36.

3.3K 217 28
                                    

36.

Kosso - papier.

-

Bij het horen dat zijn voetstappen niet richting zijn kamer gaan, maar richting de kamer waar ik slaap, draai ik mezelf snel om waarna ik mijn ogen sluit. Als zijn adem te horen is, dichtbij, haal ik zo onopgemerkt adem, wat half lukt.

"Ouiam?"

Wanneer ik niet antwoord, volgt er een luide zucht vanuit zijn kant waarna ik hoor dat hij verder loopt richting mijn bed. Automatisch sluit ik mijn ogen stijver dicht.
"Ik weet dat je niet slaapt"

Ik open mijn ogen, om te antwoorden, maar kan het gewoon niet. Snel sluit ik mijn ogen alweer. Één, hoe hij mij net heeft gezien is té schaamtelijk. En twee, is gewoon dat ik geen zin heb om nu, op dit moment met iemand te praten. Het is laat, en nu ik zo denk ben ik ook nog is best moe.

Ik hoor hoe hij alweer van mij wegloopt, maar ik weet dat hij niet deze slaapkamer uitloopt. Mijn gedachten word bevestigd als ik het raam dicht hoor klappen. Hij heeft het raam gewoon voor mij gesloten.

Gezien ik met mijn gezicht richting het raam 'slaap', moet ik er nu voor zorgen dat ik niets verkeerd doe. Hij kan het zo zien. "Het is koud, dus ik heb het raam voor je gesloten. Mohiem, nu je zehma  slaap, praat ik morgen wel met jou"

Met deze woorden loopt hij deze slaapkamer uit, waarna ik meteen mijn ogen open. Waar wilt hij er met mij over hebben?

De voordeur, word niet eens vijf minuten later dichtgegooid. Automatisch draai ik me om maar het nachtkastje, waar het klokje op staat. 02:56. Hij heeft zeker, meer dan één uur lopen praten met zijn vriend, die was gekomen voor Zina. Nadat zijn vriend was vertrokken, is hij hiernaartoe gekomen, en nu is hij weg. Zou zijn vriend iets hebben gezegd, waardoor hij nu met mij wilt praten?

Zuchtend om het feit dat ik pas morgen antwoord krijg op mijn vragen sta ik op. Net bij het denken aan Zina, wil ik haar nog even zien voordat ik echt ga slapen. Op blote voeten volg ik mijn weg naar de woonkamer waar ik Zina zie liggen. Haar ogen zijn gesloten, en mijn ogen glijden naar de puppy's. Het zijn er drie. Één zwarten en twee bruinen. Als mijn gedachten naar het moment gaat, dat ik bij haar stond, moet ik glimlachen. Het is eigenlijk niet eens zo eng.

Ik klik het licht weer uit, en draai me dan om, waarna ik mijn weg volg naar de kamer waar ik slaap.

-

Ik wil dat jullie allemaal een eerlijke reactie zetten en vertellen wat jullie tot nu toe van het verhaal vinden. Ik weet niet of het ligt aan de tijd dat ik me zo slecht voel over dit boek of gewoon aan het feit dat dit boek  gewoon zo slecht is geschreven.

Goodmorning trouwens :)

Pistolen & Rozen |||Voltooid|||Where stories live. Discover now