Fleva. Wat vakantie wel niet met je doet

Deel 13

Dat we al het papierwerk in orde gemaakt hebben halen we dan ook een broodje. Wolfs een broodje ingewikkeld zoals ik het altijd noem, en ik een broodje met kaas. Doe mij maar lekker simpel. We eten ons broodje samen op aan de maas. Wolfs geeft me snel een kus. Wolfs straks ziet iemand ons zeg ik dan ook geïrriteerd. Agh Eef ik heb gekeken niemand heeft ons gezien zegt hij terwijl hij zijn schouders ophaalde. Als we terug naar onze auto willen gaan komen we Marion tegen met een tas vol boodschappen. Hee Eva en Wolfs wat ben ik blij dat jullie er weer zijn zegt ze terwijl ze ons een knuffel geeft. Ik glimlach en zeg zo erg kan onze vervanging toch niet zijn terwijl we vanochtend de verslagen gelezen hebben. Het was echt heel slecht. 

Romeo en Esmee komen vanavond eten, en ik wil dat jullie ook komen nodigt ze ons uit. Wij stemmen in gezellig zeg ik dan ook. Vanaf hoe laat zijn we welkom vraag ik. Vanaf een uurtje of 6 zegt ze. Gezellig tot zo zeg ik. We rijden weer terug naar kantoor waar we al het achterstallig werk bijwerken. Dat is het voordeel als je zaak opgelost is. Niet dat ik het leuk vind, maar het zorgt wel voor minder druk en stress als je een grote zaak heb. Wij proberen altijd alles goed bij te houden, dit lukt ons zeker goed. Maar onze collega's hebben er een potje van gemaakt. We werken alle dossiers bij en vertrekken daarna naar huis. Onderweg naar huis halen we nog en doosje chocolade en een goede fles wijn. we kunnen niet met lege handen aankomen vind ik.

Als we eenmaal thuis aankomen kunnen we onze handen dan ook niet meer thuis houden. Wolfs we moeten zo gaan zeg ik terwijl ik op de klok kijk. Dan moeten we snel zijn fluistert Wolfs in mijn oor. Ik ga dan ook volledig overstag. Als we eenmaal klaar zijn kleden we ons snel weer aan. We rijden snel naar Marion aan. Ik fatsoeneer snel mijn haar in de auto. Als we aanbellen doet Marion opgewekt open. Kom binnen zegt ze dan ook. We geven haar de wijn en de chocolade. Agh wat lief zegt ze terwijl e het aanneemt. Romeo en Esmee zitten al aan de tafel. We begroeten hun beide en gaan naast elkaar zitten. Wolfs krijgt een wijntje en ik een spa rood. Esmee kijkt me steeds doordringend aan. Ik vraag haar wat er is. 

Ze lacht en kijkt me aan. Ik weet niet wat maar er is iets met je. Ik begin te blozen en kijk haar aan. Wat bedoel je vraag ik haar dan ook. Je straalt helemaal zegt ze. Ik begin gelijk te stotteren. Shit hier was ik niet op voorbereid. Ja de vakantie heeft me goed gedaan knik ik. Voordat er meer vragen zijn sta ik snel op. Mar kan ik je helpen vraag ik terwijl ik de keuken in kom. Ze geeft aan dat ik de tafel alvast kan dekken, dit doe ik dan ook. Alles om van de vragen af te komen. 

Het etentje is erg gezellig. Wat ben ik toch dankbaar voor onze vrienden. Ook al vind ik het dubbel, via werk delen we altijd lief en leed met elkaar. Maar dit kan ik niet delen. Ik merk dat ik het toch moeilijk vind.