Hoofdstuk 3 - Logé met het bos

120 14 1
                                    

Vijf minuutjes later hoort Sofie zijn vader boos naar beneden stampen, hij schreeuwt:'FRIEDEWIE! HEB JE WEER DE STOFZUIGER OPGEGETEN?! DIT IS AL DE VIJFDE DIT JAAR!' Friedewie laat verlegen een boer.

Aubergine komt de woonkamer inlopen met wortels in haar oren, ze heeft weer is haar oren gereinigd, dat doet ze eens in de maand, volgens haar heb je dan weer frisse en fruitige oren. 'Wat is er aan de hand? Friedewie, Sofie! Vertel op! Wat hebben jullie nu weer geflikt?' Ze kijkt Sofie en Friedewie dreigend aan. 'Ik heb helemaal niks gedaan!', zegt Sofie snel. Friedewie wordt rood en rent half kwakkend, half boerend de kamer uit. 'Naar je schuurtje, jongekip!', roept Aubergine Friedewie nog na.

Langzaam loopt Sofie achteruit naar de keuken, hij heeft trek in een snabbel, zo noemen zij hun lievelingssnack, een hamkaastosti met jam, pindakaas en uien erbovenop. 'En jij, jongeman, jij gaat maar is lekker naar buiten en wijn zoeken in het koeienbos. 'Nee mam! Alsjeblieft, dat vraag je elke keer als je niet dronken bent!', zegt Sofie wanhopig. 'Nee, mijn besluit staat vast! Wat zeg ik dan eigenlijk als ik wel dronken ben?', vraagt ze nieuwsgierig. Sofie is al naar de deur gelopen en zegt nog droog:'Dan mompel je dingen over dat je vampieren afslacht en dat je alles aankan... één keer zag je toen een vertrapte marshmallow, je rende gillend weg en riep dat hij je ging opeten...' 

Even later loopt Sofie in het koeienbos rond. 'PUDDINGBROODJE', roept een half bekende stem. 'Puddingbroodje?', zegt Sofie vragend. 'JA PUDDINGBROODJE! IK HEB JE PUDDINGBROODJE GESTOLEN!' O-oh, niet weer die vage man hè! Snel rent Sofie weg.

Na zo'n 10 minuutjes gerend te hebben stopt Sofie en gaat hijgend tegen een boom aanleunen. Hij kijkt om zich heen maar weet niet waar hij is. De zon gaat al bijna onder. Teruggaan durft hij niet, want dan komt hij misschien weer die man tegen. 

Een tijdje later heeft Sofie een goede slaapplek gevonden, hier zal hij vannacht moeten slapen. Zijn ouders zullen wel niet komen zoeken, hun maakt het helemaal niets uit. 

Voorzichtig gaat hij liggen onder de oneindige sterren op een zacht stukje mos tegen een boom aan. Heel comfortabel is het niet, maar het is wel beter dan die man tegenkomen laat in de avond en zijn weg terugzoeken naar zijn huis. 

Opeens ziet hij een vallende ster, hij doet een wens:'Ik wens dat er een wonder gebeurt, dat ik echt gelukkig word en nooit meer zou worden uitgelachen om mijn hobby, mijn familie en mijzelf.' Met die laatste woorden valt hij in een droomloze slaap.

De volgende ochtend wordt hij wakker met vreselijke spierpijn in zijn rug, nek, armen, benen, alles. Achter hem hoort hij zacht geritsel, een takje breekt. Snel draait hij zich om en kijkt bang maar nieuwsgierig naar de struik naast de boom. Hij ziet twee handjes, twee voetjes en een lichaampje... Met open mond blijft hij kijken naar het wezen dat vanuit de struik tevoorschijn is gekomen.

CLIFFHANGERRR ! :DD Nu laat ik het weer lekker over aan Kroos :) XX Kiwi (en Kroos <3)

De angstaanjagende aardappelWhere stories live. Discover now