Hoofdstuk 13

672 47 4
                                    

De week voor de strijd verliep naar mijn zin veel te snel. Voor ik het wist was het al zover. 's Ochtends vroeg was ik naar bed gegaan, maar ik had weinig geslapen. Ik had de hele dag liggen woelen, doordat ik zo zenuwachtig was.

Uiteindelijk was ik aan het eind van de middag opgestaan en naar de grote troonzaal van het kasteel gegaan. Ik was daar nog niet zo heel vaak eerder geweest, maar de laatste weken was de zaal als vergaderruimte gebruikt.

Toen ik de zaal binnenkwam zag ik dat er zich al en hele groep vampiers verzameld had. Ik keek of ik Sarah ergens kon vinden, maar ze was er nog niet. Ook Valeria of één van de andere jongere vampiers waren nergens te bekennen. Aangezien ik geen zin had om bij de ouderen te gaan staan, nam ik plaats op één van de stoelen die tegen de muur aan stonden.

In mijn hoofd liep ik het plan nog één keer langs. Om 8 uur zouden de twee groepen vampiers verzamelen op een grote open plek in het bos. Daar zou de strijd beginnen. Darius en een kleine groep vampiers zouden zich echter ergens verstoppen in het bos tussen de open plek en het kasteel.

Dimitri's doel zou zijn om Darius te vermoorden en waarschijnlijk ook de rest van de koninklijke familie, zodat hij de enige troonopvolger zou zijn. Als hij erachter zou komen dat Darius niet meedeed aan het gevecht, zou hij dus er dus vanuit gaan dat Darius nog in het kasteel was of in ieder geval daar in de buurt. Dat hoopten we tenminste.

Het was de bedoeling dat Dimitri samen met wat andere vampiers richting het kasteel zouden gaan en de burcht zouden omsingelen, zodat er niemand meer uit kon. Daarna zou een neef van Darius, Luca, die aardig op hem leek, even voor het raam verschijnen. Te kort voor Dimitri om te zien dat hij Darius niet was, maar lang genoeg om opgemerkt te worden. Als we zeker wisten dat Dimitri overtuigt was dat Darius in het kasteel was, zou ik in beeld komen.

Ik zou me tot die tijd in de buurt van het kasteel verstoppen en pas te voorschijn komen als Dimitri dacht dat hij Darius te pakken had. Ik moest hem van het kasteel weglokken naar een plek waar Darius met een paar andere vampiers verstopt zou zijn en hem zo dus in de val lokken.

Ik had eerst getwijfeld of dat wel zou werken, maar iedereen was ervan overtuigt dat Dimitri wel achter mij aan zou gaan als hij dacht dat hij toch al gewonnen had. Hij zou de geur van een mensenmeisje niet kunnen weerstaan.

Ik zou goed bewapend zijn voor het geval ik niet snel genoeg was of voor als ik zou struikelen of vallen. Toch wist ik dat het plan zeer gevaarlijk was, dat was ook waarom ik me nu zo zenuwachtig voelde. Ik weerstond de neiging om op mijn nagels te bijten en keek om me heen.

Er hing een soort spanning in de ruimte. Hoewel niemand het zei, wist iedereen dat er van deze dag heel veel afhing. Deze dag zou bepalend zijn voor de toekomst van alle vampiers. Ik wist dat ik niet de enige was die zich zo zenuwachtig voelde en dat ik al helemaal niet de enige was die vannacht gevaar zou lopen. Niemand wist of ze de nacht zouden overleven.

Ik schrok op uit mijn overpeinzingen toen de grote deuren aan het einde van de zaal werden opengegooid. Inmiddels had iedereen zich verzameld en alle hoofden draaiden dezelfde kant op. Darius kwam binnenlopen. Zelfverzekerd liep hij tussen de vampiers door naar voren. Alle ogen volgden zijn lange gestalte. Hij zag er adembenemend knap uit.

Met rechte schouders baande hij zich een weg naar de verhoging voor in de zaal. Ik staarde naar hem en even ving zijn blik de mijne. Hij lachte even naar me en knipoogde, voordat hij weer strak vooruit keek en de verhoging beklom.

Ik werd helemaal warm vanbinnen en met een schok realiseerde ik me dat ik van hem hield. Ik was niet zomaar verliefd, ik hield van hem en ik zou er alles voor doen om hem op de troon te krijgen, waar hij hoorde.

Alles aan hem, van zijn houding tot zijn gezaghebbende blik, liet zien dat hij geboren was om een koning te zijn en vanavond zouden we er voor zorgen dat hij dat werd.

Ik schrok op van een luid gejuich om me heen. Ik concentreerde me weer op wat er om me heen gebeurde en luisterde aandachtig naar de rest van Darius' toespraak. Ik lachte inwendig om de zelfverzekerde toon waarop hij zijn woorden uitsprak, terwijl ik wist dat ook Darius vreselijk zenuwachtig was. Maar daar liet hij niets van merken, als een ware koning sprak hij zijn onderdanen toe.

Na zijn toespraak vertrok iedereen. Ook ik moest eigenlijk gaan, maar ik wilde nog één keer Darius spreken, voordat de strijd zou losbarsten. Ik liep al wel naar buiten, maar bleef bij de grote toegangspoort staan en wachtte daar geduldig totdat Darius naar buiten kwam.

Na een paar minuten kwam hij samen met een paar andere vampiers naar buiten. De anderen waren te druk in gesprek om me op te merken, maar Darius zag me meteen staan. Hij liep naar me toe en opeens wist ik niet meer wat ik tegen hem had willen zeggen.

'Wat is er?' vroeg Darius. Ik keek diep in zijn prachtige donkere ogen en stamelde toen: 'Ik... Ik wilde nog even zeggen...' Ik zuchtte. 'Wees voorzichtig.'

'Jij ook.' antwoordde hij zachtjes. Ik knikte, aarzelde even en draaide me toen om om weg te lopen.

'Lizzy, wacht!' Zijn stem hield me tegen. Ik bleef staan en draaide me weer naar hem toe. Hij was maar een paar centimeter van me verwijderd, maar voor dat ik daar goed en wel over na kon denken, trok hij me tegen zich aan en voelde ik zijn lippen op de mijne.

De zachte aanraking van zijn lippen, veroorzaakten duizenden tintelingen in mijn hele lichaam en ik kon niks anders dan zijn kus beantwoorden. Ik sloot mijn ogen en kuste hem vol vuur terug. Ik drukte mijn lichaam tegen hem aan en klemde me aan hem vast.

Ik was wel vaker gekust, maar nog nooit zoals dit. Het was alsof wij twee de enigen op de hele wereld waren. Het was een magisch moment.

Veel te snel trok hij zich terug. Met tegenzin deed ik hetzelfde. Even keken we elkaar recht in de ogen, voordat hij zich naar voren boog en zachtjes in mijn oor fluisterde. De streling van zijn warme adem op mijn huid in combinatie met de woorden die hij zo liefdevol uitsprak, veroorzaakten dat er een huivering langs mij ruggengraat naar beneden liep.

'Ik houd van je.'

En toen was hij weg.

Vladimir (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu