✨Proloog✨

174 15 14
                                    

IK BEN ALTIJD al mezelf geweest. Ik ben oprecht, eerlijk, subtiel. Anderen noemen het liever 'bitchy' of 'snappy', maar die termen weiger ik op te nemen in mijn woordenschat.

Al heel mijn leven gedraag ik me als Adam, al heette ik niet altijd zo. Nee, Adam is niet de naam die mijn ouders me bij mijn geboorte gegeven hebben. Nooit hadden ze verwacht dat ik niet gelukkig zou gaan zijn met het lichaam wat ik gekregen had. Geloof me, nu ik mijn operatie achter de rug heb ben ik nog steeds niet tevreden hoor, maar dat maakt mijn uiterlijke kenmerken niet minder geloofwaardig.

Weinig mensen op de UVAK weten af van mijn echte identiteit, en dat is zo om verschillende redenen:

1. Het gaat ze niks aan.
Vreemden hoeven helemaal niet te weten wie ik ben van binnenin. Het gaat ze niets aan - wat ik voel en hoe ik mezelf identificeer - en ze hoeven het ook niet in te zien.

2. Mijn angst om 'anders' te zijn.
Ik trek me weinig aan van meningen van anderen om me heen, maar toch ben ik bang. Ik ben bang voor vurige blikken vol haat, vooroordelen en buitensluiting. Bang voor mensen die me niet eens willen leren kennen omdat ik 'anders' ben dan de rest van de jongens in deze maatschappij. Soms knaagt het aan me, die angst. Soms niet.

3. Omdat ze het gewoonweg niet zien.
Misschien ben ik geboren met een gezicht wat van nature meer mannelijk dan vrouwelijk is, misschien is het mijn karakter en de manier waarop ik praat of misschien zijn het de hormonen die ik slik. Zelf weet ik het antwoord niet. Mensen zien het verschil gewoon niet en dat is nou precies de bedoeling.

Ik weet niet meer van wie ik houd. Ik weet niet meer van wie ik meer houd. Maakt het eigenlijk uit? Ik ben zo in de war van mijn eigen gevoelens dat ik de balans tussen vriendschap en liefde niet meer kan vinden, verblind door een wolk vol afwering.

Ik weer me af van mijn vrienden, ook al houd ik ontiegelijk veel van ze. Stuk voor stuk. Zij dragen mijn geheim met zich mee zonder me anders te zien dan 'Adam', en daar ben ik ze dankbaar voor. Op die manier hoef ik die zware last niet alleen te dragen.

Ik weer me af van mijn vriend, Tom, gewoon omdat ik in de war ben over mijn eigen identiteit en mijn eigen gevoelens. Ik wist zeker dat ik mijn operatie wilde, ook al hadden ze me van tevoren nog gewaarschuwd voor de gevolgen. Depressies, verwarring en identiteitscrisis. Dingen die zwaar moeten afwegen tegenover het blije gevoel wat ik eerst ervoer toen ik wakker werd in een ziekenhuisbed.

Al die tijd dacht ik dat het niet meer zou zijn dan een uiterlijk verschil waarmee ik beter in mijn vel kon zitten, dag en nacht gelukkig van mijn keuze.

Nu weet ik dat het meer is dan dat.

Veel meer van dat.

Zoveel dat ik het soms even niet aankan, en dan ben ik op mijn kwetsbaarst. Op dat moment kan elke verkeerde opmerking dingen met me doen die ik eerst niet voor ogen had kunnen nemen.

De enige persoon van wie ik me echter niet hoef af te weren is nog maar kortgeleden mijn leven ingestapt. Een jongen die mijn wolk van afwering even laat ophelderen als ik bij hem ben.

Hij zegt weinig woorden, keert zijn emoties naar binnen en is net zo verlegen als een onzekere peuter op een eerste schooldag, maar buiten die dingen om ben ik blij met zijn aanwezigheid.

Zijn uiterlijk choqueert me telkens opnieuw als ik hem zie. Zijn blonde haren, zo licht dat ze soms bijna wit lijken, creëren een prachtig contrast met zijn mysterieuze ogen, de een diepbruin en de ander oceaanblauw. Ogen die constant vol lijken te staan met verdriet. Zo'n innerlijke pijn dat ik me afvraag waar deze vandaan komt.

Hij is zeker mijn type niet, ik spreek de waarheid als ik dat zeg, maar hij is zo ontzettend prachtig op zijn eigen manier dat ik mijn ogen amper van hem af kan houden. Al helemaal nu we samen een kamer moeten delen en ik afweet van het lange litteken op zijn rug dat van zijn nek tot aan zijn onderrug loopt. Ik vraag me af hoe het daar gekomen is, al maakt het hem niet minder mooi.

Elk litteken kent een verhaal, en uit ervaring weet ik dat het niet fijn is als mensen indirect, via een litteken, naar zo'n herinnering vragen.

Timor weet niets van vooroordelen. Hij is er schoon van. Een verfrissing van een verschijning, zo anders als de rest van mijn mannelijke vrienden (Jared), al vraag ik me af of ik Timor nog wel een vriend kan noemen. Ik beken het niet graag, maar dat is iets wat ik zeker weet. Ik ben zo zeker als tweemaal twee vier is.

Hij is veel meer dan dat.

Ik heb beloofd hem te beschermen, en dat is wat ik doe, maar ik doe het niet alleen voor hem; Ik doe het voor mezelf.

Ik hoop dat hij op een dag mijn wolk van afwering volledig kan laten verdwijnen, niet alleen als hij bij me is, maar ook als hij er niet is. Al weet ik zeker, diep van binnen, dat dat iets is wat ik zelf moet gaan doen.

Iets waarvan ik hoop dat ik het kan. Waarvan ik weet dat ik het moet gaan kunnen om mezelf weer terug te vinden, op mijn eigen manier.

Waardoor ik mezelf weer kan zijn.

***

Adam is zeer complex. Dat is duidelijk als we dit lezen. Zijn gevoelens, zijn innerlijk, zijn uiterlijk; hij is zichzelf, maar voor hoe lang nog?

Vraag: wat verwachten jullie van dit boek?

Na Abby's boek zal Ed's boek gaan beginnen!

Een Ballade Vol Liefde (On Hold)Where stories live. Discover now