Hoofdstuk 5 - De drie reizigers

97 10 0
                                    

Sofie zat hopeloos op de grond, naast hem zat Neus met de leeggedronken deodorantbus. Zo kon het niet langer, zijn leven was pure waanzin! Hij moest vluchten, weg van hier, naar de grote oceaan!

Na een tijdje stond Sofie in de deuropening van het huis, met zijn spullen gepakt, klaar om de wereld te verkennen! Samen met Neus en zijn broer Friedewie, zijn ouders liet hij achter.

Met een snabbel in zijn ene hand en een extra deodorantbus in zijn andere hand liep hij met zijn medereizigers naar het treinstation. ''FRIEDEWIE!!!!!!!'', riep Sofie voor de duizendste keer, ''LOOP TOCH NIET TELKENS WEG!!!!!!'' Friedewie kwam doodleuk aanwaggelen en liep weer achter Sofie aan.          ''Kijk naar Neus! Hij loopt niet weg, nee, hij blijft gewoon bij me en loopt rustig achter me aan.'' Sofie draaide zijn hoofd om naar Neus en zag dat hij zat te staren naar de deodorantbus, hij begon te schuimbekken. Opgewonden sprong Neus op en neer, nog steeds starend naar de deodorantbus. Sofie stopte de bus snel in zijn weekendtas en wierp weer een blik op Friedewie, gelukkig waggelde die vrolijk achter hem aan. ''Oké, alles is onder controle, niet stressen, doe rustig.'', sprak Sofie zichzelf telkens toe.

- Eenmaal aangekomen bij het treinstation - 

''Jongens, we zijn er.'', zei Sofie. Hij keek om zich geen, zoekend naar waar hij tickets kon kopen. Inplaats daarvan zag hij... meneer Broemer, weer in een kalkoenenpak, WTF!!!!

Sofie wilde al weglopen, maar...''Hey jongen, wat doe jij hier?'' Te laat. ''Ik ga uhm...'', Sofie duwde Neus en Friedewie achter zijn rug, ''Ikkuh... Ik ga mijn oma bezoeken, zij is nu in uhm...'', hij keek snel naar waar zijn trein naartoe ging, ''Zwolle, ja, mijn oma is nu in Zwolle...'', meneer Broemer keek hem verdacht eng aan, ''Oh oké, juist ja, nou uhm... veel plezier dan maar hè, doe Margreet maar de groetjes.'' ''Ja doe ik, ik... Uhm, wacht... Wat?! Hoe weet u hoe mijn oma heet?!'' Meneer Broemer werd rood en wilde weglopen, maar Sofie liep naar hem toe en vroeg het nogmaals. ''Ik uhm... ik moet er echt vandoor jongen, ikkuh... Ik zie je nog wel hè!'' Snel huppelde meneer Broemer weg. WTF!!!!

''Mooi, zijn we daar ook weer vanaf...'', zei Sofie, ''Oké, Neus, Friedewie, kom maar weer tevoorschijn! Halloooo?! Neus?! FRIEDEWIE?!'', riep hij. Sofie draaide zich verward om, geen klein wezentje en geen gehandicapte kip... HOE KON DIT NOU?! Ze waren er net nog!!!!! 

Na een tijdje gezocht te hebben, heeft Sofie Neus en Friedewie niet gevonden... Ook dit nog... Dacht hij in zichzelf, lekker dan...

Hij kon toch niet alleen verder?! Nog maar even zoeken dan... En ja hoor, hij had ze gevonden bij de liften in de tunnel, Neus en Friedewie vonden liften kennelijk heel erg interessant, gefassineerd keken ze naar de deuren. Oké, dat is een opluchtig, ik heb ze weer gevonden, nu kunnen we de trein nemen naar Zwolle..., dacht Sofie.

Gelukkig hebben ze met zijn drieën gevonden waar je tickets kan kopen. Zelfverzekerd liep Sofie met zijn broer en zijn... uhm, schepsel-huisdier-achtig-iets naar de trein. Zonder nog om te kijken liep hij de trein in, uitgeput ging hij zitten op een stoel en wachtte tot de trein ging vertrekken. 

Okeeeeee... sorry voor het saaie hoofdstuk, maar heb niet veel inspiratie... nou, Kroos, doe je best :) Nu gaat het echte verhaal beginnen :D

XXX Kiwi (en Kroos <3 <3)

De angstaanjagende aardappelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu