hoofdstuk 3

6 0 0
                                    

Iets tikte tegen Syra wang. "Hey... Hey meisje... Word wakker." Iemand was over haar heen gebukt en probeerde haar wakker te maken.

Syra duwde de hand die tegen haar wang getikt had weg. "Neu...Lameslapen.." En ze draaide zich nog eens om op de koude vloer. 

Vloer? Ach ja wat maakt het uit...

"Dus jij bent niet bang wat ze met ons gaan doen?" Zei de irritante stem weer, een beetje bezorgt. 

Wacht eens...Ze? Wat bedoelt ie nou weer met ze?  Opeens herinnerd Syra alles weer, de mist. de kou, de vreemde figuur die uit de mist ontstaan was.

Syra schiet overeind. "SHIT!" Dat had ze beter niet kunnen doen want haar hoofd botste keihard tegen het hoofd van de irritante stem. "AUW! VERDOMME!" Schold ze hard.

De persoon met de irritante stem, die een jongen van haar leeftijd bleek te zijn, was naar achter gevallen met zijn hand op zijn voorhoofd.  Hij kreunde "Ik zie dat je opstaan niet leuk vind, maar je hoeft me er nog niet voor aan te vallen..." 

"Sorry." Murmelde Syra zacht. 

Ze kreeg nu de tijd om om haar heen te kijken. Haar gezichtsveld was nog steeds een beetje wazig, maar het leek erop alsof ze in een troonzaal waren. Wel, in hoeverre ze het kan zien. Torenhoge marmeren zuilen die naar het plafon gaan die in een vage mist lijken te verdwijnen. Een wit kleed die over de stenen vloer leed en eindigde bij in een enorme troon. De troon zelf leek van kristallen gemaakt te zijn, maar er lagen grote kussens op voor het comfort. Er zat niemand op de troon...Vreemd. Grote ramen aan de zijkanten zorgde voor het licht, alhoewel je er niet door naar buiten kon kijken.

Voorzichtig stond Syra op en bleef de ruimte aandachtig bestuderen. "Hey, ga je me nog overeind helpen of wat?" De jongen achter haar stak zijn hand uit voor help. Syra keek er even naar, en toen naar zijn gezicht. De jonge had blond haar die naar de kruin toe steeds bruiner werd, hij was van niet erg gespierd maar zag er toch goed uit. Zijn kleding zag eruit alsof hij net uit zijn bed kwam. Maar het meest opvallende van hem waren zijn ogen, koude blauw/grijze ogen. Jezus wat een fuckboy..

"Ga je me nog helpen of blijf je lekker staren?"

Syra bleef de jongen nog een seconde aanstaren, ze wist precies wat ze deed. 

"Je helpt zelf ook benen gekregen, gebruik ze."

De jongen zuchtte om haar sarcastische antwoord en stond op en stak zijn hand opnieuw uit. "Alexo, All voor vrienden." Syra keek naar de hand en pakte hem deze keer wel. "Syrana, maar je kan me Syra noemen." All keek Syra een beetje vreemd aan. "Syrana? Vreemde naam, zit er een reden achter waarom je zo heet?" Syra keek hem een beetje chagrijnig aan. "Alexo? Vreemde naam, zit er een betekenis achter?" All keek haar aan, maar grinnikte toen. "Okay, Okay dat had ik verdient." 

"Maarre waar zijn we?" Vroeg Syra, opnieuw de ruimte bestuderend.  "Ik heb geen idee" Antwoorde All. "Wacht is dit geen droom?" Syra sloeg hem in zijn gezicht. "Word je wakker?" All keek haar boos aan "Een. Auw! Twee. Nee ik ben klaar wakker dankjewel." Syra keek hem vragend aan. "Niet?" Syra kneep in haar arm, het enige wat dat deed was pijn maar ze werd niet wakker. Ze had ook niet echt het gevoel alsof ze aan het slapen was.

Ineens kwam er een vreemde mist over de vloer gegleden. "Oh nee niet weer..." Mompelde Syra. All keek haar raar aan. "Had jij dit ook?" Syra keek even vragend terug."Ja..."

De mist bleef even om hun voeten hangen maar gleed toen verder, naar de troon toe. 

Syra leek weer onder de vreemde hypnose te zijn en liep verder door de troonzaal, op weg naar de troon. Opnieuw had ze het vreemde koude gevoel in haar lichaam, net zoals de vorige keer. All was ook complete controle verloren en liep ook naar de troon.

The Murdering SaviorWhere stories live. Discover now