6

120 8 2
                                    

Met twee borden spaghetti carbonara loop ik terug naar mijn kamer. Ondertussen kom ik Ryan tegen. ''Hé gast heb je die foto gezien.'' Hij grijnst en hoe aardig hij ook is. Het liefst ram ik hem op zijn bek op dit moment. ''Ja.'' Antwoord ik nors. ''Mooier krijg je het niet.'' Lacht hij.

''Mooier? Ik weet niet of je snapt wat er op die foto te zien is, maar ze is daar verkracht en vervolgens is er een foto van gemaakt. Zo dat is mooi.'' Gooi ik eruit, de blik van Ryan verandert van geamuseerd naar geschokt.

''Shit man. Dat wist ik niet.'' Probeert hij nog, maar ik ben echt woest. ''Nee, maar ondertussen wel een beetje doorsturen. Jezus.'' De blik van Ryan valt nu pas op de twee borden in mijn handen. ''Heb je bezoek?'' Probeert hij nog van onderwerp te veranderen.

''Ja Maan zit op mijn kamer en je wil niet weten hoe zij zich nu voelt door jullie.'' Ik leg de nadruk op jullie, want in principe heeft iedereen die die foto doorstuurt, bekijkt en lacht hier schuld aan. De ogen van Ryan worden groot en hij heeft geen idee hoe hij zich hier onderuit moet praten.

''Ik, het spijt me man. Kan ik iets doen?''

''Nu is die afbeelding vermaak, maar zorg ervoor dat het echte verhaal in de wereld komt. Het moet niet zo zijn dat iedereen denkt dat zij daar een leuke nacht heeft gehad.'' Ryan fronst zijn wenkbrauwen. ''Hoe?''

''Je kon hier toch om lachen? Zorg dat je iedereen net zo laat denken zoals jij nu doet. Maak dit goed.'' Ik weet dat ik een beetje op Ryan zijn gevoeligheid inspeel, maar ik kan dit altijd proberen. ''Gast ik heb geen idee hoe, maar ga jij nou maar eten. Ik spreek je nog. En sorry, ik wist het echt niet.'' Hij slaat me nog even op mijn schouder en ik loop door naar mijn kamer.

Met mijn elleboog open ik de deur van de kamer en mijn blik valt direct op Maan die op mijn bed ligt te slapen. Voorzichtig sluit ik de deur en kijk met een meelevende blik naar haar. Haar ogen zijn nog rood en opgezwollen van het huilen en op haar wang ligt nog een traan te rusten. Ik schud mijn hoofd uit ongeloof hoe kan je dit iemand aandoen?

Ik zet de borden op mijn bureau neer en loop naar Maan toe. Voorzichtig strijk ik de plukken haar achter haar gezicht en wrijf met mijn hand over haar wang. ''Hé Maan.'' Fluister ik zacht, want ik wil haar zo rustig mogelijk wakker maken. Ze reageert niet dus herhaal ik mijn handeling nog een keer. Nu opent ze haar ogen en schiet omhoog van schrik.

''Rustig ik ben het maar.'' Zeg ik als ik opsta en naar mijn bureau loop om de borden te pakken. ''Oh sorry, ik ben gewoon in slaap gevallen.'' Een beetje verwildert kijkt ze om zich heen. ''Geen zorgen, hier.'' Ik overhandig haar het bord en bestek. Maan knikt dankbaar en slaat haar benen over de rand van het bed.

In stilte eten we ons eten op. Ik weet niet zo goed wat ik wel en niet kan zeggen. Ik wil haar niet nog meer overstuur maken. Wanneer we het beiden ophebben pak ik haar bord weer aan en zet ze opnieuw op mijn bureau. ''Dankje Hunter, je bent echt heel lief voor me ondanks alles.'' Ze glimlacht lief naar me terwijl ik terugloop naar het bed.

''Nogmaals, geen dank. Dit is wel het minste wat ik kan doen voor je.'' Maan schudt haar hoofd. ''Nee, echt. Na alles is dit niet vanzelfsprekend. Ik weet niet hoe ik je kan bedanken Hunter.''

''Je hoeft me niet te bedanken. Zal ik je naar huis brengen.'' Even lijkt er een flits van angst door haar gezicht te schieten, maar vervolgens knikt ze. ''Ik bescherm je.'' Knipoog ik en Maan knikt dankbaar. 

*

''Hier naar rechts.'' Ik doe mijn richtingaanwijzer naar rechts en sla af. Maan had haar fiets nog op school laten staan en we vonden het beiden niet nodig om die nog op te halen. ''Hier is het.'' Ik stop de auto voor een huis en direct gaat er een deur open. Maan opent de deur en zet al één been naar buiten. ''Nogmaals heel erg bedankt Hunter.''

Suïcide noteWhere stories live. Discover now