20: Opnieuw is er iemand doorweekt

72 12 9
                                    

Het is druk in het huis van Olivier. Zijn huis is lang niet zo groot als dat van Laure, meer richting dat van mij, maar toch heeft hij het voor elkaar gekregen om zo'n beetje de halve school erin te proppen. Bij wijze van spreke dan.

Terwijl ik me met moeite een weg baan door de volgestampte woonkamer, zie ik door de ramen dat zelfs de tuin vol staat mensen. Ik ken zo goed als niemand, op wat bekende gezichten van school na.

De muziek staat luid en dreunt door me heen. Ik hoop dat Olivier zijn buren heeft gewaarschuwd, want die zullen anders de komende nacht niet slapen.
Sowieso vraag ik me af hoe hij zijn ouders zover heeft kunnen krijgen om dit feest toe te staan, mijn ouders zouden zoiets namelijk nóoit goed vinden. Wanneer ik de hoeveelheid drinken zie dat op de grond is beland, heb ik toch wel een beetje medelijden met Olivier. Dat wordt een plakboel en hij is degene die het zal moeten opruimen.

Laure trekt me de groep mensen door, richting dat wat blijkbaar de woonkamer is.

'Kunnen we niet beter naar buiten?' roep ik. 'Het is hier zo druk.'

'Nee,' roept Laure terug. 'We zijn er net, we halen eerst wat te drinken en kijken of we Olivier kunnen vinden.'

Ik mompel een 'oké' en laat mezelf voorttrekken door de menigte. Niet veel later krijg ik van Laure een beker in mijn handen gedrukt.

Vragend kijk ik op. 'Alcohol?'

Laure schudt haar hoofd. 'Olivier zou dat zelf nooit neerzetten, zo is hij nou ook wel weer. Maar waarschijnlijk ook omdat de helft van de mensen zelf wat meeneemt. Het is gewoon sap.' Ze wenkt. 'Kom, we gaan Olivier zoeken.' En dan is ze al in de menigte verdwenen. Zuchtend staar ik haar na. We zijn er nog maar net en nu al is ze van hot naar het aan het rennen. En aangezien ze op dit moment de enige is die ik kan zien die ik echt ken, kan ik niets anders doen dan haar volgen.

Ik probeer haar zo goed mogelijk te volgen, maar met een beker drinken in mijn handen is dat absoluut niet makkelijk. Na een minuut ben ik dus pas twee meter verder gekomen en is Laure in geen velden of wegen te bekennen.

Ik baan me zo goed als dat kan een weg door de mensen. Dat ik Laure kwijt ben, betekent niet dat ik hier een beetje ga blijven staan. Bij binnenkomst zag ik nog net een glimp van de openstaande deuren naar de tuin. Daar ga ik nu maar heen. Alles beter dan hier in deze verstikkende mensenmassa te staan met aangeschoten tieners die duidelijk allemaal de intentie hebben om mijn beker drinken zo snel leeg te stoten.

Opluchting overvalt me als ik de tuindeuren zie en ik sta net op het punt om naar buiten te lopen als een enthousiaste danser besluit dat mijn beker nog steeds te vol is en me een harde duw in de rug geeft.

Met een kreet val ik voorover, mijn beker vliegt uit mijn hand en ik bots hard tegen iemand op. Geschrokken klamp ik me aan die persoon vast. Niet omdat ik het wil, echt niet, het gebeurt gewoon automatisch.

Vervolgens laat die persoon een luide vloek horen, waarna ik het shirt waaraan ik me vast hield loslaat en weg spring, om meteen daarna in het gezicht te kijken van een nogal woedende jongen. Verschrikt door die aanblik maak ik nog een sprongetje naar achter, zeker waarna ik besef wie er voor me staat.

Het is dezelfde jongen die me twee weken geleden de handdoek gaf, nadat ik vijftien minuten eerder een emmer water over me heen had gekregen. Als ik zijn gezicht niet had herkend, had ik hem wel herkend aan zijn koptelefoon. Net als de vorige keer hangt deze weer om zijn nek en hoewel er luide muziek op staat, hoor ik toch het zachte gonzen van muziek uit de koptelefoon komen. Het zal me niets verbazen als hij inmiddels al gehoorbeschadiging heeft opgelopen.

Zijn ogen vernauwen zich en ik maak onbedoeld een zenuwachtig geluidje. Oui, hij herkent mij ook.

'Jij weer,' zegt hij geïrriteerd. Al is geïrriteerd misschien niet het goede woord. Eerder vreselijk chagrijnig, boos en op het randje van uitbarsten. Ik staar hem alleen maar aan. 'Weet je dat je net de hele inhoud van je beker over me heen hebt gegooid?' Verschrikt staar ik naar zijn shirt. Nu pas zie ik dat de voorkant compleet doorweekt is. Had ik misschien toch iets minder mijn best moeten doen om geen drinken te morsen.

Ik lach ongemakkelijk. 'Eh, oeps?' De jongen doet een stap naar voren.

'Oeps? Is dat alles wat je te zeggen hebt? Oeps? Geen sorry of zo?' Zijn ogen staan donker. Hij is echt boos. Ik kan maar beter sorry zeggen en dan zo snel mogelijk weglopen. Ik heb geen zin in problemen.

'Sorry,' zeg ik dan ook. 'Het ging per ongeluk. Eh, salut.' Ik zet een aantal stappen achteruit en draai me om, om de volgestampte woonkamer weer binnen te gaan, maar voordat ik een meter verder ben, zegt de jongen: 'Hé, waar ga jij naartoe? Blijf eens hier.'  Nu voel ik me toch een beetje zenuwachtig worden en ik kan er niets aan doen dat ik blijf staan.

'Eh, gewoon,' zeg ik terwijl ik me omdraai. 'Naar mijn vrienden.' Eigenlijk is het er maar één, maar dat hoeft hij niet te weten.

De jongen komt weer dichterbij. Oh help, hij is minstens een kop groter en dit voelt nogal intimiderend. Om mezelf een houding te geven, sla ik mijn armen weer over elkaar, maar echt helpen doet het niet.

'Denk jij dat het fijn is om nog de hele avond in deze natte kleding rond te lopen? Daar moet jij alles vanaf weten, toch?' Hij grijnst gemeen.

Daar raakt hij een gevoelige snaar en ik voel me boos worden. Dit was een ongeluk, wat mij overkwam was dat absoluut niet en oprecht heel vervelend. Daar mag hij geen grapjes over maken. Woedend staar ik omhoog, iets wat opnieuw niet heel intimiderend is, maar dit keer voel ik me in ieder geval niet meer zo ongemakkelijk.

'Alsof dat te vergelijken is,' antwoord ik. 'Dit droogt zo weer op, het is warm genoeg. En anders leen je toch een shirt van Olivier?' Foute opmerking, deze jongen is minstens een halve kop groter dan Olivier. Hij zal zijn shirts echt niet passen.

'Denk jij dat ik Oliviers kleding pas? Dat jongetje is de helft van wat ik ben.'

Ik frons. Misschien is deze jongen hier toch geen vriend van Olivier. Zoiets dacht ik ook al toen hij me vroeg of Olivier mijn klassenvertegenwoordiger is. Misschien is het een vriend van die broer van Olivier. Ik zie Olivier niet zo snel met deze jongen omgaan.

'Dan doe je dat toch niet,' zeg ik kattig. Ik heb hier echt geen zin meer in. Waar is Laure nou? 'En nu moet ik gaan, ik verspil geen tijd aan mensen zoals jij.'

'Mensen zoals ik?' zegt de jongen spottend. 'En wie heeft jou dan die ene dag geholpen toen je er als een verzopen kat bij zat? Mensen zoals ik?'

Dat is het moment waarop ik besluit gewoon weg te lopen. Ik draai me vlug om en loop zo snel als ik kan de tuin in. De jongen roept me nog na, maar ik ben al in de massa verdwenen en ben niet van plan om te keren.

'Finou, waar was je nou?' Verschrikt kijk ik achter me, om in het gezicht van Laure te kijken. Olivier staat naast haar. 'Ik loop je al de hele tijd te zoeken.'

'Jij was degene die wegliep,' mompel ik. 'Maar het geeft niet. Ik werd een beetje opgehouden, dus ik kon jou ook niet zoeken.' Laure fronst ietwat bezorgd.

'Hoezo werd je opgehouden? Waren het die meiden weer. Madelaine en Vivién?' Voordat ik kan antwoorden, draait ze zich naar Olivier. 'Je hebt hen niet uitgenodigd, toch?' Olivier schudt zijn hoofd.

'Ik niet. Misschien mijn broer, maar dat lijkt me niet. Of misschien zijn ze-' Ik val hem in de reden.

'Het waren niet Madelaine en Vivién. Die heb ik nog nergens gezien. Gewoon een jongen waar ik de inhoud van mijn beker overheen goot. Maar het ging per ongeluk, dus niets om je druk over te maken.' Laure kijkt me met grote ogen aan.

'Ik mag hopen dat het per ongeluk was. Ken ik hem?' Ik schud mijn hoofd.

'Ik denk het niet. Maar zoals ik al zei, het is niets om je druk over te maken.'

Dat het dezelfde jongen was die me toen hielp, zeg ik er maar niet bij. Dat zou al Laure's sprookjesachtige dagdromen verpesten. Zelfs bijna drie weken later begint ze er nog steeds om de dag over. Laure en Olivier kijken me nog steeds onderzoekend aan, maar dan slaat Laure haar armen om mijn en Oliviers schouders.

'Laten we nu maar even plezier gaan maken. Heb je nog ergens wat te eten, Olivier? Je weet dat ik het op een feestje niet red met alleen maar wat drinken.' Met deze woorden lopen we weer naar binnen, terwijl ik eigenlijk alleen maar hoop dat we de jongen van net niet nóg een keer tegenkomen.

Oui: Ja
Salut: Hoi! / Doei!

A/N: Gelukkig nieuwjaar allemaal! Hopelijk wordt jullie 2019 een top jaar! Over dit hoofdstuk: eerlijk gezegd vind ik het een beetje prut geschreven, iets te veel hak op de tak. Maar ach, ik wilde graag updaten, dus hopelijk vinden jullie het wel een beetje leuk :')

Liefde & Croissants | GestoptOnde as histórias ganham vida. Descobre agora