hoofdstuk 4 (written by Lilia)

180 19 47
                                    

POV Lola
Na het eten ren ik achter Crowley de donjon trappen op. We lopen zijn kantoor in en hij zoek wat tussen de papieren. "Hier." zegt hij, terwijl hij me een opgerolde brief geeft. "Vandaag heb je vrij. Morgen beginnen danslessen." Ik kreun. Niet dansen. Crowley lacht. "Veel plezier." "Dank je." Ik neem de brief aan en ren de trappen af. Snel ga ik naar de Westertoren en loop mijn kamer in. Ik rol de brief uit en lees hem aandachtig, terwijl ik op het bed zit. Overvallers op anderhalf uur rijden van het kasteel, gewoon een dievenbende die vaak in die streek is. Ik pak mijn tas en loop naar het kleding kamertje. Ik trek een paard rijbroek en een gewoon t-shirt aan. Ik ga weer het kamertje uit en ga zitten op het bed. Ik stap in mijn hoge laarzen en doe mijn leren jack aan. Ik klik de schedes met messen aan mijn riem en span mijn boog. Mijn pijlenkoker maak ik vast op mijn rug. Ik pak snel een tas in met nog wat wapens, eten en drinken, vermomingskleren en mijn Jagers mantel. Ik vlecht mijn haren snel in. Ik doe snel de leren arm beschermer om tegen de terugslag van de pees. Opeens gaat mijn kamer deur open. Geschrokken draai ik om. Victor kijkt me verbaasd aan. "Wat ga jij doen?" Ik glimlach kleintjes. "Weg." antwoord ik kortaf. Ik pak mijn tent en slaapspullen. "Waarheen?" Ik kijk hem aan en negeer zijn vraag. "Het kan zijn dat ik pas morgen terug kom. Wacht dan vooral niet op mij en ga me ook niet zoeken. Ik kom wel terug." Ik pak mijn tassen en loop naar de deuropening. "Lola, waar ga je heen en wat ga je daar doen?" vraagt hij strenger dit keer. "Privé." Ik loop langs hem de trappen af. Hij komt achter me aan. "Lola." zegt hij geërgerd. "Dat is mijn naam." Ik loop naar de stallen en zadel Bella op. "Waar ga je heen??!" Ik zicht en draai me om. "Ergens." Ik bind de tassen op Bella's rug en stap op. Ik kijk neer op Victor. "Waarschijnlijk tot morgen." zeg ik en ik geef Bella de sporen. In iets dat tussen galop en draf zit, rij ik met Bella over de ophaal brug.

Na anderhalf uur kom ik aan bij een dorpje. Ik stop en stap af, drie honderd meter voor de eerste huizen. Ik pak een omslag rok, een doek met van die drukknoopjes, en doe om. Ik pak mijn Saksische mes en maak bossen met wilde granen. Die bind ik bij Bella op de rug, over het zadel en de tassen. Als ik eindelijk klaar ben, vlecht ik ook snel even mijn haren, zodat ik meer lijk op een rondtrekkend meisje. Ik prent in mijn hoofd dat ik een onzeker, rondtrekkend meisje ben zonder ouders. Als laatst pak ik wat as en smeer dat in mijn haar, op mijn handen en op Bella. Ik neem haar bij de teugels en we gaan naar het dorpje. Ik ga naar de herberg, daar hebben ze meestal alle laatste nieuwtjes en ik kan daar Bella stallen. Ik knoop haar teugels vast, ondanks dat het niet hoeft, zodat het er normaal uitziet. Ik ga de herberg binnen. Het is druk en vol. Sommige zijn dronken. Ik ontwijk alle grijpende handen naar mijn kont en kom aan bij de toog. "En, wat mag het zijn voor deze schoonheid?" vraagt de herbergier. Het is een man van plus minus 35. "Aller eerst graag een stal voor mijn paard, in ieder geval voor dag, en als er nog kamers voor vannacht vrij zijn, graag ook een kamer en dan de stal tot de ochtend." "Je kunt hier zeker overnachten en je paard ook. Je ziet er niet arm uit, en je hebt een paard. Kom je van ver?" Ik knik. "Ja. Mijn ouders waren handelaars. Ik trek sinds ze bij een overval overleden zijn, alleen rond." Hij knikt begrijpend. "Gecondoleerd. Is het niet gevaarlijk om alleen rond te trekken voor een meisje als jij? Met sommige mannen weet je het nooit, en bandieten ook niet." "Zijn er dat soort mannen dan hier, en bandieten?" vraag ik. Hij knik. "Onze mannen zijn netjes, maar we hebben vaak last van struikrovers de laatste tijd. Ik moet me trouwens nog voorstellen. Ik ben Paul." "Ik ben Harper. Aangenaam." glimlach ik. "Kan ik iets voor je inschenken?" Ik schud mijn hoofd. "Nee. Ik eet en drink straks wel. Hoeveel moet ik betalen voor de stal en kamer?" "8 Jennen voor een nacht plus ontbijt." Ik pak uit mijn bunteltje met geld, een goud stuk en drie zilveren munten. Ik leg ze op de toonbank. Paul geeft me een sleutel en veegt de munten van de bar. "Kamer 2. De trappen op en dan links." "Bedankt." zeg ik en ik ga weer naar buiten.

Ik breng Bella naar een van de stallen en haal alles van haar rug. Ik zet het wel zo neer dat je de tassen niet kan zien. Een plunjezak doe ik wel op mijn rug. Ik wrijf Bella droog met wat sto en geef haar vers water. Ik loop weer terug de herberg in. Dat is de plek waar je de meeste informatie kunt krijgen. Ik ga zitten aan de toog. "Wil je iets te drinken?" "Koffie graag." Hij knikt en schenkt koffie voor me in. "Je hebt geluk. Ik heb deze kan net gezet." "Bedankt." Ik schuif het geld naar hem toe. Hij knikt. "Ik wilde vragen over die bandieten... Zijn er plekken waar ik zeker niet heen moet?" Hij knikt. "Ja. De weg hier naar beneden, de handelsweg. Het stuk dat door het bos gaat. Daar zitten ze meestal. Er is een weg omheen, maar die is een uur om." Ik knik. "Dank je." "Geen probleem. Je kunt nauwelijks meer goed burgers vinden laatste tijden." Ik knik instemmend. "De getallen van struikrovers en bandieten worden inderdaad veel groter." "Ja. En er word niets aan gedaan. Ik weet niet wat die Grijze Jagers van tegenwoordig doen." "Het korps opnieuw opbouwen." antwoord ik automatisch. Hij kijkt me verbaasd aan. "Naar wat ik gehoord heb dan. Ze zijn met te weinig Jagers. Meeste lenen hebben niet eens een Jager." Paul knikt. "Ja. Maar ze moeten er wat aan gaan doen." Volgend jaar, Paul. Volgend jaar zijn er 17 Jagers die een leen kunnen nemen. "Daar ben ik het helemaal mee eens." zeg ik en ik drink mijn koffie op. Normaal doe ik er een lepel honing in, maar dat kan ik nu niet doen. "Ga je hier ook handelen?" Ik schud mijn hoofd. "Nee. Ik heb geen spullen meer. Ik trek verder naar Hecking, het kasteel. Daar in het dorp doe ik vaak mijn inkopen." Hij knikt. Het is even stil. "Ik denk dat ik maar naar mijn kamer ga. Uit rusten van de lange rit." Wouw. Wat ben ik toch een leugenaar. En hij gelooft me ook gewoon. Eigenlijk actrice in plaats van leugenaar. Het is wel voor hun eigen veiligheid en de mijne. Ik sta op en ga boven. Dan links. Daar zie ik een deur met een 2 erop staan. Ik steek de sleutel in het slot en ga naar binnen. Ik doe hem van binnen uit weer op slot. Je weet nooit of iemand zo maar binnenkomt...

De Grijze JaagsterWhere stories live. Discover now