✨Hoofdstuk 2 - Rietje✨

78 4 0
                                    

EERSTE BAANTJES ZIJN altijd spannend. Spannend en.. vaak verschrikkelijk genoeg. Sommigen hebben het geluk in hun leven om in één keer een baan te vinden die bij ze past: een kledingzaak, warenhuis of de welbekende supermarktketens. Noem maar op.

Ik heb dat geluk niet gekend. Zeker niet, maar ik heb er wel een paar goede vrienden aan overgehouden.

Toen ik net vijftien geworden was vond ik dat het tijd was om zelf ook geld te gaan verdienen. De vijftien euro zakgeld die ik per maand kreeg kon de kosten die ik maakte niet zo gemakkelijk dekken, en als vijftienjarige wil je toch wel dingen gaan doen die geld kosten.

Ik zeg niet dat je altijd geld nodig hebt om leuke dingen te doen, want zonder kan je meer dan genoeg dingen doen die ook avontuurlijk, feestelijk of hilarisch zijn – in mijn geval meestal het laatste – maar geld werd gewoon iets wat ik zelfstandig wilde gaan verdienen.

Toen der tijd spaarde ik voor een akoestische Yamaha gitaar. Ik speelde al wat verschillende akkoorden op de akoestische gitaar van mijn vader, een Carruth Brazilian Rosewood 000-12C, die hij van zijn eigen vader geërfd had – het ding speelde niet slecht, het is tenslotte een van de duurdere merken – maar ik wilde iets kopen wat ik 'van mij' kon noemen. Iets wat ik in mijn kamer neer kon zetten waarvan ik dan kon zeggen: dat is mijn Yamaha gitaar die ik zelf gekocht heb van het geld dat ik verdiend heb.

Ik wilde een gitaar om mezelf te kunnen uiten. Ik wilde de nummers spelen waar ik helemaal weg van was. Ik wilde leven. Dansen. Zingen. Als vijftienjarige fan van de Plain White T's kon ik al die dingen doen. Het nummer Hey There Delilah is er een die ik nog steeds luidkeels meezing als ik deze op de radio voorbij hoor komen. Ik leefde voor die band. Danste op hun muziek. Zong mee met hun nummers. Voornamelijk Dave Trio trok mijn aandacht; zijn prachtige ogen en zijn leren zwarte jasje wat hem mysterieus en aantrekkelijk maakte om naar te kijken.. Hm.

Maar even terug naar het verschrikkelijke concept genaamd: een eerste baantje.

Ik voelde me als vijftienjarige niet echt bepaald zelfverzekerd van mezelf toen ik met mijn cv – waar niets meer op stond dan mijn naam, een foto en een kort verhaaltje over wie ik was – meenam naar mijn eerste sollicitatiegesprek. Ik was bang.

Bang dat ze zouden zien dat ik geen ervaring had en dat ze gelijk vooroordelen zouden hebben klaarliggen omdat ik anders was dan de meeste sollicitanten van mijn leeftijd; een alien in een wereld vol normale tieners die niet elke dag medicijnen hoefden in te nemen om zich beter over zichzelf te hoeven voelen.

Te kunnen voelen, moet ik eigenlijk zeggen. Kunnen voelen en hoeven voelen zijn verschillend van elkaar. Bij het hoeven voelen is er sprake van een vorm van keuze, maar het kunnen voelen van iets is essentieel. Als ik me niet beter zou kunnen voelen zou ik mezelf niet kunnen zijn.

De manager van de McDonalds, toen nog een jonge man genaamd Joop, vroeg me tijdens ons gesprek samen verbazingwekkend niet naar de informatie die ik op mijn cv had gezet. Dit verbaasde me.

In plaats daarvan vroeg hij me naar mijzelf en de dingen die ik kon. Hij vroeg me naar hoe ik me voelde en stelde me op mijn gemak, alsof we elkaar al jaren kenden.

Het gesprek wat volgde ging over mij en wie ik was. Wie ik wilde zijn. Hoe ik dat wilde bereiken. Wat me in de weg stond om dat te bereiken. Mijn identiteit en mijn interesse in jongens.

Na ons gesprek had Joop me uitgenodigd om een keer met hem mee te gaan naar een speciale praatgroep voor jongeren zoals ik. Jongeren die dingen doormaakten die soortgelijk waren geweest aan mijn situatie: jongens die zich geen jongen voelen, meisjes die zich geen meisje voelen, jongens die op jongens vallen, meisjes die op meisjes vallen; verzin het maar en ze zouden er zijn.

Een Ballade Vol Liefde (On Hold)Where stories live. Discover now