEK GEWORDEN. HIJ IS VADER, HIJ IS IEMANDS ZOON. IEMANDS MAN" Salah probeerde Amine het pistool dwingen vast te houden. Amine sloeg het tegen Salahs hoofd en pakte hem bij zijn kraag. "SALAH IK GA HEM NIET DODEN. WAT IS JOU ******* PROBLEEM?! WAAROM WIL JE ME EEN MENSEN LEVEN LATEN NEMEN?!" Salah stond op.
"JIJ MOET JE GEVOEL KWIJT RAKEN. DUS JE GAAT DIT DOEN." Hij trok Amine naar zich toe en dwong het pistool in zijn handen. Amine begon te huilen en de man schreeuwde.
"Alstublieft heb genaden. Heb genaden over me asjeblieft." Hij huilde.
"SALAH LAAT ME LOS IK WIL HET NIET DOEN." Amine stribbelde tegen maar Salah was op dit moment sterker dan hem.
"KLAAR AMINE DOE HETT" Salah duwde de vinger van Amine op het pistool.
Tegelijk met het geluid van het pistool schreeuwde Amine "NEEEEE" hij bedekte zijn ogen en schreeuwde.
Hij kroop naar de man en zag hem liggen. Hij moest bijna overgeven van het beeld dat hij aantrof "JIJ HEBT ME EEN MOORDENAAR GEMAAKT SALAH." Hij rende op hem af en begon met hem te vechten. "JIJ HEBT DIT GEDAAN. DOOR JOU HEB IK BLOED AAN ME HANDEN"
*EINDE FLASHBACK*

De man bleek een heel gezin te hebben. Ik heb het gezin nooit in het gezicht durven aankijken maar ik zorg voor ze. Vanuit de verte. Hun goed zien leven compenseert een klein beetje het schuldgevoel dat ik heb. Ik sloeg tegen de tafel. Waarom herinnerde ik mezelf hieraan.
Me handen trilde weer en ik zag zijn gezicht voor me. Die man, hij smeekte me om te stoppen.
Er werd weer geklopt op de deur.
Ik veegde over me gezicht. En ging rechtop zitten.
"Binnen." Het was een van de dienstmeisjes. Ik keek weer weg.
"Meneer ben Salah. Dit is u pak. U word over 10 minuten beneden verwacht om te kijken of alles naar u wensen eruit ziet." Ik knikte en ze ging weer weg.
Ik zuchtte en rustte me hoofd op de bureau stoel terwijl ik naar het plafond keek.
Deze manier van leven vermoeid me. Haar niet bij me hebben vermoeid me. Maar ik moet.

Ik stond op ging me omkleden.
Het was een zwart pak.

Nadat ik het pak aanhad pakte ik parfum en deed wat op. Nu was het de buurt van me stropdas.
Ik keek in de spiegel terwijl ik hem opdeed. Me moeder had het me geleerd.

*FLASHBACK*
"Kijk zoon ik ga je laten zien hoe je het doet"
"Voor wat moet ik dat kunnen mama jij kan het toch elke keer doen." Ik plaagde haar maar eenbeetje. Ze kon erom lachen.
"Ewa wat als ik er niet ben en het niet kan doen?"
"Allahi khlik liya mama" ik kuste haar op haar hoofd.
"Ameen a wldi maar het is zo. Het zou kunnen. Dus kijk ik ga je laten zien hoe het moet. Stel dat je trouwt en je bruiloft hebt. Of wil je het dan je vrouw laten doen." Ze glimlachte. Ze vond het idee van mij die trouwt, die verliefd is op een goede vrouw geweldig. Het was echt haar droom.
"Nou laat maar zien mama"
Ze deed de stropdas goed en keek naar het hele plaatje.
"Oh wat doe ik dua dat ik de dag zie waarop mijn lieve zoon gaat trouwen."
*EINDE FLASHBACK*

Ik zuchtte. Mijn lieve moeder. Ze gaat die dag niet zien, en hij gaat er ook niet komen.

Ik herpakte mezelf en liep de kamer uit.
Ik keek naar links en ik besefte me de verdieping waar ik op zat. Aan het eind van de gang zit de kamer van Ilyas. Ik wilde er net naar toe lopen
"Meneer ben salah. U word opgewacht beneden."
Ik draaide nog een keer om naar de kamer en zuchtte. "Ik kom eraan."

Ik liep achter haar aan naar beneden.
Salah stond er met moussa.
"Amine daar ben je. Kom is kijken wat je vind."
Ik liep naar beneden met me handen in me zak. Het interesseerde me eigenlijk niet echt zo hoe het eruit zag. Salah stompte me in me zij. Oh de mensen van de catering keken me hoopvol aan. Ik speelde maar geïnteresseerd
"Het ziet er goed uit. Dank jullie wel voor jullie service."
"Dank u wel meneer. Wilt u proeven? Is de smaak goed?" Ik pakte een vork en pakte eenbeetje.
"Hmm de smaak is goed. Salah proef eens."
"Dit is lekker. We zullen jullie zeker vaker vragen. Bedankt." Zei Salah. Ze keken lachend naar me. Ik glimlachte een klein glimlachje en liep weer weg.
"Salah roep me wanneer ik naar beneden moet komen." Hij was in gesprek maar moussa had me gehoord en knikte.

Ik ging weer terug naar boven. Rechtstreeks naar de kamer van Ilyas.
Ik deed de deur open. Hij kraakte. Zolang is er niemand binnen geweest. Alles was nog hetzelfde. Alleen bedekt met stof. Zelfs zijn bed zat er nog hetzelfde. De tranen begonnen in me ogen te prikken.
In de hoek lag het bed nog. Het carsbed.
Ik ging er naast zitten op de grond.
Er lag bij het raam nog een foto. Een foto van ons 3.
Ilyas, mijn moeder en ik.
Ik pakte de foto en staarde ernaar. Ik hield de tranen terug om er niet uit te komen.
We hadden zoveel gespeeld hier. Ik glimlachte naar de kast. Daar verstopte ik me altijd als we tikkertje speelde.

"Amine. Amine!! Amine waar ben je?"
Salah kwam binnen.
"Amine wat doe je?" Hij kwam mijn kant op en probeerde me naar boven te trekken. Ik deed me hand omhoog als teken dat hij moest stoppen.
Ik veegde me traan weg en stond op.
Ik trok het pak goed. Ik legde de foto terug op de plek waar ik hem had gepakt.
"Broertje waarom doe je jezelf dit aan" ik deed alsof ik dat niet hoorde.

"Laten we naar beneden gaan Salah. Is iedereen er al." Salah zuchtte.
"Ja ze zijn er."
Ik deed de deur open en liep naar de trap.

Het pure in het verdorvenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu