Hoofdstuk 8

809 47 5
                                    

Het halfuur dat volgde was de ergste van mijn leven. De tijd kroop voorbij. Om de zoveel tijd durfde ik mijn blik van de deur naar de hangklok aan de wand te verschuiven, om dan te zien dat het nog maar twee minuten later was dan die keer ervoor.

Ik kon bijna niet meer van de pijn in mijn armen door het constant omhoog houden van de kruisboog, maar ik durfde het wapen niet neer te leggen. Met mijn ogen gefixeerd op de deur zat ik klaar om iedereen die naar binnen zou proberen te komen neer te schieten.

Ik twijfelde geen moment of ik wel iemand zou kunnen doden. Ik had weinig keus. Ik voelde zelf ook wel aan dat als ik niet zou schieten, zij mij wel zouden doden.

Bij elk geluid spitste ik mijn oren en spande ik mijn spieren, maar er gebeurde niks. Niemand probeerde de deur te openen.

Alles in mijn lichaam deed pijn en ik merkte dat mijn rechterarm begon te trillen door de inspanning. Op het moment dat ik dacht dat ik het niet meer zou houden, hoorde ik flarden van stemmen achter de deur. Ik probeerde ingespannen te luisteren, maar ik kon niet opvangen wat er gezegd werd.

Toen hoorde ik gerommel aan de deur. Ik hield de kruisboog strak op de deur gericht, klaar om te schieten.
Maar de deur ging niet open, in plaats daarvan hoorde ik zacht geklop op de deur.

'Wie... wie is daar?' wist ik uit te brengen. De deur ging op een kiertje open. 'Lizzy? Ik ben het. Je kunt het wapen weg leggen, oké?' Ik herkende de diepe stem van de graaf, maar ik weigerde om het wapen weg te leggen. Hij was net zo als die mannen.

'Ga weg, kom alsjeblieft niet in mijn buurt!' fluisterde ik zacht, maar nog wel hard genoeg dat hij het kon horen.

Hij luisterde echter niet en deed de deur nog verder open om vervolgens een stap in de kamer te zetten. Hij zag er weer normaal uit. Nouja, normaal? Zijn ogen hadden weer hun eigen donkere kleur en zijn scherpe lange hoektanden waren weer gewoon kort, maar voor de rest zag hij er niet meer uit als de perfecte graaf. Zijn haar zat door elkaar en zijn witte overhemd hing uit zijn broek en was een stuk opengescheurd. Er zat een grote bloedvlek in zijn overhemd net onder zijn linkerschouder. Ondanks dat zag hij er zo mogelijk nog knapper uit dan anders.

Ik stond met een ruk op, zodat de kruisboog op zijn borst gericht was. 'Ik zei dat je weg moest gaan.' Geïrriteerd merkte ik dat mijn stem trilde.

'Je hoeft niet bang te zijn, Lizzy. Ze zijn weg.' Hij moest gemerkt hebben dat ik niet alleen bang was voor de mannen die het kasteel waren binnengedrongen, maar ook voor hemzelf, want hij liet erop volgen: 'Ik zal je niks doen, Lizzy. Vertrouw me.'

Ondanks dat ik bang voor hem was, stelde zijn stem me gerust. Het viel me nu pas op dat de graaf me Lizzy noemde, in plaats van Elisabeth, zoals hij eerst altijd gedaan had. Hij probeerde echt mijn vertrouwen te winnen.

De angst verdween op slag en ik begon uit het niets te trillen als een rietje. Alle spanning van het afgelopen uur kwam eruit. Ik merkte nu pas hoe koud ik het had  Ik voelde dat er een traan over mijn wang naar beneden drupte en veegde hem snel weg met de mouw van gescheurde nachthemd.

Ik probeerde sterk te blijven, maar dat mislukte hopeloos. Ik liet de kruisboog op de grond vallen. De graaf nam twee grote stappen naar me toe, waarna ik zijn twee sterke gespierde armen om me heen voelde.

Aarzelend sloeg ik mijn armen om zijn middel. De graaf drukte me tegen zich aan en streelde met zijn hand over mijn loshangende haar. Ik nestelde me tegen zijn brede borstkas aan en snoof zijn geur op. Hij rook verrukkelijk. Ik wilde dat hij me nooit meer los zou laten, dat we voor altijd zo zouden blijven staan.

Zijn warmte omringde me en de kou verdween uit mijn lichaam. Ik was veilig in zijn armen.

Na wat naar mijn mening veel te kort was, liet hij me los. Met tegenzin deed ik hetzelfde. Ik kreeg het meteen weer koud. 'Heer graaf?' stamelde ik. 'Darius, noem me maar Darius.' zei hij terwijl hij met zijn rechterhand een pluk haar uit mijn gezicht streek. Hij keek me intens aan. Ik moest me, met alle zelfbeheersing die ik in me had, inhouden om me niet weer in zijn armen te werpen.

Vladimir (Voltooid)Where stories live. Discover now