Deel 8

182 3 1
                                    

Als we eenmaal uitgeput in bed liggen hebben we geen woorden meer. Het is zelfs een beetje ongemakkelijk. Beide weten we niet zo goed wat we moeten zeggen. Ik pak mijn bikini en trek hem weer aan.
Hoe laat wil je eigenlijk eten vraag ik aan Wolfs. Ik heb best wel honger gekregen. Wolfs geeft aan ook honger te hebben, hij komt uit bed en geeft me een kus. Ik vond het erg fijn met jou lieverd zegt hij. Ik smelt van binnen als hij dat zegt. Ik vond het ook fijn zeg ik terwijl ik bloos. Ik durf hem niet te zeggen wat we nu van elkaar zijn.

Wolfs steekt de bbq aan terwijl ik de tafel alvast dek. Wolfs geef ik een biertje terwijl ik een flesje water pak. Ik begin te lachen. Wolfs kijkt me aan en vraagt waarom ik moet lachen. Ik twijfel of ik het moet zeggen. Als hij nieuwsgierig blijft kijken zeg ik het toch.
Mechels vermoord ons als ze weet wat we net gedaan hebben. Wolfs moet er ook om lachen. En doet haar na. Ik lig helemaal dubbel als ik hem jaar na zie doen.
Agh Eef dan hadden ze ons niet samen weg moeten sturen zegt hij lachend.

Ik leg alles klaar en ga achter hem staan als hij bezig is met het vlees. Ik sla mijn armen om me heen . Het is fijn zo samen.

Voor we het weten is het vlees klaar. We genieten van het lekkere eten tijdens zonsondergang. Na het eten ruimen we alles op en besluiten we een ijsje te halen. We lopen hand in hand naar de ijswinkel waar ik een hoorntje neem met chocola en bananen smaak. Wolfs neemt Pistache en rozijn en rum. We eten ons ijsje in stilte op.

Onderweg naar huis is het al donker, maar gelukkig is er goed verlicht, anders zou je nog je nek breken met deze steentjes.

Eenmaal thuis gaan we gelijk naar bed toe, waar we vrij snel knuffelend in slaap valen.

Fleva. Wat vakantie wel niet met je doetTempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang