•~•14•~•

34 3 3
                                        

Melanie ploft lachend op een stoel.
"Hoe kom je erbij die camera te slopen?" Zegt ze luid lachend.

Dex krijgt een kleurtje.
"Tja, dan weten ze in elk geval dat ze me niet moeten filmen als ik dat zeg."

"Waar zijn je ouders?"

"Die komen zo wel thuis." Zegt hij.

Melanie knikt.
"Wil je wat drinken?" Vraagt hij aan Melanie.
Ze knikt.
"Doe maar water."

Dex staat op, trekt zijn jasje uit en loopt naar de keuken.
"Ik vind dit echt verschrikkelijk." Vertelt Melanie.
"De mensen vinden je geweldig, alleen maar omdat je een spel hebt gewonnen, waarin er heel veel mensen zijn omgekomen."

Melanie kijkt beteuterd voor zich uit.

"Ik snap niet eens waarom dit spel is verzonnen." Zegt Dex.

Melanie schudt haar hoofd.
"Ik ook niet."

Dex komt teruggelopen en heeft een glas water voor zichzelf en Melanie.
Hij geeft haar het glas en gaat op de bank zitten.

"Wat gaat er nu gebeuren?" Vraagt Melanie.

Dex kijkt haar aan.
Ze kijkt emotieloos.

"Je hebt kans dat we nu altijd gevolgd worden door paparazzi. We zullen geen privacy meer hebben."

"Hoe bedoel je 'we'?"
Ze kijkt Dex aan met een kleine grijns op haar lippen.

"Ik bedoel..." Dex weet geen woorden.
Hij denkt even na.
"Ik bedoel, omdat we samen het spel hebben gewonnen."

Melanie glimlacht.
"Ik geloof geen woord van wat je zegt."

"Ik eh..."

Melanie staat op en gaat naast hem op de bank zitten.
Ze neemt een slok water en zet het glas op de bijzettafel.
Ze wrijft over haar rok en kijkt naar Dex.

"Ik weet heus wel dat je met me wilt trouwen."

Dex verslikt zich.

Hij hoest en zet zijn glas snel op tafel.
Hij ademt diep in en kijkt naar Melanie.

"Dat zou ik wel fijn vinden, ja." Zegt hij.

Melanie glimlacht.
Haar wangen worden zacht rood.

Dex krijgt kriebels.
"Kan ik dit zien als een aanzoek?" Vraagt Melanie.

Dex denkt even na.
"Ik denk het wel." Zegt hij.

Melanie legt haar hoofd op Dex's schouder en wordt warm van binnen.
"Ik zeg ja."

Dex pakt Melanie's kin vast en duwt hem omhoog.
Hij kijkt in haar blauwe ogen.
"Jou ogen zijn echt prachtig." Zegt hij zacht.

Hij drukt zijn lippen op die van Melanie.
Melanie slaat haar armen om zijn nek en trekt haar verloofde tegen haar aan.

"Ik hou van je." Fluistert Dex.
"Ik ook van jou."

De twee blijven op de bank en merken niet dat Dex's ouders thuis komen.
Zijn ouders stappen de kamer in en kijken naar het zoenende setje.

"Komen we ongelegen?"

De twee schrikken en laten elkaar los.
Melanie slaat haar ogen neer en durft de ouders van Dex niet aan te kijken.

"Het spijt me, mam." Zegt Dex.

In Melanie's gedachten vliegen allemaal vragen.
Waarom heeft hij er spijt van?
Houd hij niet echt van me?
Waarom zou hij dat zeggen?

Zijn moeder loopt naar haar zoon en trekt hem in haar armen.
"Ik wist wel dat je het kon." Zegt ze.

Ze kust op zijn wang en houdt, zelf huilend, haar zoon stevig vast.

"Pap." Zegt Dex.

Hij laat zijn moeder los en staat op.
Zijn vader glimlacht en trekt Dex in zijn armen.
Hij klopt op zijn rug. 

Hij ademt diep in en laat hem los.
Hij geeft hem een schouderklop.

Melanie kijkt nog altijd omlaag.
"Als dat Melanie, wel niet is." Zegt Dex's moeder.

Verschrikt kijkt ze omhoog.
"We wisten allang dat jullie een setje waren. We zagen jullie op tv." Zegt Dex's moeder.

Melanie denkt terug aan haar eerste zoen van Dex.
"O ja." Zegt ze.
"Wat leuk om je te ontmoeten." Zegt Dex's moeder.

"U ook."
"Zeg maar Noa."
"Ok, mevro... Noa."

Ze pakt de handen van Melanie en trekt haar omhoog.
Ze kijkt diep in Melanie's ogen en bekijkt haar lichaam.
"Hmm, je ziet er sterk uit en hebt brede heupen." Zegt ze.

Melanie stapt naar achter en kijkt naar Dex, die ongemakkelijk over zijn achterhoofd wrijft.
"Goed, als jullie gaan trouwen is het goed." Zegt Noa.

Melanie zwijgt.
Ze wilt zichzelf het liefst verstoppen onder haar grote rok en er pas uitkomen als ze hier weg is.

"Mam, Melanie en ik gaan even een wandeling maken." Zegt Dex.
Melanie zucht opgelucht en loopt naar de achterdeur.

Dex pakt de huissleutels en loopt naar de tuin, waar Melanie zwijgend staat te wachten.

Hij opent de deur en laat Melanie als eerst naar buiten lopen.

Hij komt erachteraan, sluit de deur en komt naast Melanie staan.
Hij begint te lopen.
Melanie volgt hem.

"Sorry voor net." Zegt hij verontschuldigend.
"Ach. We hebben elkaar blijkbaar zo moeten ontmoeten." Zegt Melanie.

"Het draait haar alleen maar om kleinkinderen, zodat ze gelukkig kan ademhalen en weet dat haar naam voortgezet zal worden."

Melanie krijgt een onbekend gevoel.
"Dan hebben we nog iets gemeen." Zegt ze.
Ze vouwt haar handen op haar rug en loopt langzaam verder.
"Hoezo dan?" Vraagt Dex nieuwsgierig.
"Mijn moeder denkt ook alleen maar aan lieve, schattige kleinkinderen. De dag dat ik werd opgehaald was ze alleen maar daarover aan het praten. Ze besefte niet dat ik dood kon gaan."

Dex grinnikt.
"Nu snap ik wel waarom je alleen je kat omhelsde."

Melanie knikt.
"Mijn moeder is een verschrikkelijk mens." Zegt ze ruw.
Ze krijgt een koude blik in haar ogen.
"Ze denkt alleen maar aan haar geluk."

Melanie balt haar vuisten.
Ze wil het liefst ergens op slaan, maar ze verbergt haar woede door hard op haar kiezen te bijten.

"Ik weet dat je op dit moment wel iets wilt slaan." Zegt Dex.
"Stop met mijn gedachte lezen, griezel." Zegt Melanie glimlachend.

Haar woede zakt weg.

"Hoe ver is een wandeling maken volgens jou?" Vraagt Melanie.
Ze ziet dat ze al aan het einde van de straat zijn en hoe mensen terugkeren naar hun huizen.

"Misschien moeten we hier weg, voordat ze ons weer als malle stieren gaan achtervolgen." Zegt Melanie.

Dex knikt.

"Alleen waarheen? Jij hebt de pest aan je familie en als je met mij meegaat voel je je ongemakkelijk." Zegt Dex.

"Geef me jou familie maar." Antwoord Melanie.

"Ok."

Hij pakt haar hand en samen lopen ze terug naar het huis van Dex.

----------------------------------------------

Geen genadeWhere stories live. Discover now