Hoofdstuk 28

5.6K 215 31
                                    

Pov Fay

"Fay?" Ik kijk op, en zie Tristan voor mijn neus. "Wat is er?" Ik schud mij hoofd. Als ik denk wat er daarnet is gebeurt, krijg ik weer tranen in mijn ogen. Rustig vertel ik alles, van wat er gebeurde tot daarnet. Hij luistert heel aandachtig, knikt of maakt soms een mompelend geluid.

"Ik moet Daan naar huis voeren, ik praat wel met hem." Opeens schiet me iets te binnen. "Ik woon, ofja toch een soort van, bij Daan." Vertel ik Tristan als hij opstaat. Hij gooit de sleutel van zijn auto. "Stap in, die rooie daar." Ik knik en wandel naar de rode auto. Ik ontgrendel de auto en stap in.

Duuh, als je een auto ontgrendeld ga je er niet droog naast blijven staan.

Na lang wachten gaat de deur open. "Wat doet zij hier." Sist Daan naar Tristan. Ik sla mijn ogen naar de grond. Goh, wat is die mooi. "Ze woont bij je, idioot." Daan bromt wat en gaat met een plof zitten. "Ben je boos?" Piep ik. Ik kijk naar Daan, zijn hoofd schiet lijn richting uit. Zijn blik staat woest. "We praten hier straks over." Ik knik en kijk weer naar buiten.

"Dankje." Bedank ik Tristan, voor wat hij doet voor me. "Geen dank, bel me als er iets is." Hij geeft me zijn nummer en stapt weer de auto in. Ik stap naar binnen, met Daan slenterend achter me. Ik ren naar boven en ga naar Daan's kamer.

"Fay?" Ik droog mijn tranen en kijk op. Daan staat voor me, ook met tranen in zijn ogen. "Het spijt me. Ik weet dat je het alleen deed om goed te doen. Kan je me vergeven? Ik wil je echt niet kwijt en ik zal je ook nooit laten gaan want ik hou verschrikkelijk veel van je. Ik sna-"

"Het is goed, kom hier." Ik sta op er druk mijn lippen op de zijne. Langzaam tilt hij me op en gaat op bed zitten. Ik zit nu op zijn schoot en ga met mijn handen door zijn haar. Hij kreunt zacht. Ik haal mijn lippen van de zijne. "Kom op, het voelde zo goed." Moppert hij. Ik lach zachtjes, waardoor Daan ook moet lachen. "Ik ben blij dat je niks over de maffia hebt gezegd, dat zou pas een ramp zijn."

De maffia. Ja. Zijn vader. Wow, wacht wat? Bradley zijn vader was toch dood?

"Daan?" Vraag ik verward. Ik weet niet wie het mij vertelde maar, de vader va Bradley was toch dood? "Ja liefje?" Ik grinnik om mijn bijnaam maar word daarna weer serieus. "Was Bradley's vader, niet dood?" Daan slikt.

"We hebben je dat verteld omdat je niks zou te weten komen over de maffia." Ik knik. "Hoezo?" Ik zucht en begin met Daan zijn haar te spelen. "Het kwam in me op, op het moment zelf had ik er niet aan gedacht denk ik. Toen was ik te druk bezig met gillen." Daan lacht, zijn mooie lach. De lach waarop ik verliefd ben.

Ik druk mijn lippen weer op de zijne. "Daan." Fluister ik. "Fay." Fluistert hij terug, en bijt op zijn lip. "Stop dat." Daan kijkt niet begrijpend naar mij. "Je bijt op je lip. Ik kan daar niet tegen, het maakt je onweerstaanbaar." Daan grijnst en bijt expres weer op zijn lip. "Klootzak." Sis ik en kus hem.

"Daan! Fay!" Mia, de moeder van Daan komt de kamer binnen gestormd, waardoor wij onze kus moeten verbreken. Daan kijkt zijn moeder geïrriteerd aan. "Wat?" Mia verontschuldigt zich en kijkt ons dan strak aan. "Bradley is opgepakt." Ik slik. Ik kijk Daan aan, zoals hij mij aankijkt. We weten allebei wat dit betekend.

We zijn in gevaar. Groot gevaar.

❤️❤️❤️

Fay en Daan toch..
Hopelijk komt alles goed, en lopen ze niet te veel gevaar..

Dankje trouwens voor alle votes!!

Ik sta vijfde in tienerfictie, woop woop!!!

DANKJEEEEEEEH!!!!

Hou van jullie sgattekes!!

Xx
~Amber

when the badboy saved you. (HERSCHRIJVING)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu