Hoofdstuk 6

12.1K 326 119
                                    

Pov Fay

Ik wandel door het park. De bomen zijn stil. Ik geniet van de stilte. De stilte doet me denken aan hoe ik me nu voel. Stil en donker. Sinds dat ik Bradley heb zien zoenen met Kendall, ben ik weg gelopen. Ik hoefde niet meer op school te zijn, dus ben ik naar hier gekomen. Altijd als ik moet nadenken kom ik naar dit deel van het park. De bomen maken me rustig. Ik kijk op mijn telefoon, die ik op vliegtuigstand heb gezet, en zie dat het ondertussen het bijna middag is. Ik heb niet echt honger. Ik ga op een bankje tussen de bomen zitten en kijk naar de lucht. De lucht is grijs alsof hij elk moment al zijn regen gaat loslaten als tranen. Alsof elk moment de bliksem zal inslaan op een van de bomen naast me. Er komt een stevige wind op die alles wilt wegwaaien wat op zijn pad komt. Ik zucht diep. De natuur geeft me rust maar doet me ook denken. Zou iemand ongerust zijn? 

Ik haal mijn gsm weer boven en maak terug verbinding met de wereld. Ik word meteen gebeld door Daan, maar ik druk meteen op weiger. Ik krijg de meldingen van al mijn gemiste oproepen. Het wisselt altijd af. Eerst Bradley, dan Daan, Bradley en weer Daan. Ik word nogmaals gebeld door Daan, maar ik druk weer meteen af. Ik krijg een bericht binnen dat er iets ingesproken staat op mijn voicemail dus ik druk op de knop om te beluisteren.

"Fay, maakt da ge hier zijt op school. Als je hier binnen dit en een kwartier niet staat kom ik u zoeken. Het kan me niet schelen waar je zit. Ik zie u binnen een kwartier."

Bradley zijn stem klonk door te telefoon terwijl Daan degene was die belde. Hij heeft waarschijnlijk wel door dat als hij belt, ik zeker niet opneem. Ik ga echt niet terug naar school. Dat ze maar zoeken, ik kom niet terug. Misschien wil ik wel weg hier. Stel je voor, weglopen en opnieuw kunnen beginnen. Gewoon ergens apart en alleen, in een nieuwe streek met nieuwe mensen. Gewoon mij kunnen zijn voor een keer. Ik zou zo graag ergens anders zijn. Ik zou waarschijnlijk terug beginnen muziek spelen en zelf iets oprichten om mijn centjes mee te verdienen. Ik zou gewoon op mezelf kunnen focussen. Zonder al dat gepest en dat gedoe. Ik kijk nog eens op mijn telefoon en zie een bericht van Bradley. Het is al bijna een kwartier geleden dat ze belde dus ze zullen me waarschijnlijk komen zoeken. Ik sta op en loop in de plaats van het pad op, het pad af. Nu wandel ik niet meer op de normale weg maar gewoon het bos in. Ik wil niet dat ze me vinden, ik wil gewoon niet dat Brad me vind. 

Ik blijf en blijf maar wandelen. Het is al wel even geleden dat ik ben van het pad gegaan. Ik zou in hemelsnaam niet weten waar ik ben. Ik zie in de verte een klein vijvertje met wat boomstammen. Ik slenter er naartoe. De bladeren die op de grond liggen en de kleine plantjes maken het moeilijk om deftig door te wandelen. Ik begin het koud te krijgen en mijn schoenen zijn nattig. Ik blaas mijn adem zwaar uit en ga zitten. In de verte hoor ik geschreeuw. 

"FAY!", klinkt het. Ze klinken als fucking meeuwen aan zee. Maar bon, ze zijn hier dus. Ik kijk op mijn telefoon, maar zie geen oproepen meer dus zet hem weer op vliegtuigstand. Het maakt me echt niet uit dat ze achter me zoeken. Het geschreeuw blijft aan houden en ik kan vanaf hier de jongens zien lopen op het echte pad. Ik sta op om weg te lopen maar ik hoor iets in de bosjes. Het klinkt als een dier, maar echt een groot dier. Als ik opsta om weg te wandelen komt het dier uit de bosjes. Het is een vos. Ik weet dat zo een beest niks doet maar toch verstijf ik. Ik ben doodsbang voor wilde dieren, en een vos ziet er me redelijk wild uit. Het donker rosse beest komt dichten naar me toe geslopen. Ik begin heviger te ademen en te panikeren. Ik kijk achter me en zie Bradley vlak bij staan. Ik besluit hem te roepen. "Bradley!", schreeuw ik. De vos kijkt me strak aan en begint lichtjes te grommen. Ik heb hem waarschijnlijk doen schrikken met mijn getier. 

" Fay?" Ik hoor Bradley mijn naam roepen. "Help! Help me!", roep ik. De vos komt steeds dichter en dichter. Als het bij mij is begint hij harder te grommen en naar me te happen. "Help! Aub help me.", smeek ik. Ik begin te trillen en voel een paniekaanval aankomen. Ik begin korter te ademen tot op het moment dat ik geen lucht meer krijg. Ik hoor Bradley nog steeds roepen en tieren, maar het lijkt zo wazig. Ik word weggetrokken door iemand en hoor een heftige luide knal. Ik schiet uit mijn waas en kijk naar Daan die achter me staat met zijn handen rond mijn schouders. Voor me staat Bradley met een geweer en de wilde vos kan ik nog net zien wegrennen. 

"What the fuck? Waarom hebt gij een pistool?", mijn stem trilt terwijl ik de woorden uit zucht. "Waarom liep jij me al heel de dag te negeren meid?", vraagt Bradley terug en negeert mijn opmerkingen. Hij houdt het pistool naast hem en kijkt me kwaad aan. "Ze moest van mij.". Daan laat me los terwijl hij bekent. Ik kijk hem aan. Is hij gek te bekennen? Bradley kijkt Daan kwaad aan en stapt dichter bij. Daan zet een paar stappen opzij zodat ze recht over elkaar staan.  "Bradley niet doen.", fluister ik. Hij slaat Daan hard op zijn gezicht. Daan verliest even zijn evenwicht maar slaat als snel terug. "Moest gij geen klootzak zijn, was dit allemaal gewoon niet gebeurt.", zegt Daan tussen zijn tanden. "Dus het is mijn fout?", kaatst Brad terug. Daan knikt. "Eigenlijk wel, vuile-".

"Vuile wat.", onderbreekt Bradley hem en richt zijn pistool richting Daan. "Bradley stop zijt gij gek?", roep ik maar blijft toe kijken vanaf de zij kant. What the fuck gebeurt er. Ik zit precies in ee film? Dit is toch totaal absurd? Ik zie Bradley uithalen met zijn pistool en tegen Daan kloppen. "Gij zijt zot!", schreeuw ik en loop naar Daan.  

"Gaat het?". Ik kniel naast Daan neer. Daan knikt en zet zich weer recht. 

"Bradley, het spijt me.", fluistert Daan. "Nee, het spijt mij.".


when the badboy saved you. (HERSCHRIJVING)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu