4. De burgemeester

87 12 4
                                    

POV Sofia

Een paar seconde staar ik Meindert verbaast aan, dan merk ik dat mijn mond half open hangt en beschaamd sluit ik hem snel.
'De... de burgemeester?' Herhaal ik hem, waarop hij knikt.
Ik haal even diep adem, ik had veel verwacht, maar geadopteerd worden door een burgemeester? Wat zijn de kansen dat ik, na 9 jaar, geadopteerd word door een burgemeester?!? Het lijkt haast een of ander sprookje, ik zou...
'Is alles Oke? Je ziet er nogal... verbaast uit' vraagt Meindert, waardoor mijn gedachtes weer een grote brij worden.
'Eh...ja? Het is gewoon... gewoon een beetje onverwacht' mompel ik.
Ik spreek de waarheid, het is onverwacht, maar meer dan onverwacht. Het is raar, heel raar, dat een belangrijk persoon zoals een burgemeester mij adopteert.
Ik zat in een weeshuis waar ik niet hoorde, op mijn formulier staat waarschijnlijk "probleem geval" en het lijkt me sterk dat iemand van het weeshuis mij heeft aanbevolen.
Het is meer dan onverwacht.

Even later zit ik toch samen met Meindert aan het bureau met een sandwich in mijn hand. Tegenover me zit de jongen, of man, ik weet nog steeds niet hoe oud hij is, die druk bezig is met alle papier stapels die zich hebben opgestapeld op het bureau.
Langzaam kauw ik op het brood, niet dat het vies is, het is best een lekker broodje. Er zit sla, tomaat en ei op, en nog iets wat ik niet helemaal kan thuisbrengen. Moeizaam slik ik de grote hap door, die halverwege mijn keel blijft steken, en meteen barst ik uit in een on-charmante hoestbui. Bezorgd kijkt Meindert op.
'Gaat het?' Vraagt hij, terwijl ik mijn hand voor mijn mond hou om niet het hele bureau onder te hoesten. Ik knik, terwijl ik mijn mond probeer dicht te houden.
Een paar verlepte hoesten verder stopt het gelukkig, en ik slik de hap door. Daarna pak ik snel het flesje water, wat Meindert ook voor me gehaald had, en neem snel een paar slokken van het koude water.
Daarna is er weer die doodse stilte, waarin Meindert door papieren heen kijkt en ik er een beetje ongemakkelijk bij zit.
Ik kan slecht tegen ongemakkelijke stiltes, dus ik probeer snel een onderwerp te verzinnen.
Mijn hoofd is nog nooit zo leeg geweest.
Om toch de stilte te verbreken schraap ik mijn keel voordat ik begin.
'Dus, Ehm.....' zeg ik zacht 'hoe lang duurt het nog voordat de burgemeester er is?'
Meindert kijkt op, waarbij een van de krulletjes voor zijn oog valt. Hij fronst zijn wenkbrauwen, en ik besef hoe ontzettend raar deze vraag is.
'Sorry, sorry!' Begin ik meteen te ratelen 'ik bedoelde het niet zo... jij bent ook heel gezellig, maar Ehm.....'
Ik voel het bloed naar mijn hoofd stromen en ik merk dat mijn wangen rood worden.
Meindert grinnikt bescheiden, voordat hij snel een blik werpt op zijn horloge.
'Maakt niet uit, maakt niet uit, maar ik heb eigenlijk geen idee hoe laat hij komt. Meestal is hij er rond deze tijd al lang'
Ik grinnik ook zachtjes, terwijl ik mijn hand snel door mijn haar haal.
'Moet je hem dan niet bellen ofzo...?' Vraag ik voorzichtig.
Meindert schudt zijn hoofd met een zucht, en schuift de papieren opzij.
'Ja eh, dat heb ik al geprobeerd, maar zijn telefoon staat op stil'
Ik staar hem een paar seconden aan voordat ik doorga.
'Kan je niet iemand naar zijn huis sturen ofzo?' Zeg ik langzaam, terwijl ik bedenkt dat het best wel weird is dat de burgemeester zijn mobiel uit heeft staan.
Weer schudt Meindert zijn hoofd.
'Nee, eh, niemand weet waar hij woont, voor zijn veiligheid enzo....'
Ik trek een wenkbrauw op, en Meindert kijkt mij een beetje schuldig aan.
'Ehm...het is nogal lastig uit te leggen, ik... ik... kijk..' stottert hij, maar opeens klinkt er een andere, harde, diepe, stem van beneden.
'Meindert! Waar ben je?'
'Als je het over de duivel hebt...' mompelt Meindert, voordat hij opstaat en iets terug schreeuwt terwijl hij naar beneden loopt 'Ik kom eraan!!'
Even twijfel ik of ik zou blijven zitten, maar ik sta al snel op, gooi mijn rugzak over mijn schouder en loop achter Meindert aan.
Ik loop nog op de trap terwijl ik de zwarte stem al weer hoor praten.
'Aah, Meindert. Ja, ik heb jou even nodig voor iets kleins, om mij te helpen met het verbeteren van deze, fantastische, stad, ik....'
Het moment dat ik de hoek om loop stokt de stem, en ik kijk wie er voor me staat.
Het is een man, ik zou zeggen tussen de 20 en 40, het is echt niet te zien, en bruin, kort haar dat netjes achterover gekamd zit. Met zijn bruine ogen, lange wimpers en smal gezicht ziet hij er jong, haast kinderlijk uit.
'En wie is dit Meindert? Heb je eindelijk een meisje gevonden in deze, geweldige, stad' zegt de man met een holle lach erachteraan.
Ik voel het bloed naar mijn hoofd stromen en snel kijk ik naar mij voeten.
'Wat?!' Zegt Meindert, de verbazing en schaamte is duidelijk hoorbaar in zijn overslaande stem. Als ik opkijk zie ik dat zijn hoofd ook rood kleurt. 'Nee! Nee, eh, burgemeester, dit is Sofia.'
De man trekt vragend een wenkbrauw op naar Meindert, alsof hij geen idee heeft waar het over gaat.
'Ehm, van het weeshuis?' Gaat Meindert door, maar zijn wenkbrauwen gaan alleen maar hoger omhoog.
'Het, het meisje dat je geadopteerd hebt.' Dringt hij aan, en opeens verschijnt er een glimlach op het gezicht van de man.
'Aah natuurlijk, natuurlijk' zegt hij, met nog zo'n holle lach, terwijl hij op me af stapt.
Met twee grote stappen staat hij voor me en pakt me met twee handen vast. Voor ik het weet krijg ik drie natte zoenen op mijn wangen en meteen verstijf ik.
Ik ben niet zo gewend aan... fysiek contact. Behalve kleine kinderen die je knuffelen.
'Ah, welkom Sofia, welkom in de fantastische stad Clovertown, het is hier : fantastisch. super.'
Een beetje ontdaan veeg ik de zoenen weg en neem diep adem.
'Ik ben ontzettend blij om hier te zijn!' Zeg ik, misschien iets te enthousiast.
'Natuurlijk ben je dat, natuurlijk' zegt hij, voordat hij zich weer naar Meindert went 'wij hebben vandaag een afspraak met een fantastisch persoon, voor een fantastische deal. En het is belangrijk dat je alles goed gaat opschrijven.'
Een beetje akward sta ik naast beide mannen die nu samen praten. Het is... raar? Het leek haast of die guy vergeten was dat hij mij geadopteerd had, maar voor de rest lijkt hij oke. Een beetje enthousiast, en vind deze stad blijkbaar echt "fantastisch"
'En daar moeten we nu heen, een geweldige afspraak' gaat hij verder, en Meindert knikt.
De man, de burgemeester... Ehm, mijn voogd? Hij? Hij. Hij begint richting de uitgang te lopen, en Meindert loopt achter hem aan. Ik voel een kleine sprank van paniek als ze allebei weglopen, maar voor de uitgang kijkt Meindert nog even om.
'Eh, ja, blijf maar gewoon even hier, we zijn wel over een uurtje terug ofzo...' zegt hij, ik wil nog snel iets terug zeggen, maar ik weet niet wat, en beide mannen zijn al om de hoek verdwenen.
Een beetje verloren laat ik mijn rugzak van mijn schouder zakken en ga op de dichtstbijzijnde stoel zitten.
Ik zit in een onbekende stad, mijn "voogd" is een burgemeester die op zich oke is, maar nogal... apart.
Een rare stad, met rare mensen.
Wat moet ik hiermee....

ClovertownWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu