- 53 -

803 45 2
                                    


Deel 52:
We stormen samen de kelder in en zien dat de celdeur uit zijn scharnieren is gevlogen. 'Shit!' vloekt Damon. Ik geef hem een harde klap op zijn achterhoofd. 'HOE KON JE NOU ZO ONVOORZICHTIG ZIJN!?'

Daarna rennen we naar buiten en speuren we de omgeving rond. 'Daar!' roept Damon, we zien hoe een 'dier' haar weg tussen de bomen terugvindt. We zetten het op een rénnen!

-----------------------------------------------------------------------------------------------

P.O.V. Myra

Ik ren en ren tussen de bomen door zonder enige doel. Het is hier zo onbekend! Opkijkend naar de zon hoop ik te kunnen uitmaken hoe laat het is én waar het Noorden is. Ik wil weg hier!

Mijn hart bonst als een gek in mijn borst. Dit is de eerste keer dat ik verder trek zónder rugzak en mijn geliefde boog... Gaat het mij wel lukken? Het lukt mij om heel lang door te rennen. Ik hoor een kabbelend beekje hier vlakbij. Ik heb dorst... en ik ren die richting uit. Tot ik mijn tempo verlaag en hijgend bijkom, gebogen met mijn handen op mijn knieën.

Als mijn ademhaling weer zijn normale ritme terug heeft zak ik door mijn knieën en maak van mijn handen een kommetje. Die laat ik vollopen met het heldere water. Ziet er schoon genoeg uit. Ik breng het naar mijn mond terwijl het water langzaam drupsgewijs door mijn vingers wegsijpelt.


Veel tijd om te drinken kreeg ik niet, want ik hoor meteen iets achter mij. Ik zit stil en luister vlijmscherp. Shit! Zo snel al! sis ik in mezelf. Langzaam sta ik op en draai ik me om. 'O shit, daar zijn ze...' fluister ik en ik steek het beekje meteen over! Rennen!!

Zo snel als ik kan ren ik een heuvel op, hij is wel een beetje steil maar dat maakt mij niet uit! Al gauw hoor ik de twee gestalten ook achter mij aan rennen. Hoe schud ik ze af!? Tijdens het rennen wordt de bodem iets rotsachtiger en ik zie voor mij een paar steile wanden van een paar meters hoog met wat overhangende richels en daar een kleine inham in het steen. Perfect!

Ik ren tot aan de rand van de rotsformaties en zet me af in de inham. Met een voet en hand op elk muur in de inham hijs ik mezelf snel omhoog. Ik moet dit ongeveer acht keer doen, dan ben ik voorbij dit steile wand heen! Dit kunnen ze vast niet! Ik klauter over de rand en sta hijgend bovenop de steile wand en zie de twee jongens eraan komen rennen. Dat is die zwartharige jongen in het bos en die andere die me opsloot. Mij krijgen ze niet meer te pakken! Ik hijg en leun voorover en zie hoe ze bij de inham stoppen en wat tegen elkaar mopperen. Dan kijken ze omhoog.

Snel duik ik weg. Wat gaat gaan ze doen? Gaan ze het proberen? Nee toch!? Snel kijk ik weer over de rand en zie de zwartharige precies zelfde doen als ik! Shit! Snel draai ik me om en ren ik op mijn volle snelheid de heuvel op.

P.O.V. Kai

Hijg-hijg! Ik ben bijna over de rand, mijn beenspieren verzuren bijna! Ik zal haar zeker weten pakken hoor! Echt niet dat ik haar zomaar laat gaan! Ik klauter dan over de rand en zie haar een richting op rennen. 'Kom snel, Damon!' sis ik en zie dat hij ook bijna over de rand is. Ik buk en steun mijn handen op mijn knieën. Dan laat Damon zich over de rand rollen en hijgt zich rot. 'Komop!' grom ik. 'Kunnen we haar niet gewoon laten gaan?' miept hij. 'NEE!' en ik richt me snel op. Ik trek een pijnlijk gezicht en neem een diepe adem en ren haar achterna.

Het is maar goed dat ik een topconditie heb! denk ik terwijl wij achter haar aan rennen, weer een heuvel op. Ik zie dat ze ook een super conditie heeft. Dat kan ze niet zomaar hebben, hoe doet ze dat toch!? Kort erna doemen er een paar rotsen op en ik kijk mijn ogen uit wat zij aan het doen is.

The Mystery of the Moongoddess - Dutch - LopendWhere stories live. Discover now