2. De eerste indruk

108 13 0
                                    

POV Sofia

Als de bus abrupt tot stilstand komt en ik half uit mijn stoel word gegooid ben ik opeens weer klaarwakker.
Ik moet in slaap gevallen zijn, als ik snel op de klok kijk zie ik dat het ongeveer kwart over 6 is.
Ik merk dat de man en vrouw al zijn opgestaan en bij de deur staan. Snel zwaai ik de rugzak over mijn schouder en loop ook naar de deur, die sissend opengaat.
De vrouw en man stappen haastig uit, maar in de deuropening blijf ik staan.
Ik weet niet wat ik verwacht had, maar eerder een paar boerderijen naast elkaar dan dit.
Voor me staat een enorme betonnen muur, die aan beide kanten tussen de bomen verdwijnt, met in het midden een grote, witte deur.
Als ik de grote gebouwen achter de muur niet had kunnen zien zou ik zeggen dat het een gevangenis is.
'Der uit!' Hoor ik opeens van achter, en ik krijg een duw in mijn rug.
Ik verlies mijn evenwicht en struikel het trapje af. Pijnlijk val ik op de besteende straat. Ik kan nog net mijn handen vooruitsteken voordat ik op mijn gezicht val.
Een prikkende pijn schiet door mijn knieën en de palmen van mijn handen branden.
Achter me hoor ik de deuren weer dichtgaan en als ik opsta scheurt de bus weg.
Snel, als in veel te snel voor een bus.
'What the fuck..' zeg ik zacht terwijl ik de kleine steentjes van m'n geschaafde handen veeg.
Als ik omlaag kijk zie ik dat een van de knieën van mijn jeans kapot is, onder de stof zit een lelijke schaafwond.
'Oh geweldig...' mompel ik terwijl ik me omdraai naar de poort van de stad. Poort? Het is eerder een grote deur.
Zowel de man en vrouw staan achter elkaar voor de deur, de vrouw wazig voor zich uitstarend, de man kijkt ongeduldig op zijn horloge.
Geen van beide lijkt te merken wat er net gebeurt is, of ze negeren het gewoon.
Een beetje ongemakkelijk ga ik achter de vrouw staan, terwijl ik het brandende gevoel in mijn knieën en handen probeer te negeren.
Dat was...raar?
Ik weet dat buschauffeurs chagrijnig kunnen zijn maar dit was wel erg extreem!
Opeens schuift de deur met een hard geluid open, en de vrouw en man lopen snel naar binnen. Twijfelend loop ik er achteraan.
Ik heb nog geen twee stappen naar binnen gezet of de deur schuift alweer achter me dicht.
Voor me is een soort balie, waarachter een man met grijze haren zit. Naast de balie is een deur, met twee mensen ernaast.
Beide helemaal gekleed in een soort wit glanzend pak, een soort bescherming? Ze hebben allebei een helm op, voor de ogen een streep donker glas waardoor je niks kan zien. Op het feit na dat alles hier wit lijkt valt er nog een ding op. Beide bewakers, ik denk dat het bewakers zijn, houden allebei een enorm geweer vast. Zo een die je in films ziet ofzo...
Is dat niet een beetje overdreven voor een stadje? In de stad van ons weeshuis had de politie alleen een handgun en een taser.
'Uw id?' Hoor ik de man achter de balie vragen, en als ik langs de vrouw heen kijk zie ik dat de man iets tevoorschijn haalt en op de balie legt.
Een paar seconden later knikt de man achter de balie en de andere man pakt het ding weer en loopt door tot aan de deur, waar hij keurig stopt.
De vrouw voor me loopt door, en het valt me nu pas op dat ze erg...onvast loopt. Ik zie dat de man achter de balie zijn neus optrekt, waarschijnlijk door de geur, voordat hij hetzelfde vraagt.
De vrouw rommelt even in een tas, die ze tot nu toe de hele tijd stevig tegen haar aan hield, voordat ze er een kaartje, een id, uithaalt en deze op de balie legt.
Meteen pakt de man de id en zet zijn bril op, na een halve minuut van stilte legt hij het kaartje terug en kijkt de vrouw aan.
'Mevrouw, dit id is vals.'
Meteen begint de vrouw allemaal dingen te zeggen, maar alles wat ik versta is een weerwar van woorden.
'...ik sta op de lijst! U moet....binnen!... lijst!' De rest klinkt als mompelen. De man wenkt naar de bewakers bij de deur, en meteen komt er een in beweging.
Met snelle passen gaat hij, of zij, op de mevrouw af, en pakt haar bij haar armen.
'Nee, nee laat me los! Ik moet naar binnen!' Schreeuwt de vrouw nu half.
'Mevrouw, als u niet wilt meewerken ben ik gedwongen om geweld te gebruiken' zegt de bewaker er rustig doorheen, en (het?) duwt de vrouw in de richting van de deur, die openschuift, en duwt haar net iets te hard naar buiten.
'Nee! Laat me naar binnen! Alstublieft!! Ik smeek u!' Zegt de vrouw nog half huilend, dan is de deur weer dicht en is het doodstil.
Als versteend sta ik daar, nog starend naar de deur. Wat was dat?!? Ik snap dat die vrouw dronken was maar... what the Hell?!
'Meisje?' Hoor ik de man achter de balie zeggen, en snel draai ik me weer om.
'Sorry' mompel ik, zo zacht dat ik bijna zeker weet dat niemand het hoort, en ik loop snel naar de balie.
'Je id?'
Zenuwachtig pak ik mijn portemonnee uit mijn broekzak en als ik mijn id eruit wil halen merk ik dat mijn vingers trillen.
Ik weet dat er niks mis is met mijn id, maar deze hele situatie is gewoon belachelijk!
Ik leg het pasje op de balie en meteen pakt de meneer om hem te bekijken.
Ik tap ongeduldig met mijn voet op de grond, terwijl de man iets intypt op een laptop.
'Je staat niet op de lijst' zegt de man terwijl hij mijn id terug geeft.
Ik voel een kleine paniek in me opkomen als ik het id terugpak.
'Lijst...?' Vraag ik voorzichtig.
De man kijkt me met een verveeld gezicht aan voordat hij nog een vraag stelt.
'Heb je een reisvisum?'
Ik voel nu echt de paniek een beetje opkomen.
'Ehm...nee maar u begrijpt het niet..' begin ik, maar de man onderbreekt me.
'Het spijt me, maar als je geen visum hebt en niet op de lijst staat kan ik je niet toelaten' en hij wenkt weer naar de bewakers.
'Nee! Nee, je snapt het niet, ik kom uit het weeshuis en....' begin ik maar ik word vanachter beetgepakt.
'Laat me los!' Sis ik, maar de bewaker duwt me naar de deur.
Oh geweldig! Straks sta ik weer buiten en dan....
'Laat haar maar los Dave, ik regel dit wel' hoor ik opeens een nieuwe, mannelijke, stem vanachter en haast meteen laat de bewaker, blijkbaar Dave, me los.
Snel trek ik mijn arm naar me toe en draai me om naar de stem.
Door de deur waar de nette man voor stond te wachten is nog zo'n bewaker gekomen.
Hij heeft bijna hetzelfde pak aan, maar er zitten een paar kleine verschillen in.
'Ja chief' hoor ik Dave zeggen, voordat hij weer terug gaat naar de plek waar hij stond.
Een beetje ongemakkelijk sta ik nog steeds op dezelfde plek.
'Sofia, toch?' Zegt de man die blijkbaar de chief is van de bewakers.
Ik knik langzaam, als ik eerlijk ben is dit allemaal best wel creepy...
Ik heb geen idee wat ik ervan moet vinden.
De chief gebaart me om te volgen voordat hij door de deur heen loopt. Een paar seconden blijf ik staan, verward over wat er zojuist gebeurt is, voordat ik hem volg.
Als ik door de deur loop knik ik akward naar de nette meneer, die mij geïnteresseerd aanstaart.
Door de deur komen we in nog een witte kamer, met nóg een deur, met nóg twee van die politie-bewakers.
De chief haalt een pasje van zijn riem en haalt deze voor een scanner bij de deur, die meteen openschuift.
Ik volg de chief en we staan weer buiten. Een lange, asfalt weg, tussen een heleboel bomen.
Op de weg staat een bus, blijkbaar zijn we er nog niet.
De bewaker blijft staan en draait zich naar me om, en na een paar seconden ongemakkelijk zijn ogen proberen te zoeken achter het donkere glas gaan zijn handen omhoog en tilt hij de helm van zijn hoofd.
Het eerste wat mij opvalt is zijn blonde haar, haast geel en zijn bruine ogen.
'Ik ben Dylan, Dylan Rotjoch.
Ik ben chief van de peacekeepers' zegt hij terwijl hij zijn hand uitsteekt.
Peacekeepers....? Wat.....?
Het is pas na een paar seconden dat ik besef dat hij nog steeds zijn hand uitgestrekt houd.
Met een rood hoofd schud ik zijn hand.
'Ik ben Sofia...maar dat wist u al?'
De man...Dylan dus, knikt, voordat hij snel even naar de bus kijkt.
'Ja...ja, ik heb al over je gehoord. Weet je waar je zo heen moet?'
Ik heb een eigenschap dat ik mensen heel snel beoordeel, en er is iets aan deze man dat ik niet mag.
Hij praat alsof alles van hem is, het is een nare ondertoon die ik heel goed ken.
'Ja, ongeveer, ik moet naar de gemeente.' Antwoord ik, nog steeds met het woord "peacekeepers" in mijn hoofd.
Achter ons komt de nette man ook uit de deur, en loopt meteen richting de bus.
'Als je aankomt, vraag aan een peacekeeper waar het gemeentehuis is. Zeg maar dat ik je gestuurd hebt' zegt Dylan terwijl hij de helm weer op zijn hoofd zet.
Ik zie dat hij weer weg wil lopen maar snel pak ik zijn arm.
Als gestoken blijft hij staan, en ik besef dat het best wel raar is, dus snel laat ik hem los.
'Sorry' mompel ik 'ik wou alleen vragen, wat zijn peacekeepers precies?'
Ik heb een hekel aan dingen vragen, het laat me dom voelen.
'Peacekeepers... peacekeepers houden de inwoners van Clovertown veilig, laten we het daarbij houden' antwoordt hij vaag, voordat hij terug door de deur loopt en het dichtschuift.
Snel loop ik naar de bus, met het woord peacekeeper en de naam Dylan in mijn achterhoofd.
Iets zegt me dat die naam nog heel belangrijk gaat worden.

Weer een nieuw hoofdstuk! Bijna 2000 woorden, hoop dat jullie het leuk vinden. Stem dan even en laat een suggestie voor de volgende hoofdstukken achter!

ClovertownWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu