Hoofdstuk 49

31 2 0
                                    

HOOFDSTUK 49; HET GRAF

Perspectief amine

"Uhum bnti kom laten we ontbijten. Salah had honger hij wachtte alleen tot je aankwam." Inaya nam plaats.
Iedereen at maar ik lette op haar. Ze at niet. Haar ogen waren dik. Ze had net gehuild, ik zag het. Ze leek ziek, zoveel had ze gehuild.
En ik? Ik had haar alleen gelaten de hele avond. Ik wilde haar bijstaan maar ik kon het niet. Hoe zou ik dat doen? Degene die alles heeft veroorzaakt.
Ik werd wakker uit mijn trans toen ik merkte dat ze opstond.
"Excuseer mij ik ga naar de kamer."
"Gaat het bnti?"
"Ja het gaat. Eenbeetje hoofdpijn ik ga even liggen."
Ze liep weg. Ik kuchtte en stond op.
"Eet smakelijk allemaal."
"Uh amine heb je al gegeten?" Het feit dat ze nog durfde te praten. Ik keek naar khalto "ik ga bij ghizlane kijken"
Ze knikte begrijpelijk en ik liep naar boven.
Ik klopte op de deur maar geen reactie. "Ghizlane" ze reageerde niet. Ik klopte nog een keer. Waarom reageert ze niet? Ik deed de deur maar gewoon open. Ik keek maar naar de grond voor de zekerheid
"Ghizlane?" Toen ik merkte dat er niemand in de kamer was waarschijnlijk keek ik op. Ze was er niet? Waar was ze naartoe?
"Ghizlane?" Ik versnelde mijn pas naar de gang. Ze was nergens boven.
Ik liep naar beneden en in de keuken stond een van de dienstmeisjes.
"Meneer ben salah hoe kan ik u helpen."
"Heb je mijn vrouw gezien?"
"Als het goed is stond ze in de tuin."
In de tuin? Ze is toch niet?....ik rende bijna naar de tuin. Mijn hart klopte
Ik begon wat langzamer te lopen toen ik haar in de tuin zag zitten. Ik was opgelucht dat ze er nog was. Hoe ga ik zo leven? Altijd in angst dat haar wat gebeurd? Wie houd ik voor de gek? Hoe kan ik haar hier beschermen?
Hoe dichterbij ik kwam hoe meer ik besefte dat ze aan het huilen was. De ene kant in mij wilde stoppen en haar de ruimte geven en de andere kant wilde haar helpen. Welke zet is de juiste?
Het huilen ging over in hyperventilatie. "Ghizlane?"
Ik rende op haar af. Ze zat op de grond.
"Ghizlane gaat het?"
"Ik kon het niet...ik kon het niet" Ze bleef hetzelfde roepen. Alsof ze mij niet hoorde.
"Ghizlane. Ghizlane je bent veilig er is niks" het stopte niet. Ik zette mijn handen op haar armen. "Ghizlane kijk naar me."
"Amine ik kon niks...ik kon het echt niet." Waar had ze het over?
"Ghizlane kijk me aan. Er is niks aan de hand. Je hebt niks verkeerds gedaan. Kom adem in en adem uit"
We deden hetzelfde een paar keer. Toen ik merkte dat ze iets rustiger werd trok ik haar naar me toe.
"Het is goed"
Na een tijdje stopte het huilen. Haar bij me hebben voelde goed. Ik hoopte dat ik haar hielp zo maar zonder dat ze het doorhad hielp zij me op deze manier.
Ze trok zichzelf uit de knuffel. Het kwam als een herinnering binnen.
Ze veegde haar tranen weg.
"Dankjewel amine. Sorry"
"Je hoeft geen sorry te zeggen." Ik stond op en hielp haar opstaan.
"Zal ik even water voor je gaan halen? Kom zitten op die bank daar. Dan haal ik water voor je. Of wil je thee?" Ik begon al te lopen maar ze trok me terug.
"Amine" Ik keek even kort naar mijn arm waar ze haar hand op had gelegd. Mongool dat ik ben want ze haalde hem daardoor gelijk weg.
"Ja zeg het maar."
"Kan ik je asjeblieft om een gunst vragen."
"Tuurlijk kan je dat." Ze haalde diep adem en stelde haar vraag zonder oogcontact te maken.
"Kan je me ergens naar toe brengen?"
"Naar waar ghizlane?"
"Asjeblieft. Vraag het me niet. Je ziet het daar. Asjeblieft" waar wilde ze heen?
"Op een voorwaarde. Je laat me mee komen. Ik laat je niet alleen achter daar."
Ze leek even te twijfelen maar ik liet duidelijk met mijn blik zien dat dat wel echt de enige manier is.
"Oke isgoed....Kunnen we nu gelijk gaan."
Ik knikte. We liepen richting de voordeur.
Aangekomen bij de auto's kwam een van de jongens op de auto af.
"Ik rij zelf dankjewel."
Ik deed de deur voor ghizlane open en liet haar in stappen. Nadat ik haar deur dicht deed liep ik naar de bestuurderskant. "Als Salah om me vraagt zeg dat ik zo terug ben."
"Isgoed meneer ben salah"
Ik stapte in en keek naast me. Ghizlane zat hier maar haar gedachtes leken ergens anders te zijn.
"Ghizlane?"
"Ghizlane je gordel" ze reageerde niet.
Ik pakte de gordel voor haar.
"Wat doe je?" Pas nu ik dichtbij haar was werd ze wakker.
"Ik zei doe je gordel om maar je hoorde me niet."
"Oh sorry. Ik doe het zelf wel."
"Ghizlane wat is er aan de hand"
"Niks amine. Laten we gewoon gaan."
"Ja waarheen? Hoe weet ik waar ik heen moet rijden?"
Ze gaf me de straat. Dan maar met navigatie. Aangezien ze de plek niet aangeeft zullen we maar verrast worden.
De auto rit was stil. Elke keer als ik naar haar keek was ze aan het huilen. Maar dit keer stilletjes. Ze leek niet eens door te hebben dat ik naast haar zat. Waar was ze met haar hoofd? Wat was er aan de hand? Gaat dit over deze situatie of iets anders?

Het pure in het verdorvenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu