Hoofdstuk 19

134 5 8
                                    

Hope Hudson
Dat is het moment dat ik het niet meer trek. Ik duw Kian zijn arm weg bij mijn heup en zonder om te kijken ren ik weg. Ik ren naar mijn ouders.
Ik ren naar Luke.

De tranen stromen over mijn wangen.
Sommige mensen in het restaurant kijken mij raar aan, dat boeit mij niks.
Het maakt mij allemaal niks meer uit.
Ik ben bij mijn familie.

Ik ben veilig.

Zonder er bij na te denken spring ik in Luke zijn armen. Gelijk slaat hij zijn armen om mij heen. Ik snuif zijn vertrouwde geur op. Wij blijven zo een aantal minuten staan. Maar we moeten ter zaken komen.

Ik laat hem met tegenzin los en kijk mijn broer aan. "Hope..." Luke slikt hoorbaar "ik heb je zo gemist." De tranen staan inmiddels in zijn ogen.
Mijn broer huilt nooit. Nooit in mijn bijzijn tenminste. Hij vond altijd omdat hij de oudere broer was, hij nooit mocht huilen in mijn bijzijn. Dit is dus een uitzondering. Ik kan mij niet voorstellen hoe Luke zich moet hebben gevoelt.

Dan draai ik mijn hoofd opzij, richting mijn ouders. Mijn moeder kijkt mij met een trieste blik aan. Mijn vader kijkt mij aan met een blik die ik niet zo goed kan plaatsen. Ik neem een flinke teug adem en stap naar mijn ouders.
Mijn moeder lijkt uit haar trans te ontwaken en loopt snel naar mij toe.

"Meisje toch... hebben ze je pijn gedaan?" Mijn moeder kijkt mij met een bezorgd gezicht aan.

Net wanneer ik wil antwoorden gaat ze verder.

"Kind... wat ben je mager!" Ze werpt een kwade blik op de vier jongens die ongemakkelijk plaats hebben genomen aan de tafel. Ik weet er een klein lachje uit te persen en loop naar mijn vader.
Nog steeds dringt het nog niet goed door. Mijn vader. De drugsdealer. De moordenaar. De man die mij hielp met namen bedenken voor mijn knuffels toen ik een kleuter was. De man die mensen vermoord.

"Hope, we hebben zoveel te bespreken." Zegt mijn vader.
Hij zegt het op een zakelijke manier.
Niet alsof zijn dochter ontvoerd is.
Niet alsof zijn dochter zich elke nacht in slaap huilde. Niet alsof zijn dochter pijnleed.

Gewoon zakelijk.

Ik knik zachtjes, ik antwoord niet omdat ik weet dat ik mij dan niet sterk kan houden. Mijn stem zal breken.
Stilletjes neem ik plaats aan de tafel.
Ik zak, zoals afgesproken, neer in de stoel naast Kian en Kayne. Kian kijkt mij scheef grijnzend aan en slaat zijn arm om mij heen. Ik kijk de andere kant op, naar Kayne. Hij geeft mij een aanmoedigend knikje.

"Waarom wist ik nergens van, pap?" Vraag ik zacht. Mijn vader kijkt op.
"Het zou een groot risico zijn. Er zouden gevaarlijke dingen kunnen gebeuren als je het zou weten."

"Dit is niet gevaarlijk?" Vraag ik boos om mij heen wijzend. "Ik ben fucking ontvoerd! Als ik het wist kon ik trainen. Als ik getraind was zou ik mákkelijk kunnen ontsnappen én zou ik niet eens gepakt zijn. Dus doe niet zo egoïstisch en vertel mij de waarheid!" Roep ik boos.

"Niet zo hard." Sist Kian.

Ik rol met mijn ogen. "We zijn in Frankrijk, ze verstaan ons toch niet." Zucht ik geërgerd.

"Je bent te lief. Je hebt een te goed hart hiervoor." Mompelt mijn vader.

"Jij niet dan? Jij bakte altijd taart voor mij, gewoon als ik er zin in had. Jij hielp mij met het omkleden van mijn Barbies. Jij hielp mij met wiskunde, gewoon omdat ik het vak haat en het niet kan. Is dit altijd al gaande geweest? Leefde je een dubbel leven?" Vraag  ik aan één stuk door.

"Dit doe ik al sinds mij achttiende." Mompelt mijn vader.

"En Luke? Wist hij hiervan?" Vraag ik zacht.

"Hij heeft hier altijd aan mee gedaan. Hij helpt mij met al mijn zaken." Antwoord mijn vader.

Mijn mond valt open.

Mijn broer. Mijn broer die géén vliég kwaad doet. Hij doet hier aan mee?
Hij dealt drugs en vermoord mensen?

--------------------------------------------
En toen was je broer een moordenaar... ik heb helemaal niks te zeggen voor vandaag!
Tips, vragen, ideeén of gewoon een leuke opmerking? Laat het achter in de reacties! Tot volgens hoofdstuk.

Xxx

Trying to runOù les histoires vivent. Découvrez maintenant