Hoofdstuk 23 - Raine

47 8 40
                                    

Raine wilde een verklaring van Madelyn. Zij was de enige die ze zou geloven als ze haar het hele verhaal vertelde. Toch durfde ze haar er niet naar te vragen, niet nu haar zusje ieder moment kon sterven, niet nu haar vader en stiefmoeder net vermoord waren.

Ze kon zich er ook niet meer toe aanzetten om haar te gaan bezoeken. Celia had haar gezegd dat ze voor één keer uitzonderlijk naar Maddie's appartement mocht gaan, maar dat was alleen maar een extra reden om het niet te doen. Was dat egoïstisch?

Binnenkort zou ze geen toestemming meer moeten vragen. Binnenkort zou ze mogen gaan en staan waar ze wilde. Binnenkort zou ze zichzelf kunnen zijn zonder zich te schamen. Nick zou haar kunnen leren hoe ze haar gave nog beter kon gebruiken. Ze zou meer mutanten kunnen leren kennen, meer mensen zoals zij.

Ze zou haar ouders kunnen gaan bezoeken en haar broers kunnen laten zien dat ze vrij was, dat ze geen freak was. Ze zou ze misschien zelfs een beetje angst aan kunnen jagen. En misschien kon ze haar biologische ouders eindelijk gaan zoeken. Misschien waren ze wel mutanten, net als zij.

Raine had de AMO meteen verlaten na Isabella's verhoor. Ze had alleen nog wat papierwerk gehad en Maddie was toch net dat beetje belangrijker. Ook al wist ze niet goed wat ze nu precies moest aanvangen met de situatie.

Celia had niet eens geprobeerd om uit te leggen hoe alles in elkaar zat, die leek er enkel vanuit te gaan dat het probleem nu wel opgelost was, en Fathia moest ook geweten hebben dat Maddie het pak had. Dat kon niet anders.

Haar bloed kookte nog als ze eraan terugdacht. Fathia die haar vroeg hoe het met Madelyn ging. Celia die haar zei dat Madelyn haar zou missen. Was dit al gaande geweest van toen haar pak pas verdwenen was? Hoe lang had Maddie voor de AMO gewerkt? Hoe lang had Isabella haar kaartjes gestuurd?

Haar eigen onwetendheid frustreerde haar.

Ze moest met Madelyn praten, voor haar eigen mentale gezondheid, maar haar maag trok al samen als ze er maar gewoon aan dacht. Was ze aan het overdrijven?

Gefrustreerd gromde ze, wat haar een paar rare blikken van voorbijgangers opleverde.

De wolken hadden zich samengetrokken in een warboel van donkergrijs. Het kon ieder moment gaan regenen en Raine had geen jas bij. Dat was nog het minste van haar zorgen.

Terwijl ze haar telefoon bij de hand pakte, schopte ze met haar voet tegen een steentje op de stoep. Ze klikte Maddie's contact aan en wachtte tot ze op zou nemen, áls ze al op zou nemen.

De telefoon ging een aantal keer over.

Raines blik gleed langs de huizen die ze passeerde. Chique herenhuizen waar zij alleen maar van kon dromen – binnenkort zou het misschien meer dan dromen kunnen worden.

Toen haar telefoon op voicemail sprong, had ze nog geen idee wat ze eigenlijk wilde zeggen. De biep klonk en ze opende haar mond met een lichte zucht.

'Hey, Mini, ik hoop dat je een beetje oké bent.' Ze beet kort op haar lip. 'Het spijt me heel erg dat je dit nu moet doormaken en ik zou er heel graag voor je willen zijn, en ik ben er ook voor je, als ik iets voor je kan doen moet je het maar laten weten... maar ik kan er op dit moment niet fysiek voor je zijn, oké? Dat spijt me ook heel erg. Geef me een paar dagen alsjeblieft, daarna ga ik iets dom doen en dan kan ik naar je toe komen wanneer je maar wil. En, euh, dan zou ik graag willen weten hoe lang je al voor de AMO werkt. Als dat kan. Ik weet het meeste nu toch al. Isabella was trouwens niet degene die- je weet wel, niet de moordenaar. Ik hoop dat het goedkomt met je zusje.' Ze zweeg even en kneep in haar neusbrug. 'Je bent sterk, Maddie, je komt hier wel doorheen. Ik hou van je.' Ze had de laatste zin nog amper volledig uitgesproken toen ze het rode telefoontje al indrukte.

Over Macht en MenselijkheidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu