Hoofdstuk 2: De woede barst los

370 23 4
                                    

"En wat brengt jou hier, Diana...?" Ze kijkt mij even strak aan en ik wordt er lichtelijk nerveus van. Normaal wordt ik er nooit nerveus van als iemand mij zo aankijkt, maar na alle toevallige trekjes die hier ontstaan is het simpelweg net even anders. "Ik ben hier voor jou natuurlijk, halve zool. Heb je het dan nog niet door?" Antwoord ze koppig en ik veeg snel een druppel zweet van mijn voorhoofd. "Nou- ehm... het is mij zegmaar niet echt duidelijk weet je wel... het is nogal moeilijk te zien als... j-je weet wel." Stammel ik, half niet wetend wat ik eigenlijk moet zeggen.

"Hoi broer." Zegt ze, alsof het niks is, en ik deins achteruit. Ik voel mijn hart bonzen, krijg kippenvel, en staar haar met wijd opengesperde ogen aan. "N-nee. Jij... kan het niet zijn! Dat mag niet! Onmogelijk!" Zeg ik en richt mijn zakmes op haar alsof ze een vervloekt monster is. Maar als je het aan mij zou vragen, is ze dat ook.

"Toch is het waar. Ik ben terug. Ik ben hier voor jou gekomen en je herkent mij niet eens-" Ik kap haar af. "En dat is maar goed ook! Eigenlijk zou ik jou nooit meer moeten zien vanaf de dag dat je wegging! Wat moet je van mij!" Mijn mes die naar haar wijst is aan het trillen omdat ik mijzelf niet stil kan houden van alle verbijstering die door mij heen gaan.

"We zijn een tweeling, Bart! We horen bij elkaar!" Ze pakt mij bij mijn armen vast en ik laat perongeluk het mes vallen. Ze dwingt mij om het niet op te rapen. "Durf dat niet te zeggen! We horen helemaal niet bij elkaar! Vergelijk jezelf, een geschift persoon die niet in deze wereld thuishoort, niet met mij! Ik ben, in tegenstelling tot jou, wel succesvol geworden!"

Ze geeft mij een klap op mijn gezicht, maar het doet mij niks. "Oh, jazeker hoor! Mama is heel trots op jou! Ze is dood, dat je het even weet!" Ik duw haar van mij af. "Laat onze moeder erbuiten! Ik wist echt wel dat ze waarschijnlijk al gestorven zou zijn, hoor! Je bent gek, ga terug naar waar je hoort!" Schreeuw ik naar haar.

Opeens maakt ze een beweging met haar handen en een harde windvlaag waait mij zo omver. Ik pak de wand uit mijn zak en richt die op haar, klaar om te vuren. "W-wat was dat!?" Roep ik en ze komt naar me toe lopen, ze lijkt niet bang te zijn dat ik ook op haar kan vuren. "Dat doet er niet toe! Waag het om dat ding te gebruiken! Ik weet dat je er niet tegen kan!" Schreeuwt ze met een woedende blik.

Ik luister niet. Ik vuur op haar en ze wordt achteruit gesmeten met de kracht van mijn wand. Het was een krachtige spell, krachtiger dan dat ik bedoelt had. Ik laat de wand op de grond vallen en ik krimp ineen. Mijn lichaam voelt als één grote implosie, ofals al het bloed van mijn aders binnen vijf seconden naar mijn hart worden geperst. Mijn beeld is wazig al heb ik bijna de kracht niet meer om ze open te doen. Ik hoor een piep in mijn oren, nog net kan ik waarnemen dat er van alle kanten mensen op ons af komen.

Wat gebeurd er. Dit had een normale dag moeten zijn.

She Came BackWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu