Hoofdstuk 2

1.3K 52 9
                                    

Nadat Wolfs haastig de ambulance is ingestapt, doet één van de broeders de deuren dicht. Het voertuig vertrekt in vliegende vaart met gillende sirenes, maar Wolfs merkt weinig tot niets van alle heisa. Zijn focus ligt compleet op Eva, die hem met wazige ogen aankijkt vanaf de stretcher, die inmiddels is vastgeklikt aan de binnenkant van de ziekenwagen. Eva beweegt ongecoördineerd met een hand zijn richting op, waardoor Wolfs beseft dat ze haar morfine hebben moeten gegeven. Dat verklaart ook haar ongefocuste ogen.

Wolfs klapt een stoeltje uit en gaat naast Eva's hoofd zitten, zodat hij niet de dokters in de weg zit. Ze inspecteren op dit moment Eva's bovenbeen en heup en Wolfs maakt zich meer en meer zorgen als hij hun gefronste blikken ziet. De twee mannen overleggen op een driftig toontje, maar hun gesprek is doorspekt met zoveel medisch jargon dat Wolfs er niet veel wijzer van kan worden.

Hij heeft zich nog nooit zo machteloos gevoeld als nu. Eva valt door de verdoving steeds een beetje in slaap en schijnt niet te beseffen wat er aan de hand is. Wolfs houdt haar hand vast en fluistert voornamelijk onzin. Hij weet niet of ze het kan horen.

"Het gaat allemaal goed komen, lieverd. We zijn op weg naar het ziekenhuis en je wordt geholpen door de beste artsen. Daar zorg ik wel voor." Hij ziet dat Eva met haar ogen knippert in een poging om hem aan te kijken. Ook probeert ze een beetje overeind te komen. "Blijf maar liggen," zegt Wolfs. "Dan kunnen de dokters je beter behandelen." Hij brengt haar hand naar zijn mond en geeft er een kus op. Hij ziet dat Eva lichtjes glimlacht en haar hoofd zijn kant op beweegt.

Wolfs begrijpt wat de bedoeling is en legt zijn hoofd naast dat van Eva op het kussen. Het is op zijn zachtst gezegd een ongemakkelijke houding, maar het feit dat Eva onmiddellijk haar gezicht en zijn nek begraaft maakt voor Wolfs veel goed. Zonder erbij na te denken drukt hij een kus op Eva's voorhoofd. Hij merkt dat Eva's ademhaling rustiger wordt en dat ze zich eindelijk heeft overgegeven aan de pijnstillers en in slaap is gevallen.

Wolfs moet terug denken aan vanochtend. Was het nog maar vanochtend? denkt hij. Het lijkt wel veel langer geleden. Toen was Eva ook tegen hem aan in slaap gevallen, maar waren de omstandigheden waarin net iets vredelievender.

Wolfs negeert het geruis van de dokters om zich heen en laat zijn blik gaan over de binnenkant van de ambulance. Dit is de tweede keer dat hij zich met Eva in een ziekenwagen bevindt; de eerste keer is alweer jaren geleden, toen ze op risicoritten met het ambulancepersoneel meereden om misbruik tegen hulpverleners in kaart te brengen. Omdat er toen nooit daadwerkelijk een slachtoffer in de ambulance lag, kwamen alle apparaten en schermen niet tot leven zoals ze dat nu doen. Een hele wand hangt vol met allerhande medische apparatuur. Wolfs herkent eigenlijk alleen de defibrillator, van de overige onderdelen heeft hij geen verstand. Aan de overkant is de hele wand volgeplakt met alle benodigdheden voor een kleine spoedoperatie, zoals een scalpel en incisiescharen. Het is net een ziekenhuis op wielen.

Wolfs volgt met zijn ogen de draadjes die aan Eva's pols bevestigd zijn aan de hartslagmonitor en de bloeddrukmeter. Wolfs ziet dat haar bloeddruk aan de lage kant is.

Een van de broeders ziet hem kijken. "Haar bloeddruk is inderdaad een punt van zorg. Het kan komen van shock en door de impact van de klap die jullie hebben gemaakt, maar we willen interne bloedingen niet uitsluiten."

Wolfs trekt wit weg. Interne bloedingen? Kans om meer te vragen heeft hij niet, want hij wordt aan de kant geduwd.

"We zijn er, meneer Wolfs. We zullen mevrouw Wolfs in het systeem aanmelden en dan kunt u bij de receptie vragen waar ze op dat moment is. Daar kunnen we nu nog geen antwoord opgeven, omdat we nog niet precies weten wat er mis is en op welke afdeling ze het eerste geholpen moet worden." De broeder bekijkt hem even. "En wellicht is het niet onverstandig om zelf even langs de Eerste Hulp te gaan, voor de zekerheid. Aan de voertuigen te zien was het een flinke klap."

Nachtmerries & botbreukenWhere stories live. Discover now