>> 15 <<

256 13 11
                                    

Point of view Charlie

Ik kijk vol verbazing naar hoe de man zijn spelregels uit legt. Als ik niet zo dom was geweest hadden ze deze stomme opdracht nooit hoeven doen. Maar nee hoor, meneertje Charlie zorgt wel weer voor problemen.

De man is klaar met praten en drukt de camera uit. Langzamerhand komt hij mijn kant op. 'Ik ga je nu losmaken. Als je ook maar één domme beweging maakt zorg ik ervoor dat je überhaupt nooit meer een beweging kan maken. Begrepen?'

Ik knik gehoorzaam en wacht tot hij mijn handen los maakt. Het liefst zou ik hem een flinke klap willen geven. Maar ik ben bang, bang voor de consequenties die ik zal krijgen. Deze gozer is mentaal niet helemaal lekker volgens mij. En als hij dat fysiek op mij gaat uiten, weet ik wel zeker dat ik de morgen niet haal.

Hij haalt me voorzichtig uit het hondenhok. Mijn polsen bloeden en mijn rug doet pijn. Ik kijk de man met mijn betraande ogen aan. Heel even lijkt het alsof hij medelijden toont. Maar zijn blik veranderd als snel weer in de oude kille blik.

Hij zet me neer op een stoel. Wanneer ik neerkom schiet er een pijnscheut door mijn rug. Ik schreeuw van de pijn. Zonder dat het echt de bedoeling was. Maar dit doet echt enorm veel pijn.

Door mijn geschreeuw lijkt de man geschrokken. Wat is er toch mis met hem? Eerst toont hij helemaal geen emotie en nu ineens best veel. Net leek het ook al alsof hij emotie toonde, maar het zal wel weer aan mij liggen.

De man zet zijn emotie opzij en kijkt me doordringend aan. Wanneer zijn ogen de mijne ontmoeten vluchten die van hem meteen. Hij gaat op zoek naar iets dat is te zien aan de manier waarop hij beweegt.

'Hebbes!' Komt er lachend uit zijn mond. Hij houdt een dik stevig touw omhoog. 'Ik zou meneer toch moeten vastbinden. Anders ontsnapt het misschien.'

Hij trekt mijn armen achter de stoel. Alweer schiet er een vreselijke pijnscheut door mijn lichaam. 'Alsjeblieft! Stop! Het doet enorm veel pijn!' Komt er zeurend uit mijn mond. De pijn word als maar erger en erger. Ik kan nooit langer dan tien minuten zo blijven zitten. De pijn gaat me nog vermoorden.

'Alsjeblieft! Mijn armen doen echt ontzettend veel pijn.' Ik probeer oog contact met de man te zoeken maar hij is te druk bezig met zoeken, alweer. 'Hé! Luister dan! Ik kan het niet volhouden zo! Wil je me dood hebben of zoiets? Hè? Geef nou verdomme antwoord, jij eikel! Maak me verdomme los!'

Ik merk dat ik schreeuw. Alle woede komt er in één keer uit. Alle woede van de afgelopen weken, maar vooral van het afgelopen uur.

'Je bent toch niet doof? Nou dan! Maak me verdomme los!'

In een rap tempo draait de man zich om. Ik slik meteen. Shit shit shit, ik had nooit zo boos moeten doen! Hier komen de consequenties al. Bang sluit ik mijn ogen tot spleetjes zodat ik niet veel meer kan zien.

'Ik ben niet doof nee. En jij moet je even leren gedragen meneer! Volgens mij ben ik degene die je te vriend moet houden. Ik ben degene die je hieruit kan redden. En als het op deze manier moet ben ik ook degene die zegt dat je de pot op kan. Als je het gewoon normaal had gevraagd had ik je nog los gemaakt ook. Maar jij bent zo dom geweest, mijn jongen. Ik zou het liefst nu al aan je beginnen.'

Ik voel zijn hand op mijn wang. Het geeft een harde klap en ik voel het bloed stromen naar mijn wangen.

Maar het boeit me helemaal niets. Het enige waar ik nog aan kan denken zijn zijn woorden: ik zou het liefst nu al aan je beginnen. Like what the heck. Gaat hij me opeten of zoiets? Wat wilt deze gozer toch? Ik word helemaal gek hier!

De man pakt een stoel en zet hem voor me neer. 'Zullen we beginnen met de vragen?' Hij gaat zitten op de stoel, met pen en papier in zijn hand.

Ik knik. Ik ben er totaal niet klaar voor. Straks geef ik verkeerd antwoord, en dan hang ik. Misschien wel letterlijk.

'Je snapt het spel? Geef dus verstandig antwoord. Denk aan de andere. Wees dus niet zo egoïstisch, zoals altijd.'

Ik kijk hem gemeen aan. Wat hem aan het lachen maakt.

'Oké vraag één: Waar was je op 21 mei 2016?'

Wacht wat? Mei 2016? Gozer weet ik veel! Hoe kan hij dit soort dingen nou vragen? Niemand weet toch wat hij twee jaar geleden op een bepaalde datum aan het doen was. Deze gast is gestoord!

'Grapje hoor. Je had je gezicht moeten zien.' Achter zijn laatste woord komt overdreven veel gelach. Blijkbaar is mijn hoofd echt hilarisch. Echt grappig man, een tiener onder het bloed. Yay!

'Niet grappig? Oké oké. Nu de echte vraag dan maar. Wie uit deze groep mocht van jou achterblijven in de kelder?' Nu is hij degene die mij gemeen aankijkt.

Wat een klootzak! Door deze vragen gaat hij onze band helemaal verkloten, ik weet het zeker. Hoe kan ik hier nou een fatsoenlijk antwoord op geven.

'Charlie? Je bent toch niet doof? Binnen tien seconden wil ik een antwoord. Anders schrijf ik zelf wel een naam op.'

Klootzak! Klootzak! Klootzak! Ik wil geen antwoord geven! Maar als hij een naam mag opschrijven weet ik zeker dat hij Daisy op schrijft. Puur om de groep kapot te maken.

'Tien, negen, acht, zeven..'

'Manon! Nou blij?' Ik voel de tranen weer opkomen.

Waarom Manon? Ik hoor je al vragen stellen. Manon heeft mijn leven verpest. Door haar familie zit mijn vader in de bak. Door haar is mijn leven verwoest! Maar niemand weet hier van. Dus misschien was haar naam zeggen toch niet de beste optie.

'Ik ben zeker blij Charlie. Heel erg blij.'

©valorse

MoordspelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu