XXXVII

167 5 3
                                    

Pov Matthy
Hoe kan dit? Wat is hier gebeurt? Hoe kan dit briefje op mijn eettafel liggen? Nergens is een spoor te bekennen van Loïs, geen bloed ofzo. Ik probeer zo hard na te denken. Ik kijk nogmaals op mijn telefoon of ze iets gestuurt had. Mijn hart schiet naar mijn keel. Ze heeft wat gestuurd, maar ze heeft het bericht verwijdert. Dit kan zij nooit zelf zijn geweest, dat doet zij niet.

Uit pure paniek ga ik allerlei mensen bellen. Mijn moeder. Mijn vader. Mijn broertjes. De jongens. Ik heb dat geld nodig, en beveiliging. We komen eigenlijk meteen in actie, en hebben op een of andere manier binnen no time vijftig duizend euro klaarliggen.

"Hoe gaan we dit ooit aanpakken?" Vraagt mijn vader. Ik sta in mijn eigen woonkamer, onze woonkamer. Ik slik de gedachte weg. Ik ben hier met mijn vader, broertjes en de bankzitters. "Ik ga er sowieso heen. Al gebeurt er iets met mij, Loïs moet vrijkomen." Zeg ik met een brok in mijn keel. "Ik ga mee." Zegt mijn oudste broertje, Jesse. "Nee." Zeg ik kil. Iedereen kijkt mij raar aan. "Ik wil niet dat een van jullie iets overkomt. Het is mijn eigen schuld." Zeg ik. Ik kijk naar de grond. "Maar, je kan niet zomaar alleen gaan? Je zet dan echt je leven op het spel." Zegt Raoul. "Kunnen we niet met zijn allen gaan?" Vraagt Koen. "Nee nee, dat gaan we echt niet doen." Zeg ik. "Matt ben je gek geworden?" Vraagt Milo. "Je weet niet hoe gek die gek is die haar heeft. We moeten met meerdere mensen komen, en de politie." Legt Milo uit. "We gaan gewoon met z'n allen, met twee auto's. Als we daar zijn, rond twee uur morgen, bellen we de politie. Dan ga jij samen met de politie en een van ons naar binnen. Jullie klaren de klus en dan komt Loïs vrij. Zo komt er niemand in gevaar." Zegt Milo daarna.

"Milo, heb jij ervaring met dit soort dingen ofzo?" Vraagt Koen. Iedereen begint te lachen. Ik stoot een klein neplachje uit, terwijl ik eigenlijk probeer mijn tranen in te houden.

Na een tijdje hebben we toch besloten om met z'n vijfen te gaan, de bankzitters alleen. Ik wilde mijn familie dit echt niet aan doen. Zij verdienen dit niet. De jongens ook niet, maar ik moest ze per se meenemen.

Een uur vol zenuwen is verstreken. We hebben ons plan verder uitgewerkt. "Kunnen we er niet nu alvast heen gaan?" Vraag ik. Het blijft heel stil. In het afgelopen uur ben ik me steeds meer gaan afvragen, en dat was niet slim geweest. Want, wat gebeurt er nu met haar? Wie houdt haar gevangen? Hoe voelt ze zich nu? Ze is vast bang. Bang en verdrietig. De gedachte alleen al maakt me misselijk. Mijn Loïs zit ergens opgesloten, in haar eentje, te stressen.

"Fuck man." De jongens kijken geschrokken op. Het afgelopen uur was ik doodstil. Opeens houdt ik het niet meer. "We moeten nu gaan. NU GODVERDOMME! LOÏS! Loïs... Ze is.. je weet niet.. maar.. als ze... ze kan niet.. ik.." Opeens merk ik aan mezelf dat ik aan het hyperventileren ben. Nu weet ik opeens hoe Loïs zich voelt. "We.. straks zijn we.. te laat.. ik wil niet.. godver." "Hey hey Matt rustig.. we vinden haar echt wel. Ze komt hier levend uit, geloof me." Raoul slaat een arm om mijn schouder. "Gewoon ademen. Stressen is niet de oplossing." Zegt hij. Hij heeft gelijk en ik wou dat ik hem kon geloven, maar het lukt niet. "Die.. de brief..  wat nou als die nep is?" Zeg ik als ik weer wat bijgekomen ben. "Hoe bedoel je?" Vraagt Robbie. "Kijk." Ik laat ze het kaartje van Loïs zien die ik op mijn nachtkastje gevonden had. Het blijft even stil. "Holy fuck." Zegt Koen. Er valt een nog langere stilte. "Nee. Het is wel haar handschrift volgensmij. Dus of ze heeft het... gestaged... of.. ze is echt ontvoerd." Zeg ik. "Oke. Dan gaan we gewoon van het beste uit.. naja. Je snapt me." Zegt Raoul.

"Hoe gaan we deze dag besteden?" Vraagt Milo. Ik kijk op mijn telefoon. Het is half zes. Nog twintig en een half uur. Nog twintig en een half uur zit Loïs vast. In haar eentje. Ze heeft het vast koud. Ze is vast moe. Ze is vast bang. Ze is vast aan het huilen en gillen. Ze is.. ze zou best flauwgevallen kunnen zijn. Ze leeft nog twintig en een half uur in paniek. Geen stress Loïs, we komen eraan. Ik ga je redden.

"Kunnen we niet nu alvast erheen gaan en de politie bellen?" Vraag ik. "Ik heb een idee." Zegt Raoul. "We bellen nu de politie, we leggen alles uit en vragen aan hen wat we moeten doen. Of we nu moeten gaan, of beter kunnen wachten." Zegt hij. "Ja, hier ben ik het mee eens." Antwoordt Robbie. Milo en Koen knikken. "Hm? Ohja." Zeg ik afwezig. "Ik wil niet bellen." Zeg ik kort daarna. Zonder na te denken loop ik naar de wc en begin ik over te geven. Alle emoties komen opeens omhoog. Ik kan niet meer. Maar je kan niet opgeven Matthyas. Doe het voor Loïs.

Pov Loïs
Hij slaat me met een zweep. Ik zit vast op een houten stoeltje. Om mijn mond zit tape, de rest van mijn lichaam zit vastgebonden aan een stoel met een dik touw. Het touw zit strak. "Auw!" Mompel ik. "Wat zei je!?" Roept hij. Ik staar direct naar de grond. Hij geeft me een klap in mijn gezicht. "Dat dacht ik al." Hij loopt naar me toe en begint me uitgebreid te zoenen, op mijn voorhoofd en mijn wangen. Dit is al de vierde keer. Ik ben zo bang. Ik wil niet meer. Als Matt niet snel komt, is het gedaan.

comfort. (MATTHY)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu