Hoofdstuk 1

591 24 4
                                    

Werk was vermoeiend.. Alles wat Harry wilde was lekker in bed kruipen naast z'n beste vriend, en een goeie nachtrust krijgen voordat hij weer vroeg moest opstaan, maar hier was hij dan, starend maar z'n deur, wachtend op Louis om thuis te komen. Harry keek even naar de klok, als de felle groene cijfers oversprongen naar 12:03 in de nacht. Hij kon de nerveuze gevoelens die maar rond bleven gaan in z'n maag niet helpen, maar hij schudde het van zich af. Hij gaf de schuld aan het feit dat hij weinig slaap had gehad. Louis was even naar buiten gegaan voor een wandeling, iets wat hij meestal deed wanneer hij gestrest was, of hij had gewoon even wat stilte nodig, en soms had iedereen even wat stilte nodig, al helemaal met zo'n zware baan. Het was altijd hetzelfde riedeltje, opstaan om vijf uur 's ochtends, repeteren en dan naar verschillende conferenties, meetings en niet naar het hotel tot bijna middernacht, en dan nog niet eens over de concerten die hier en daar dan eens werden geboekt. Harry beet zacht op z'n onderlip, proberend om niet te bezorgd te raken, omdat Louis nou al best een tijd geleden al terug had moeten zijn. Harry z'n band genoten waren bij deze tijd nu al zeker weten in een diepe slaap, om zoveel mogelijk slaap in te halen, hoeveel slaap dan ook. Harry had altijd een ding dat hij niet goed kon slapen zonder Louis bij hem. Hij stond op, en rekte zich uit totdat hij op z'n tenen stond, z'n handen ver boven z'n hoofd, en gaapte, voordat hij z'n broek losknoopte en eruit stapte, en uit z'n shirt gleed en z'n jogging broek pakte die op het einde van z'n bed lag, en deed hem aan. Z'n donkergroene ogen keken naar het raam, en gelijk dacht hij eraan dat hij net zo goed kon checken of Louis al terugkwam van z'n wandeling, waar hij twee uur geleden al aan was begonnen, en zijn wandelingen zijn nooit langer dan een uur. Hij liep door de kamer, en plaatste z'n handen op het venster van het raam, en keek de donkere nacht in. Z'n hoopvolle glimlach verdween toen hij Louis nergens zag. Als de secondes voorbij tikten, werd hij steeds bezorgder, en hij zat te denken aan het wakker maken van z'n band genoten om te zien of zij met hem in contact zijn geweest, maar dat zou egoïstisch zijn. Hij bracht z'n hand naar z'n gezicht, z'n hoofd schuddend, en daarna z'n donkere krullen uit z'n gezicht halend, voordat hij terug de kleine kamer in liep, zoekend naar iets dat hem zou afleiden van z'n bezorgdheid. Hij pakte z'n telefoon, en dacht eraan om Louis te bellen, maar Louis wilde juist even alleen zijn, dus hij koos voor de laatste optie; z'n bed in klimmen en het nachtlampje aandoen. Als hij in slaap zou vallen, zou hij maar in slaap vallen. Ondanks alles, in een paar uur zou hij een grote dag hebben, zoals altijd. Nadat hij in bed was geklommen en onder de warme dikke dekens lag van zijn en Louis' bed, zag hij een dik zwart boek, liggend op het nachtkastje van Louis' kant van het bed.

Harry dat dit boek nog nooit in z'n leven gezien, en al helemaal na twee jaar met Louis en de jongens. Dit boek had nog nooit bij de X factor tour opgedoken, of bij een van de andere concerten of tours in de twee jaar tijd, zo waar de hell was het vandaan gekomen? Het was niet zo dat Louis niet las of schreef, want dat deed hij wel, maar Harry had zo lang met jem op tour geweest, hij wist elk boek en elk schrift dat Louis bij zich hield en dit boek was niet van Liam, Zayn of Niall, want geen van hun las of schreef. Harry kwam dichterbij het mysterieuze boek, en zag een stukje wit papier uit de bladzijdes steken. Harry keek naar de deur en naar de andere kant van de kamer, uit nieuwsgierigheid, alsof iemand het expres zo had gelegd, pakte hij het boek. Het boek was niet te zwaar, maar was zeker weten vaak gebruikt, sinds de bladzijdes aan het rafelen waren, en er op de voorkant overal tekeningetjes zaten. Z'n vingers gleden over de leren voorkant, voelend waar de pen te hard in het stof was gedrukt. Louis z'n naam was netjes aan de bovenkant geschreven, en ook al kon Harry dit eigenlijk niet maken, hij kon het niet helpen. Er was iets in hem dat vertelde dat iets niet goed zat; alsof z'n instinct hem vertelde dat er iets heel ergs was gebeurd.

Hij pakte het witte stuk papier uit het boek, en herkende gelijk het slordige handschrift dat aan z'n vriend behoorde. Louis had hem een brief geschreven, en Harry kon de enorme glimlach die op z'n gezicht verscheen niet helpen, de kuiltjes in z'n wangen meer uitpuilden dan normaal, toen hij het begon te lezen.

199 Letters (Translation)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu