3. Clovertown

100 13 4
                                    

POV Sofia

Na nog iets van 20 minuten in de bus, rijden we de stad binnen.
Clovertown.
Dit zijn de hoge gebouwen die ik vanachter de muur kon zien. Er staan heel veel grote appartementen en kantoorgebouwen dicht op elkaar, met af en toe een winkel of bedrijf ertussen.
Aan het begin van een brede straat stopt de bus, en zodra de deur opent stap ik eruit. Wie weet zijn alle buschauffeurs hier zo chagrijnig.
De nette meneer, die de hele weg weer niks gezegd heeft, begint meteen een richting in te lopen en verdwijnt om de hoek.
De deuren van de bus sluiten en hij rijd weg in de richting waar we vandaan kwamen.
Een beetje verloren blijf ik op de stoep staan. Het is nog donker, de straatlantarens branden en er is niemand op straat.
Ik schat dat het zo'n kwart over zes, half zeven is. Maar als ik eerlijk ben heb ik echt geen idee.
Twijfelend over waar ik heen moet begin ik te lopen. Dit is duidelijk een buitenwijk, het lijkt me dat het gemeentehuis in het centrum zit, en daar zijn vast ook van die peacekeepers die me de weg kunnen wijzen... hoop ik.
Terwijl ik langs de huizen loop besef ik hoezeer dit op een spookstad lijkt. Ik zie niemand, en ik hoor haast niks.
Opzich niks raars om half zeven 's ochtends, maar het geeft me de kriebels.
Ik merk ook nu pas hoe koud het is, mijn dunne jas houd weinig van de kou tegen en de wind, die bijzonder hard is, snijd in mijn gezicht en mijn open knie.
Geweldig...
Ik stop mijn handen in mijn zakken terwijl ik verder loop, opzoek naar een van die witte pakken.

Na, wat voelt als een eeuwigheid, gelopen te hebben, ben ik bijna in het centrum. Denk ik.
Ik heb meerdere mensen gezien op de weg hier naartoe, ook wat auto's, maar geen peacekeepers. En ik ga het niet vragen aan een random persoon, dat is gewoon heel ongemakkelijk.
En ik... ik wil het gewoon niet.
In het begin kwam ik vooral langs huizen, maar nu zie ik ook winkels, banken en ik denk dat ik zelfs langs een casino ben gekomen.
Maar nog geen gemeentehuis, of tenminste, niet voor zover ik weet.
Het zou ook kunnen dat ik er gewoon volledig langs ben gelopen, maar ik betwijfel het.
Ik kom weer bij een kruising en besluit om naar links te gaan, bijna meteen valt mijn oog op het witte pantser.
Eindelijk, als ik nog heel lang had moeten ronddolen dan had ik het opgegeven.
De peacekeeper loopt met vaste stappen over de straat in de richting van de kruising, en ik ga er snel op af.
'Ehm, sorry dat ik stoor, maar ik...' begin ik als ik op gehoorsafstand ben, maar de peacekeeper onderbreekt me.
'Doorlopen burger' zegt de mannelijke stem vanachter de helm.
Een beetje verbijsterd blijf ik staan. Waarom is iedereen hier zo kortaf!?
'Ik wou alleen vragen wa....' begin ik weer, maar na nog geen seconde richt de peacekeeper zijn geweer op me, en meteen duik ik bang ineen. Wtf?!?
'Ik zei doorlopen' zegt de stem, even rustig als net.
'Dylan stuurde me' piep ik met overslaande stem, het is het eerste wat in me opkomt en het werkt.
Meteen laat de peacekeeper zijn geweer zakken.
'Dylan Rotjoch?' Vraagt hij, en meteen knik ik angstig.
De man kijkt me een paar seconde aan voordat hij een soort walkietalkie achtig ding van zijn riem haalt.
Deze verdwijnt onder de helm en ik hoor hem iets zeggen.
Ik heb alleen geen idee wat, het klinkt meer als een vaag gemompel of een soort geruis, ook het antwoord is onduidelijk, maar de stem herken ik wel. Het is Dylan, zonder twijfel.
Het geruis stopt en de peacekeeper hangt het ding weer aan zijn riem.
'Gemeentehuis?' Vraagt hij kortaf.
Ik knik snel, nog steeds geschrokken van het feit dat er zojuist een enorm pistool op me gericht werd.
'Volg mij' en de man begint met harde stappen een richting op te lopen.
Terwijl ik snel achter hem aanloop probeer ik mijn adem weer een beetje normaal te krijgen, mijn hart gaat een stuk sneller dan eerst. Maar ik bedoel, vind je het gek?!? Je richt toch niet zomaar een gun op iemand...
terwijl ik half joggend achter de peacekeeper aan loop voel ik dat ik zenuwachtig word.
Ik word niet snel zenuwachtig, maar ik ga zometeen de persoon ontmoeten die voor mij gaat zorgen... en ik heb geen idee wie het is.
Ik bedoel, is het een man of vrouw? Hoe ziet diegene eruit? Ben ik geadopteerd door een familie of één persoon?
In mijn hoofd ben ik zo bezig met de vragen dat ik net te laat opkijk om te zien de de peacekeeper is gestopt met lopen. Onhandig loop ik tegen hem aan, voordat ik snel een paar stappen afstand neem.
Hij draait zich om naar mij en ondanks dat ik zijn ogen niet kan zien word ik rood.
'Sorry' mompel ik terwijl ik wegkijk. Dan zie ik dat we naast een groot gebouw staan, met op de voorkant een bord waar "gemeentehuis Clovertown" opstaat.
Ik zeg nog snel bedankt voordat ik het gebouw inloop, ik ben niet goed in dit soort situaties.
Het is een groot gebouw, minstens drie verdiepingen, en inplaats van een deur is de voorkant gewoon open. Het uitstekende dak word onderstaand door vier zuilen, waarboven een grote klok hangt.
Als ik om kijk is de peacekeeper al weg, en ik merk nu pas dat ook hier bewakers staan. Ze zien er anders uit, meer als... meer als gewone bewakers.
Voor de rest is het gewoon een ruimte met twee balies, een deur en een groot bord met allemaal papieren erop geprikt.
Ik loop naar een van de balies, ook al zijn ze beide leeg.
'Halo?' Roep ik met gedempte stem, maar er komt geen antwoord.
Twijfelend kijk ik om naar de bewakers, maar ook zij geven geen kik.
Ik wil net nog een keer roepen als ik iemand van een trap hoor denderen, en voor ik het weet staat er iemand voor me.
Een man, jong, ik schat zo'n 20, stopt voor de balie. Zijn gezicht staat vermoeid, zijn oranje blonde krullen staan alle kanten op en zijn bril staat op het punt van vallen.
De grote stapel papieren die hij vast heeft legt hij snel neer op de balie.
'Het spijt me..' begint hij terwijl hij een plukje haar uit zijn ogen veegt '...we zijn open tussen 3 en 6, als je een afspraak maakt dan kunnen we je binnenkort helpen' na deze zin zucht hij luidt, alsof hij deze tekst al veel te vaak herhaald heeft.
'Ik...ik heb een afspraak... denk ik?' Zeg ik stotterend.
'We hebben geen afspraken op maandag' zegt hij terwijl hij een klein boekje uit zijn broek pakt.
'Ehm...ik ben Sofia? Van het weeshuis moest ik me hier melden?' Zeg ik, een beetje in de war.
De man kijkt me een paar seconden aan, en hij lijkt net zo verward als ik, voordat de verwarring overgaat naar verbazing.
'Wat... maar jij zou pas morgen komen, toch? Ik weet bijna zeker...' mompelt hij terwijl hij driftig door het boekje begint te bladeren. Na een paar seconden stopt hij bij een bladzijde en kijkt even gefronst naar mij.
Een beetje akward kijk ik terug.
'Oh eh... sorry' zegt hij terwijl hij het boekje weglegt. Hij loopt weg en de deur gaat open.
De man loopt op me af en steekt zijn hand uit, die ik snel schudt.
'Ja sorry, ik dacht dat je pas morgen zou komen, ik ben Meindert' ratelt hij snel.
'Ik ben Sofia' antwoord ik.
Meindert knikt terwijl hij me aan mijn hand meetrekt door de deur.
'Er moet een fout gemaakt zijn..' zegt hij terwijl hij de grote stapel papieren weer pakt, waarbij hij er een paar laat vallen. '...je zou pas morgen komen. De burgemeester is er nog niet'
Ik pak snel de gevallen papieren van de grond en leg ze bovenop de stapel.
'Dank je, ik zal even kijken of ik de burgemeester kan bellen....' zegt Meindert terwijl hij begint te lopen '...maar ik denk dat je even moet wachten. Ik hoop dat je dat niet al te erg vind?'
Ik schud mijn hoofd terwijl ik hem de trap op volg, waarna ik snel 'nee' zeg als ik besef dat hij me niet ziet.
Stilletjes volg ik hem een kamer in, waar hij alle papieren op een tafel legt.
'Ga maar even zitten, het kan nog wel even duren.' Zegt hij, en meteen ga ik op een van de houten stoelen tegenover het bureau zitten.
'Wil je wat eten? Of koffie? Wacht... nee, het koffieapparaat is nog steeds stuk. We hebben volgens mij nog wel wat sandwiches' vraagt Meindert terwijl hij alweer aanstalten maakt om naar beneden te lopen.
'Nee dank je..' zeg ik maar voordat hij doorloopt ga ik snel verder '...maar ik heb wel een vraagje'
Als ik eerlijk ben, heb ik wel tientallen vragen die ik aan Meindert zou willen stellen, zoals wie hij in hemelsnaam is, maar dat kan wel wachten.
Meindert kijkt me vragend aan.
'Waarom moeten we wachten op de burgemeester?'
Meindert trekt zijn wenkbrauwen op.
'Wist je dat nog niet?' Zegt hij half verbaast 'Hij heeft je geadopteerd'

Weer een nieuw hoofdstuk! Met deze keer Meindert, oftewel EpicnezzNL.
Ik weet dat z'n karakter nog niet zo goed beschreven is, maar dat komt nog.

ClovertownKde žijí příběhy. Začni objevovat